Villangues

Villangues 
1 / 52
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 3,4

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Villangues 

Slide 1 - Slide

Villangues
een taalstad in België (Namur = Namen) 
  •  Er worden groepen van drie gevormd. 
  • Ieder groepje krijgt een plattegrond en een tijdsplanning.
  •  Je loopt door de stad en steeds kom je in andere situatie ( totaal 4  situaties). We noemen dat de carrousel. In deze situaties spreek je Frans. 
  • De carrousel duurt iets langer dan drie uur.
  • Daarnaast voeren jullie nog andere taalopdrachten uit. 
  •  Elke opdracht duurt een kwartier.
  • De beoordeling komt in jullie paspoort.

Slide 2 - Slide

Vier situaties 
  1. Cafégesprek :  over het eigen leventje, school, familie en vrienden.
  2.  Interview : met vragen naar keuze, jullie krijgen dezelfde vraag teruggespeeld!
  3.  Gesprek met een reiziger : over de reis, de stad en het land.
  4.  Toerisme: jullie hebben vooraf een brochure over een stad naar keuze gemaakt en beantwoorden ter plekke vragen daarover.
  5.  Broodje kopen bij de bakker  en ansichtkaart met postzegel.
  6. Mission Impossible, tien uitdagende opdrachten die wat ‘taal lef vragen"

Slide 3 - Slide

Planning 
  • Week 6:  café gesprek en interview.
  • Week  7: gesprek met een  reiziger en toerisme ( brochure maken).
  • Week 8: voorjaarsvakantie.
  • week 9: broodje kopen bij de bakker en aanzicht kaart kopen +  Mission impossible + herhalen
  • Week 10: een les alles herhalen 
  • week 11: toets + 13 maart naar Namen

Slide 4 - Slide

oefenen
Je oefent met :
- oefenboekje 
- be.villangues.eu ( http://be.villangues.eu)

Toegangscode : Viveleslangues
- Bereid de gesprekken eerst schriftelijk voor en voer de gesprekken met elkaar om te oefenen : 2 oefenen met elkaar de 3 beoordeeld, daarna draai je de rollen weer om. 
- Je leert de gesprekken uit je hoofd!

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Les 1: situatie 1 voorbereiden 
1. Situatie 1 in een café : je wilt iets drinken en gaat een café binnen. Je raakt in gesprek met een jonge man/ vrouw die daar zit. Je stelt je voor en praat over je dagelijks leven: school, familie, hobby's , vrienden...etc ( boekje page 40)
samen oefenen met gesprek 1 (vragen / antwoorden)

Slide 7 - Slide

Groepen maken
- Je mag in groepen van drie bij elkaar zitten: jullie kunnen met elkaar overleggen om de gesprekken eerst schriftelijk voor te bereiden en daarna uitvoeren.
- Iedereen schrijft eigen notities in eigen schrift.
- Als ik zie dat de groepen niet goed bezig zijn, dan maak ik zelf de indeling van de groepen. 

Slide 8 - Slide

Voorbeeld vragen die je kan krijgen :
Beantwoord de vragen in het Frans en oefen samen ( vraag / antwoord)
-jezelf voorstellen, familie , vrienden
  1. Présente -toi?  Comment tu t'appelles et tu as quel âge? tu habites où?
  2. Ton anniversaire c'est quand? 
  3. Parle moi de ta famille : tes parents, tes frères / soeurs , ils ont quel âge?
  4.  Il est comment ton frère / soeur?
  5. Qu'est- ce que tu fais avec tes amis (es) après l'école? (tv- programma's of computer ..etc.
  6. qu'est- ce que ton père fait comme métier? 
School: 
7.  Tu es en quelle classe?
8. Comment s'appelle ton collège? 
. Comment est- ce que tu vas au collège ? En vélo ou à pied? 
9. Qu'est- ce que tu aimes comme matière? Pourquoi?
10. Qu'est- ce que tu n'aimes pas comme matière et Pourquoi?
11. Qu'est- ce que tu aimes faire plus tard /later 
12.   Quelles sont les matières nécessaires pour faire ce métier?
13. Tu es fort(e) en quelle matière?

