Klas 1BK1 - Lesweek 22 - Les 1

• Duits
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Achtung!

Je zit op je eigen plaats

Auf deinem Tisch liegen:

- das Buch

- das Heft

- das Etui / der Stift

Was macht ihr heute?

• Achtung! 

• Hausaufgaben kontrollieren 

• Sprechen

• Luistertoets oefenen

• Die Stunde beenden

Was lernst du heute?

Lernziele

• Je kunt anderen voorstellen.

• Je weet hoe de luistertoets van dinsdag 25 februari gaat.

Achtung!

- Dienstag 25. Februar -> luistertoets Duits tijdens de mentorles

2 fragmenten met vragen.

We luisteren ieder fragment 2 keer

Tijdens het luisteren beantwoord je de vragen. 

Hausaufgaben kontrollieren 

Nakijken met een andere kleur pen.

Ik vraag kris / kras door de klas.

Floor -> antwoordenboekje

Zorg ervoor dat je de foute antwoorden verbeterd.

Zet een krul bij de goede antwoorden.

Dat vinden je hersenen fijn.

die Hausaufgaben

KT Buch	TH Buch
Lernen S. 64 -> Lernliste N-D S. 66 -> haben + sein Machen: Seite 51 -> Aufgabe 26	Lernen S. 64 -> Lernliste N-D S. 65 -> sein und haben Machen: Seite 49 -> Aufgabe 21 + 24

die Hausaufgaben

Aufgabe 21	Aufgabe 22
1. Seid ihr 2. wir sind 3. bist du 4. Ich bin 5. Meine Großeltern sind 6. sind Sie	1. Hast du 2. Ich habe 3. Habt ihr 4. Max hat 5. Sie haen 6. Wir haben

Sprechen Teil 2

- Seite 54 -> Sprachmittel

- Sprachmittel hören und mitlesen

- Nachsprechen

Sprechen Teil 2

Vorige week hebben we blokje 1 tm 3 gedaan

Schrijf eerst de Duitse zin in je schrift (netjes)

Schrijf daaronder (of ernaast) de Nederlandse vertaling.

Hörtest (1 tekst)

Wat ga je doen?

Lees de vragen van tekst 1.

Je luistert tekst 1 voor de eerste keer.

Weet je het antwoord?  Noteren op je toetsblad.

Je luistert tekst 1 voor de tweede keer.

Noteer nu je definitieve antwoord.

haben

ik heb
jij hebt
hij / Max heeft
zij / Ilse heeft
het / het kind heeft
wij hebben
jullie hebben
zij hebben
u heeft

1. Zoek je "Bruder / Schwester"

2. Kom bij mij een envelop ophalen met daarin het werkwoord haben en alle persoonlijke voornaamwoorden.

3. Zoek de juiste vormen bij elkaar 

(bijvoorbeeld: ich - habe)

4. Ben je klaar? Roep dan "Fertig!"

5. Heb je het goed -> Snoepje.

6. Niet goed? 3x opdrukken en opnieuw proberen.

 Niet 

die Hausaufgaben

BK Buch	KT Buch
Lernen S. 64 -> Lernliste N-D S. 66 -> haben + sein Machen: Aufgabenblatt	Lernen S. 64 -> Lernliste N-D S. 65 -> sein und haben Machen: Aufgabenblatt

Schöne Ferien