Les 6 3.3 Kunst in de nieuwe wereld

Kunst in de nieuwe wereld 
1 / 40
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Kunst in de nieuwe wereld 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze week...

  • ken je de begrippen perspectief,  homo universalis en realistisch.

  • kun je voorbeelden noemen van veranderingen in de bouwkunst, de schilderkunst en de literatuur in de renaissance.

  • kun je uitleggen hoe de kunst in de 15e eeuw een minder kerkelijk karakter krijgt.

  • kun je beoordelen of een (kunst)werk beter past bij de tijd van renaissance of van de middeleeuwen.

Slide 2 - Slide

Wat is ook al weer de renaissance?

Slide 3 - Open question

Waar ontstond de renaissance?
A
Leuven
B
Parijs
C
Rome
D
Florence

Slide 4 - Quiz

Waarom leidde de hoge welvaart tot de verspreiding van de renaissance?

Slide 5 - Open question

Renaissance verspreidt zich
De ideeën van de renaissnace ontstonden in Florence (Noord-Italië), maar verspreiden zich snel over de rest van Europa. Vanuit de Noord-Italiaanse steden werd veel gehandeld met steden in Vlaanderen en Zuid-Duitsland en de handelaren namen de nieuwe ideeën mee. 

Slide 6 - Slide

De rode steden in Italië zijn de plaatsen waar de renaissance zich ontwikkelde. Op deze kaart kun je zien dat de ideeën zich door onder andere handelaren verspreidden door Europa. De oranje vlekken zijn gebieden waar de nieuwe ideeën populair waren

Slide 7 - Slide

Kunst in de middeleeuwen
In de middeleeuwen was de Kerk de grote opdrachtgever voor nieuwe kunstwerken:
  • Kerkgebouwen
  • Beelden van heiligen
  • Schilderijen voor in de Kerk. 

Het onderwerp van die kunstwerken was altijd religieus; bijbelverhalen, heiligen enzovoort. 

De kunstwerken werden gemaakt voor het gewone volk, de kunstenaar was niet belangrijk.

Slide 8 - Slide

Middeleeuwse kunst
Het tafreel hiernaast is onderdeel van een groter schilderij.

Hier afgebeeld: de aartsengel die Maria vertelt dat ze zwanger is van God (want Jezus zit in haar buik).

Slide 9 - Slide

Het laatste avondmaal, waarbij Jezus voor de laatste keer samen met zijn apostelen eet. 
Het perspectief klopt niet en de apostelen zijn geen realistische mensen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Beelden
  • Beeldhouwkunst aan de buitenkant van een kerk.
     
  • Een mens wordt aangevallen door duivelse wezens.

  • Veel symboliek en weinig realisme. 

Slide 12 - Slide

Kunst in de renaissance 
  • Niet alleen de Kerk, maar ook rijke burgers gingen kunst bestellen. 

  • Zij wilden natuurlijk niet alleen maar schilderijen van Jezus en Maria...

  • Ze wilden portretten, maar ook schilderijen en beelden met Romeinse en Griekse (klassieke) onderwerpen en van zichzelf.

Slide 13 - Slide

Kenmerken van de Renaissance-kunst (1)
  • Wedergeboorte van de Griekse- en Romeinse kunst/cultuur.

  • Realistisch, dus de kunst laat zien zoals iets in werkelijkheid is.

  • Met veel details en de kunstenaars lieten hun gevoel zien.

  • Met perspectief (weergeven van diepte).

Slide 14 - Slide

Kenmerken van de Renaissance-kunst (2)

  • Thema’s: Griekse/Romeinse mythen, maar ook Bijbelse verhalen

  • Naakt

  • Observeren, dan pas schilderen
mythen zijn verhalen over de Griekse en Romeinse goden

Slide 15 - Slide

Het orgineel:
rond 120 na Chr.
De kopie:
rond 1580 na Chr.
Pantheon , Rome
Van oorsprong een Romeinse tempel met zuilen en een tympaan (=driehoek boven de zuilen)
Villa voor rijke Italianen, die er uit ziet als een Romeinse tempel

Slide 16 - Slide

De geboorte van Venus
  • Venus was de Romeinse godin van de liefde en de schoonheid. 
  • Ze wordt geboren uit de zee en wordt hier naar land geblazen (terwijl ze op een schelp staat) door windgoden. 

  • Typisch voor de renaissance kunst.

Slide 17 - Slide

De ideale stad met klassieke gebouwen in perspectief getekend.

Slide 18 - Slide

Het laatste avondmaal, waarbij Jezus voor de laatste keer samen met zijn apostelen eet. 
Het perspectief klopt niet en de apostelen zijn geen realistische mensen

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

De perfecte kunstenaars
  • De belangrijkste renaissance kunstenaars zoals Michelangelo en Da Vinci waren zogenaamde homo universalis.

  • Ideale mensen die al hun talenten ontwikkelden en dat waren er best veel (alleskunners). 

Slide 21 - Slide

0

Slide 22 - Video

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Literatuur in de renaissance
  • Er werd niet alleen meer naar de Bijbel en oude christelijke geschriften gekeken.

  • Meer onderwerpen en de beleving van de mens centraal.

  • Een bekende schrijver is Dante. Hij combineert de Bijbel met de Klassieke Oudheid in zijn beschrijving van een reis van de hel naar de hemel. 
Een van de bekendste kunstenaars was Andrea Boticelli. Hij schilderde inferno (een beeld van de hel) gebasseerd op Dantes boek De goddelijke komedie. Misschien ken je dit werk wel van het boek van Dan Brown, Inferno (ook verfilmd). 

Slide 30 - Slide

Kunst werd rond 1200 vooral gemaakt in opdracht van
A
de Kerk
B
rijke burger

Slide 31 - Quiz

De Kerk gaf vooral opdracht tot het maken van...
A
portretten van belangrijke personages.
B
afbeeldingen van Jezus en zijn leven.
C
Bijbelse landschappen.
D
afbeeldingen van het dagelijksleven.

Slide 32 - Quiz

Noem drie kenmerken van renaissance kunst.

Slide 33 - Open question

middeleeuwen
renaissance

Slide 34 - Drag question

Noem zoveel mogelijk talenten waarover Da Vinci beschikte

Slide 35 - Open question

Leerdoelen
Aan het eind van deze week...

  • ken je de begrippen perspectief,  homo universalis en realistisch.

  • kun je voorbeelden noemen van veranderingen in de bouwkunst, de schilderkunst en de literatuur in de renaissance.

  • kun je uitleggen hoe de kunst in de 15e eeuw een minder kerkelijk karakter krijgt.

  • kun je beoordelen of een (kunst)werk beter past bij de tijd van renaissance of van de middeleeuwen.

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Link

Aan de slag
3.3: kunst in de nieuwe wereld. 
Maak: Opdracht 1 tot en met 7. 

Slide 38 - Slide

Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 39 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 40 - Open question