Zorgtheorie 4; Bedgevaren 2 en functies van de huid.

Zorgtechnisch handelen les 4
1 / 33
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Zorgtechnisch handelen les 4

Slide 1 - Slide

Inhoud
*Bedgevaren 2

*Functies van de huid


Slide 2 - Slide

Welkom
Welkom bij LessonUP en bij deze les. 
Dit is les 4 van de reeks theorie lessen zorg technisch handelen

Deze lessen zijn voorbereiding op de fysieke les later op de lesdag.
Daarnaast kan je deze lessen goed gebruiken bij het leren van de toets. 
 

Slide 3 - Slide

Deze lessen doorloop je zelfstandig. Je vindt hier theorie en uitleg. Ook zijn er vragen en kleine opdrachten in de les verwerkt. Aan het einde van de les zie je terug welke opdrachten uit BOOM bij dit onderwerp horen.
Heb je nog vragen? Neem deze mee naar de les met de docent.
Deze lessen doorloop je zelfstandig. 
Je vindt hier theorie en uitleg. Ook zijn er vragen en kleine opdrachten in de les verwerkt. 

Aan het einde van de les zie je terug welke opdrachten uit BOOM bij dit onderwerp horen.
 
Heb je nog vragen? Neem deze mee naar de les met de docent.

Slide 4 - Slide

Inhoud van de les
* Bedgevaren
- Trombose
-Longonsteking
-Decubitus 

*Functies van de huid

Slide 5 - Slide

Bedgevaren

Slide 6 - Slide

Trombose
Ons systeem van bloedstolling is bedoeld om bloedverlies bij verwondingen te voorkomen.

 Als het systeem in werking treedt zonder dat sprake is van een bloeding, dan ontstaat in het bloedvat een bloedstolsel. Dit bloedstolsel noemen we trombose. Trombose heeft tot gevolg dat het bloedvat (een ader of een slagader) ter plaatse, of verderop in de bloedsomloop, geheel of ten dele wordt afgesloten. 

Trombose ontstaat dus doordat op het verkeerde moment en op de verkeerde plaats bloedstolling plaatsvindt.

Slide 7 - Slide

Ben of ken je iemand met trombose?
vertel eens over je ervaring

Slide 8 - Open question

Arteriële trombose: 

Trombose in je slagader. Dit kan leiden tot een hartinfarct of een herseninfarct. Bij arteriële trombose is aderverkalking erg belangrijk. Aderverkalking vindt plaats door beschadiging van de vaatwand. Als de aderverkalking zo ver is dat het bloedvat bijna gesloten is, dan kan hier een stolsel groeien.
Veneuze trombose:

In dit geval bevindt de trombose zich in je aderen. Hierdoor kun je een trombosebeen of een longembolie krijgen.

Slide 9 - Slide

Oorzaak arteriële trombose

Je hebt een verhoogd risico op arteriële trombose, als je:
  • Aderverkalking hebt
  • Rookt
  • Een te hoog cholesterol hebt
  • Een te hoge bleoddrukt hebt
  • Diabetes hebt
  • Erfelijke aanleg hebt voor trombose
 
Oorzaak veneuze trombose


Je hebt een verhoogd risico op veneuze trombose, als je:
  • Een operatie hebt ondergaan: vooral operaties waarbij je heup of knie worden vervangen.
  • Langdurige bedrust houdt.
  • Een ongeval hebt gehad.
  • Kanker hebt of gehad hebt
  • Zwanger bent of zojuist bevallen.
  • Erfelijke aanleg voor trombose hebt.
  • De anticonceptiepil gebruikt.
  • Vaak vliegt.

Slide 10 - Slide

Wat kan je doen om trombose te voorkomen bij cliënten die lang in bed liggen?

Slide 11 - Open question

Longontsteking
De oorzaak van een longontsteking is een bacterie, een virus of een combinatie daarvan.
In de meeste gevallen is een bacterie de oorzaak van een longontsteking. Maar ook een virus, schimmel of parasiet kan de boosdoener zijn. De precieze oorzaak is vaak niet te achterhalen.

Slide 12 - Slide

De bacterie komt je lichaam binnen als je inademt.

Als je afweer minder goed werkt, kan deze zorgen voor een ontsteking van je longblaasjes en het weefsel eromheen. Dat noemen we een longontsteking.

Slide 13 - Slide

Heb jij wel eens een longontsteking gehad?
JA
NEE

Slide 14 - Poll

Aanmaken van slijm
Het lichaam wil de bacterie of het virus opruimen en reageert hierop met een ontsteking. Hierdoor kan slijm in de longen ontstaan. 
Dit slijm zorgt ervoor dat zuurstof moeilijker in het bloed wordt opgenomen. Het slijm en de irritatie in de longen zorgen ervoor dat je gaat hoesten. Dat hoesten is goed, want zo verdwijnt de bacterie of het virus uit het lichaam. Maar het is wel vervelend. 