Slide 9 - Slide

Hobby's / vrije tijd: 

1. Et en dehors de l'école, tu fais un sport?
10. Tu t'entraînes combien de fois à la semaine?
11. Tu aimes la musique?
12. Tu joues d'un instrument? 
14. 

 
Thuis:
1. parle -moi de ta maison ( grande / petite. combien de chambres...etc: )
2. Parle-moi de ta chambre.
(groot, klein, mooi, wat heb jij allemaal in je kamer)

Slide 10 - Slide

Situatie 4: een interview houden
Dit kun je thuis voorbereiden. Je mag vragen wat je wilt, maar er is één heel belangrijke voorwaarde: op elk antwoord dat je krijgt moet je ingaan en er op doorvragen.
Je mag dus niet alleen maar je vragen stellen en de antwoorden opschrijven. Het interview moet vijf minuten per persoon duren.

Slide 11 - Slide

Villangues 
Ga zitten volgens de groepje met wie je ook in Namen gaat lopen.  
Ipad in de tas, boekje + schrift op tafel

Slide 12 - Slide

Instructies 
-Je gaat in de klas en thuis de opdrachten van Villangues voorbereiden.
- In Elke les gaan we met een onderdeel aan de slag, je maakt een deel op school maar ook veel thuis. 
- Het huiswerk wordt regelmatig gecontroleerd, doe je het niet op tijd , of verspeel je je tijd met kletsten ...dan betekent in je eigen vrije tijd huiswerk inhalen.

Slide 13 - Slide

Gesprek 1

- Je vertelt hoe je heet en waar je woont.
- Je zegt op welke school je zit en in welke klas;
- Je vertelt iets over je vrienden, die je op school (of daarbuiten) hebt;
- Vertel wat jullie doen na school (noem minstens 3 dingen zoals sport, winkelen, gamen);
- Vraag wat de ander doet in zijn/haar vrije tijd;
 - Zeg wat jij van die activiteiten vindt.

Slide 14 - Slide

Stel vragen en geef antwoorden:
- Vraag ( de ander) hoe die heet en waar die woont.
- Je vertelt hoe je heet en waar je woont

Slide 15 - Open question

- Vraag de ander in welke school die zit en in welke klas.
- Je zegt op welke school je zit en in welke klas .

Slide 16 - Open question

- Vraag of de ander vrienden heeft op school of buiten school.
- Je verteld iets over je vrienden die je op school hebt of daarbuiten.

Slide 17 - Open question

Vertel wat jullie doen na school (noem minstens 3 dingen zoals sport, winkelen, gamen);

Slide 18 - Open question

vraag wat de ander doet in zijn vrije tijd?

Slide 19 - Open question

Les devoirs
interview : stel de andere verschillende vragen die gaan over : naam, leeftijd, woonplaats, familie, vrij tijdbesteding, beroep van ouders , huisdieren, lievelingskleur, eten,,,etc

Slide 20 - Slide

Les devoirs
interview : stel de andere verschillende vragen die gaan over : naam, leeftijd, woonplaats, familie, vrij tijdbesteding, beroep van ouders , huisdieren, lievelingskleur, eten,,,etc

Slide 21 - Slide

Je gaat zitten volgens deze plattegrond

Slide 22 - Slide

Villangues 
Le programme d'aujourd'hui 14 février 
1. Hoe heb jij situatie 1 en 4 voorbereid, ken je het al uit je hoofd?
2. Situatie 3 voorbereiden en er mee oefenen

Slide 23 - Slide

Situatie 3: ontmoeting met een reiziger
 In het de stationshal, op het perron of bij de Metro-ingang ontmoet je een reiziger. Je voert daar een gesprek over wat de reiziger daar komt doen, waar hij vandaan komt, waar hij naartoe gaat en wat hij daar gaat doen. De reiziger zal ook graag van jou weten wat je komt doen, wat je dagelijkse ritten zijn, waar je graag in vakantie gaat of wat jouw droombestemming is.

