Teken een kaart op a3 papier.
Verwerk alle vier de onderdelen die op een kaart staat in je opdracht.
De onderdelen die op een kaart hoort te staan zijn:
Een bijpassende titel
Een kloppende legenda, waarbij gebruik is gemaakt van verschillende kleuren en minimaal 3 symbolen (2 symbolen voor 1hb1)
Windroos
De schaal.
Je geeft aan of dit en kleinschalige of grootschalige kaart is en benoemd waarom dit volgens jou het geval is.
Alleen voor 1hb2:
Meet de absolute afstand op je kaart en zoek daarna uit via de laptop wat de relatieve afstand is en geef deze afstanden weer op je kaart.
Je geeft aan wat voor schaalniveau de kaart heeft en waarom dit volgens jou het geval is.
Let op je maakt deze opdracht alleen