Meestal zit de ontsteking in een deel van een long.


Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Waarom is longontsteking dan een bedgevaar?

Slide 17 - Open question

Wat kan je doen om een longontsteking te voorkomen?

Slide 18 - Mind map

Een longontsteking voorkomen..
  • Eet gezond, beweeg (ja, ook in bed of kom er uit) en zorg voor frisse buitenlucht
  • Stop met roken.
  • Haal minstens 5 keer per uur diep adem en zucht diep door.
  • Probeer het hoesten niet te onderdrukken en spuug het slijm uit.
  • Breng het hoofdeinde van het bed omhoog.

Slide 19 - Slide

Wat is geen symptoom van een longontsteking?

A
Keelpijn
B
Koorts
C
Benauwd
D
Spierpijn

Slide 20 - Quiz

Noem 2 behandelingen van een longontsteking

Slide 21 - Open question

Therapie
Zuurstoftherapie: Om zuurstof in het bloed te houden

Oefeningen in bed om te beweging (bloedsomloop) te bevorderen.

Slide 22 - Slide

Decubitus 

Slide 23 - Slide

Voeding
Voedsel om te eten:
Verhoog de vochtinname; soepen op basis van bouillon bieden verlichting van symptomen
Neem veel fruit en groenten
Consumeer magere eiwitten zoals kip
Te vermijden voedingsmiddelen:
Geraffineerd zetmeel en geraffineerde suiker; gepasteuriseerde melk en zuivelprodukten

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Functies van de huid

Slide 26 - Slide

Wat is GEEN functie van de huid
A
Bescherming
B
Stofwisseling
C
Ademen
D
Dit zijn alle 3 functies van de huid.

Slide 27 - Quiz

Functies van de huid
Bescherming

Thermoregulatie

Zintuig/ tast

Stofwisseling

Bescherming
De huid is de eerste fysieke barrière tegen vele ziekteverwekkers. Op je huid zijn veel goede bacteriën aanwezig die verhinderen dat ziekteverwekkers zich kunnen binden aan de huid. De huid scheidt ook antimicrobiële peptiden uit. Dit zijn stoffen die de ziekteverwekkers proberen onschadelijk te maken. In de opperhuid en de lederhuid bevinden zich ook immuuncellen om direct de ziekteverwekkers te bestrijden, die het lukt om langs de eerste sublagen van de opperhuid te dringen.
Thermoregulatie
De huid is heel belangrijk in het omgaan met temperatuursveranderingen. In de lederhuid bevinden zich zweetklieren en wanneer je het warm krijgt moet je deze warmte kwijtraken. Je raakt deze warmte kwijt door te gaan zweten. Het zweet blijft op je huid liggen, wat ook leidt tot verkoeling. Als je het koud krijgt trekken de spieren in je bloedvaten samen, zodat er minder bloed doorheen stroomt en er minder energie verloren gaat. Daarnaast gaan je haartjes in de huid ook overeind staan en krijg je kippenvel, waardoor je meer warmte kunt vasthouden.
Zintuig
In de lederhuid liggen veel tastzenuwen. Je kunt hierdoor verschillende sensaties voelen zoals druk, warmte, kou of pijn.
Stofwisseling
Zonnestralen op je huid zorgen ervoor dat er een chemische reactie plaatsvindt waardoor vitamine D3 wordt gemaakt. Hierna wordt het vitamine D3 getransporteerd naar de lever om daar in zijn actieve vorm te worden omgezet. Daarnaast wordt ook veel vet opgeslagen in het onderhuids bindweefsel om dit later om te kunnen zetten in energie.

Slide 28 - Slide

Bouw van de huid
De huid bestaat uit drie hoofdlagen:
 

  1. Opperhuid
  2. Lederhuid
  3. Onderhuids bindweefsel

Slide 29 - Slide

Weet je ook waarom we drie huidlagen hebben en wat deze huidlagen doen? 

Test jezelf en maak de sleepvraag op de volgende dia. 

Slide 30 - Slide

Opperhuid
Lederhuid
Onderhuids bindweefsel
Bestaat uit bindweefsel en bevat ook aftakkingen van bloedvaten, zenuwen, talgklieren, lymfevaten, zweetklieren en haarfollikels.
Blijft zichzelf vernieuwen en beschermt de onderliggende huiden. 
Is de diepste huidlaag en bestaat voornamelijk uit vet en grotere bloedvaten.


Slide 31 - Drag question

Einde van deze les
Dit is het einde van deze les. 
Je kan nu de verwerkingsopdrachten maken in BOOM digitaal. 

Kijk hiervoor op de volgende dia. 

Slide 32 - Slide

Opdrachten
Boek: methodisch begeleiden

Thema 14:
*Opdracht 11

Slide 33 - Slide