Les 1: begin periode

¡Bienvenidos!
Mevrouw de Cuba
1 / 44
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

¡Bienvenidos!
Mevrouw de Cuba

Slide 1 - Slide

5 min - Período 1

Materiaal:
- Paso Adelante, noordhof
- Extra materiaal voor o.a. praktische opdracht  (volgt nog!)
- Schrift, Mapje, Laptop  

Toetsen: 
- Praktische opdracht: Kennismaking poster
- SO: VOC vakantie
            het bepaald en onbepaald lidwoord 
             kleuren 
             Getallen 1-20 







Toetsweek: PA hoofdstuk 1
VOC vakantie helemaal 
Frases clave 
Het bepaald en onbepaald lidwoord 
Grammatica ‘ser’
Meervoud van zelfstandige woorden 
landennamen / nationaliteiten 

Slide 2 - Slide

Programa
  • Quiz
  • Getallen 
  • Kleuren
  • Pauze 
  • Noordhoff


Slide 3 - Slide

Hoe groet je iemand in het Spaans?
A
Bon dia
B
Buenos dias
C
bon giorno
D
Buenos hola

Slide 4 - Quiz

Hoe zeg je goedendag?
A
Buenos dias
B
Bonjour
C
Bom dia

Slide 5 - Quiz

Welk gebergte scheidt Spanje van Frankrijk?
A
de Alpen
B
de Ardennen
C
de Mount Everest
D
de Pyreneeën

Slide 6 - Quiz

Wat is de hoofdstad van Spanje?
A
Barcelona
B
Madrid
C
Sevilla
D
Valencia

Slide 7 - Quiz

Spanje heeft een.....
A
dicatator (het is een dictatuur)
B
keizer (het is een keizerrijk)
C
koning (het is een koninkrijk)
D
president (het is een republiek)

Slide 8 - Quiz

Als je gazpacho bestelt, dan krijg je.....
A
aardappelkroketjes
B
een soort carpaccio
C
koude tomatensoep
D
worstjes

Slide 9 - Quiz

Welke voetbalclubs zijn allemaal Spaans?
A
AC Milan, Juventus, AS Roma
B
Real Madrid, FC Barcelona, Valencia CF
C
Atlético Madrid, FC Barcelona, Juventus
D
FC Barcelona, AC Milan, Real Madrid

Slide 10 - Quiz

Hoeveel inwoners heeft Spanje ongeveer?
A
17 miljoen
B
47 miljoen
C
60 miljoen
D
83 miljoen

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

De getallen

  • klik HIER voor een oefening met telefoonnummers
  • klik HIER voor een memoriespelletje met de getallen

Slide 14 - Slide


A
cuatro
B
seis
C
nueve
D
cinco

Slide 15 - Quiz

diecisiete
A
16
B
19
C
13
D
17

Slide 16 - Quiz

Wat is het getal 9?
A
diez
B
siete
C
nueve
D
ocho

Slide 17 - Quiz

Hoe tel je in het Spaans?
A
uno, due, tre
B
uno, dos, tres
C
un, deux, trois

Slide 18 - Quiz

5+5=
A
diez
B
dos
C
cinco
D
tres

Slide 19 - Quiz

18-4=
A
ocho
B
cuatro
C
catorce
D
dieciocho

Slide 20 - Quiz

15-3=
A
dos
B
doce
C
veinte
D
quince

Slide 21 - Quiz

13+7=
A
trece
B
siete
C
veinte
D
doce

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Video

Weet je 3 nog in het Spaans?
drie =

Slide 24 - Open question

Sleep de Spaanse woorden naar de juiste kleuren.
amarillo
azul
negro
gris
rojo
verde
blanco
naranja
rosa
marrón

Slide 25 - Drag question

Hacer en noordhoff.. 
                                    1. Vacaciones en la playa: 
  • Orientación
  • A escuchar  
  • B escuchar 
  • C leer 

Vidar: Tarea hoofdstuk 2 en Hoofdstuk 3 t/m C

Slide 26 - Slide

¿Preguntas?     Vragen?

Slide 27 - Slide

LIDWOORDEN 

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

¡Practicar!

Slide 30 - Slide

Bepaalde lidwoorden

Slide 31 - Slide

Mannelijke en vrouwelijke zelfstandig naamwoorden?
Hoe herken je die in het Spaans?
Mannelijke zelfstandig 
naamwoorden eindigen op:
 -O: zoals EL libro (het boek), EL niño  (de jongen), EL cuaderno (het schrift)
 -L: zoals EL hotel (het hotel), EL árbol (de boom) 
 -AJE: zoals EL equipaje (de bagage), EL garaje (de garage)
 -OR: zoals EL amor (de liefde) EL vendedor (de verkoper)


Vrouwelijke zelfstandig naamwoorden eindigen op:
-A: zoals LA casa (het huis), LA niña 
(het meisje) LA bicicleta (de fiets)
-SIÓN: LA decisión (de beslissing) 
-CIÓN: LA estación (het station) 
-DAD: LA edad (de leeftijd) LA verdad (de waarheid)
-TAD: LA libertad (de vrijheid),
 -ED: LA pared (de muur)


Slide 32 - Slide

Woorden zoals Verdad, estación, chica zijn...
A
mannelijk en hebben het lidwoord el / un
B
vrouwelijk en het het lidwoord la / una

Slide 33 - Quiz

zelfstandige naamwoorden die eindigen op een -o- zijn over het algemeen:
A
mannelijk en hebben het lidwoord el/un
B
vrouwelijk en hebben het lidwoord la /una

Slide 34 - Quiz

Kies het juiste lidwoord:
... ventana
A
la
B
el
C
los
D
las

Slide 35 - Quiz

Vul het juiste bepaalde lidwoord in:

[...] cuaderno.
A
el
B
un
C
la
D
los

Slide 36 - Quiz

Onbepaalde lidwoorden

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Mannelijke en vrouwelijke zelfstandig naamwoorden?
Hoe maak je daar meervoud van in het Spaans?
1. We beginnen bij de lidwoorden die we voor meervoud gebruiken:
Dat wordt LOS of LAS als het om een bepaald lidwoord gaat.
Gaat het om een onbepaald lidwoord gebruiken we UNOS of UNAS.

2. Dan maken we van een zelfstandig nw in enkelvoud, meervoud:
 vb: EL NIÑO wordt in het meervoud LOS NIÑOS
       LA NIÑA wordt in het meervoud LAS NIÑA...
 
en: EL TREN wordt in het meervoud LOS TRENES
      LA REACCIÓN wordt in het meervoud LAS REACCION..

Weet jij nu wat de regel is om zelfst. naamwoorden in meervoud te zetten? 


Slide 39 - Slide

maak meervoud:
un libro

Slide 40 - Open question

maak meervoud:
el hotel

Slide 41 - Open question

Pauze!
timer
10:00

Slide 42 - Slide

A trabajar...
Noordhoff : D Gramática y G el diccionario. 

Slide 43 - Slide

FIN DE LA CLASE 

Slide 44 - Slide