Con Gusto 2 nuevo, 6a semana,1a clase

Programa
Con Gusto 2 nuevo, 6a semana , 1a clase
1 / 21
next
Slide 1: Slide
SpaansHBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Programa
Con Gusto 2 nuevo, 6a semana , 1a clase

Slide 1 - Slide

Dit was het plan maar het wordt......

Slide 2 - Slide

Programa:
Repaso:
-llamar por teléfono
-ir de excursión

Programa nuevo:
- Los pulmones de la    
  ciudad
- la Navidad

Slide 3 - Slide

No contesta
Un momento, por favor
¿De parte de quién?
¿Desea dejar un mensaje?
¿Me puede poner con el señor Ramos?
¿Puedo hablar con el señor Ramos?
Hij/zij neemt niet op/antwoordt niet
Een ogenblikje a.u.b.
Met wie spreek ik?
Wilt u een boodschap achterlaten?
Kan ik de heer Ramos spreken?
Kunt  mij doorverbinden met de heer Ramos?

Slide 4 - Drag question

Está comunicando
Perdone, me he equivocado de número.
El señor Ramos no está.
Por favor, dígale que he llamado.
¡Dígame!
ahora mismo le paso
Zeg hem/haar dat ik gebeld heb.
Sorry, ik heb het verkeerde nummer gedraaid.
Hij/zij is in gesprek.
Zegt u het maar!
De heer Ramos is niet aanwezig.
ik verbind u door

Slide 5 - Drag question

¡ A practicar!
maak de opdrachten op de volgende slides

Slide 6 - Slide

Maak gebruik van bijvoeglijke naamwoorden
Gebruik 1 keer de  imperativo afirmativo en 1x de negativo
Geef informatie over vertrek/openingstijden, duur,  telefoonnummer, website . 
voorbeeld:         
2. Vraag elkaar vervolgens info en reserveer m.b.v. opdr. 4 p.65
1. Maak in groepjes een flyer voor een excursie naar een   
   toeristische bestemming in Nederland, klik voor kerstmuziek        onder het werk

Slide 7 - Slide

lee la 1a llamada telefónica y completa la 2a

Slide 8 - Slide

 Los pulmones de la ciudad opdr.9 p. 68
lees de tekst en beantwoord onderstaande vragen
¿Hay parques en tu ciudad? ¿Te gusta ir al parque?


 ¿



¿ Tiene éxito, el concepto de los huertos urbanos?
¿ El huerto de Elvira ya existe muchos años?
¿ Cuál era la función antes?
¿ Qué productos se cultivan en el huerto?
¿ Cuál es la ventaja para los niños?

Slide 9 - Slide

10.a ¿Qué están haciendo estas personas?

-Schrijf zoveel mogelijk dingen op die je kunt doen in een park 


-Kies één persoon uit het park en maak een zin met de gerundio .....

Slide 10 - Slide

 opdr. 11a p. 69

- escucha y lee las conversaciones .
38
39
40
41
 - subraya las palabras que indican posesión
 -¿ Recuerdas los pronombres posesivos?
mi/s;tu/s, su/s, nuestro/a/os/as, vuestro/a/os/as,su/s

Slide 11 - Slide

opdr.11a De beklemtoonde bezittelijke voornaamwoorden
richten zich in geslacht en getal naar het zelfst.nw
enkelv. man.
vrouwelijk
meerv. man.
vrouwelijk
yo
el mío
la mía
los míos
las mías 
el tuyo
la tuya
los tuyos
las tuyas
él/ella/
usted
el suyo
la suya
los suyos
las suyas
nosotros/
nosotras
el nuestro
la nuestra
los nuestros
las nuestras
vosotros/
vosotras
el vuestro
la vuestra
los vuestros
las vuestras
ellos/-as
ustedes
el suyo
la suya
los suyos
las suyas

Slide 12 - Slide

met ser en zonder lidwoord: geeft bezitter aan (van wie is het?)
Om een al genoemd zelfst.nw niet te herhalen, wordt beklemtoonde
bezittelijk vnw gebruikt met het bepaald lidwoord ( die van mij/jou etc.)
dit bezittelijk vnw kun je ook achter een zelfst.nw zetten: het betekent dan : een/een paar van...
María es una amiga mía
unos hermanos míos
X¿Ese chico es tu hermano?
0 No, el mío está en la escuela....
x ¿De quién es este libro?
0 Es mío
maak opdr.11c tb 

Slide 13 - Slide

¡ A practicar!
maak de opdrachten met de pronombre posesivos  op de volgende slide
en opdr. 11 en 12 wb U 7

klik hier voor arbeidsvitamine

Slide 14 - Slide

Vul het juiste beklemtoonde bezittelijke voornaamwoord in....

Slide 15 - Slide

Vul het juiste beklemtoonde bezittelijke voornaamwoord in....
los suyos
el vuestro
la suya
el tuyo
las mías

Slide 16 - Slide

¿ Recuerdas?
opdr. 11d p. 68 De aanwijzende voornaamwoorden: 
Dichtbij de spreker (aquí)
Verder weg
( ahí)
Ver weg
(allí)
Este banco
Ese banco
Aquel banco
Esta fuente
Esa fuente
Aquella fuente
Estos árboles
Esos árboles
Aquellos árboles
Estas flores
Esas flores
Aquellas flores

Slide 17 - Slide


Gebruik de árbol navideño om je medestudenten het beste te wensen voor 2022!!!

- 5x  Usted vorm imperativo
- 5x   tú vorm

Slide 18 - Slide

1. ¿Clara tiene un trabajo fijo?
2. ¿ Qué significa "la tabla de tres"?
3. ¿ Tú tienes un plato estrella?
4. ¿ Clara empieza en el restaurante   
    como cocinera?
5. ¿ Qué ha hecho antes del trabajo en        el restaurante?

y ¿el tema?

Slide 19 - Slide

¡ A practicar con el vocabulario de Navidad!
m.b.v. documenten

Slide 20 - Slide

Deberes para mañana:
opdr. 9 t/m 24 wb
Reglas y Sistemas van U7


Slide 21 - Slide