betoog les 1

Adviesraad: voer suikertaks in en verlaag btw op groente en fruit
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Adviesraad: voer suikertaks in en verlaag btw op groente en fruit

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

De overheid mag zich bemoeien met mensen met overgewicht.
Voor
Tegen

Slide 3 - Poll

Overheid mag zich bemoeien met mensen met overgewicht

Slide 4 - Mind map

Betoog schrijven
- Net al begonnen...
Aan het einde van deze les:
... weet je over welke stelling je je betoog gaat schrijven.
.... kan je je schrijfplan (voor een groot deel) invullen.

Slide 5 - Slide

Vandaag
- uitleg betoog
- huiswerk
- korte uitleg boekopdracht

Slide 6 - Slide

Tijdpad
Deze week: kiezen stelling + schrijfplan invullen. Toets
Thuis: Uitschrijven + feedbackronde
Volgende week: Wat is een goed argument? Tegenargumenten en weerlegging check, inleiding + slot
Thuis: uitwerken (vak: feedback van mij)
Daarna: formuleren (deels thuis)
Thuis: feedbackronde
Meivakantie, daarna laatste hand of uitloop. Inleveren na meivakantie.



Slide 7 - Slide

Je leert:
Je mening onderbouwen met feiten.
Je taalgebruik aan te passen aan de lezer.
De lezer mee te nemen, zodat hij nog maar één ding kan: het met jou eens zijn!

Jouw tekst bevat:
Een goede tekststructuur.
Een aandachtstrekker.
Beeldspraak om iets duidelijk te maken.
Betrouwbare bronnen die je mening ondersteunen.
Het geluid van tegenstanders.

Slide 8 - Slide

Opdracht
- Kijk in de classroom, lees mee.

Slide 9 - Slide

Stellingen waar je uit kan kiezen
Het koningshuis is niet meer van deze tijd, dus moet worden afgeschaft.
Er moet een vleestax komen.
Maandverband en tampons moeten gratis beschikbaar worden op middelbare scholen.
Alle leerlingen moeten elk jaar verplicht een cursus online veiligheid volgen.
De overheid mag zich bemoeien met mensen met overgewicht.
Onze maatschappij is een weggooimaatschappij.

Je mag voor of tegen de stelling zijn!

Slide 10 - Slide

Welke stelling heeft nu je voorkeur?

Slide 11 - Open question

Goed argument

Slide 12 - Mind map

Feitelijk of waarderend?
Voorbeelden van een feitelijk argument:
Ouder: “Je gaat niet naar die film, want Kijkwijzer geeft aan dat er te veel geweld in voorkomt voor iemand van 14 jaar.”
Jij: “Ik moet naar die film, want m’n mentor zegt dat er in te zien is wat het gevaar is van loverboys.”
Voorbeelden van een waarderend argument:
Ouder: “Als jij naar die film gaat, heb je daarna waarschijnlijk last van nare dromen.”
Jij: “Ik kan best naar die film, want ik denk dat het wel meevalt met dat geweld.”

Slide 13 - Slide

Schrijfplan
Wat wordt jouw stelling?
Wie ga je overtuigen?
Waarom heb je deze stelling gekozen (dit kan je gebruiken voor de inleiding)?
Middenstuk:
Wat zijn de twee argumenten voor jouw stelling? Zorg ervoor dat het feitelijke argumenten zijn.
Welke tegenargumenten kun je aanvoeren? En weerleggen?
Welke uitsmijter ga jij gebruiken om je verhaal af te sluiten?

Slide 14 - Slide

Vul het schrijfplan in
Waarom?
Wat: invullen schrijfplan
Hoe: geef antwoord op de vragen, start bij het begin. Je werkt tot het (bijna) einde van de les zelfstandig en rustig.
Je mag altijd hulp vragen, ook na de les.
Lever je werk in in de classroom. Dan komen we er de volgende les op terug.
Klaar? Zoek goede bronnen bij je argumenten.
Huiswerk schrijfplan afmaken (en opdrachten Reinaert!)


Slide 15 - Slide

Boekopdracht
- Boekpitch (volgende keer meer, opdracht in classroom)
- Kies een nieuw leesboek uit, probeer eens bb niv 1 of 2. Anders niveau C4. (Mediatheek)
- Heb je hulp nodig, laat het me weten!

Slide 16 - Slide

Lesdoelen behaald?
Weet je over welke stelling je je betoog gaat schrijven?
Kan je je schrijfplan invullen? Hoe ga je het aanpakken?

Huiswerk: schrijfplan af en ingeleverd. (Verbindende zinnen hoeven niet)

Slide 17 - Slide

Wat neem je mee van deze les?

Slide 18 - Open question