Slide 24 - Slide

Tips
- Kijk naar de voorbeelden in de site be.villangues.eu .
- Je kan ook met de gesprekken mee lezen en mee oefenen.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Gesprek 1:

Begroet en vraag of je bij hem/haar mag zitten;
Vraag hoe het is om in België te wonen;
Vraag of hij/zij Nederlands spreekt en waarom wel/niet;
Vertel iets over je eigen woonplaats (noem minstens drie dingen);
Vraag waar hij/zij naartoe gaat;
Vertel wat je daar wel/niet al van weet.

Slide 27 - Slide

Gesprek 2

Begroet en vraag waar hij/zij naartoe gaat;
Vraag hoe hij/zij daar komt;
Zeg dat je zelf met de bus bent gekomen;
Vertel dat je thuis altijd met de fiets/bus/auto/trein/lopend/brommer naar school gaat;
Vertel hoeveel tijd dat kost;
Vertel hoe vroeg je moet opstaan.

Slide 28 - Slide

Gesprek 3

Begroet en vraag waar hij/zij woont;
Vraag of hij/zij dichtbij woont en of hij nog bij zijn/haar ouders woont;
Vertel iets over je eigen huis (groot/klein, eigen kamer, tuin, ligging buiten of in stad/dorp;
Vraag waar hij/zij naar toe gaat;
Vraag waarom dat het reisdoel is;
Vertel waarom je zelf hiernaartoe bent gekomen.

Slide 29 - Slide

Je gaat zitten volgens deze plattegrond

Slide 30 - Slide

Villangues 
Le programme d'aujourd'hui 15 février 
1. voer een gesprek met een reiziger ( situatie 3)
2. De toeristeninformatie , een brochure maken

Slide 31 - Slide

Villangues 
Situatie 2: bij de toeristeninformatie
Je maakt een brochure over een stad en daarover krijg je vragen. Je praat over de verschillen tussen deze stad en Namen of andere steden in België.

Slide 32 - Slide

Vragen bij toeristeninformatie: 

1. - Bonjour, quel est le -  monument le plus intéressant à ....?
2- Comment arriver à ....?
3-C'est ouvert à quelle heure?
- Ça coute combien?

1. Begroet de medewerker;
Informeer naar de belangrijkste bezienswaardigheden;
2. Kies er een uit en vraag naar de snelste manier om er te komen;
3. Vraag naar de openingstijden;

Slide 33 - Slide

Vragen bij gesprek 2 toeristeninformatie

 1. Est-ce qu'il y a des possiblités de faire du Kayak et du canoe? 
2. Est-ce qu'on peut aller à ..... en transport commun?
3- Comment je peux acheter un billet d'entrée? Et à quelle heure part le premier autobus?
- À quelle heure on peut faire du kayak?
1. Begroet de medewerker;
Informeer naar de mogelijkheid om te kajakken of kanoën;
2. Vraag of er mogelijkheden zijn om daar met het openbaar vervoer naar toe te gaan.
3.Vraag of ze je kunnen uitleggen hoe je aan een kaartje komt en hoe laat de eerstvolgende bus gaat;
Vraag wanneer je kunt kajakken;
Bedank en neem afscheid.

Slide 34 - Slide

Villangues 
Le programme d'aujourd'hui le 21 février
1. voer een gesprek : toeristeninformatie ( situation 2)
Gebruik je brochure ( alle informaties die voorbereid hebt over je stad om de vragen te beantwoorden)
2. Gesprek bij de bakker: situation 5

Slide 35 - Slide

Je komt bij de bakker en bestelt hier een broodje of iets anders lekkers.

Het gesprek gaat als volgt:
Je zoekt een broodje of iets lekkers uit dat je wilt kopen.
Je zegt dat tegen de winkelier.
Die zal waarschijnlijk iets aanwijzen. Dan zeg je dat je dat niet bedoelt maar dat je een andere wilt, links of rechts ervan, met of zonder chocolade/appel…
Vraag wat het kost.
Als je het niet meteen verstaat, vraag het dan nog een keer.
Betaal met gepast geld (vooraf dus veel wisselgeld meenemen!)

Slide 36 - Slide

Je komt bij de bakker en bestelt hier een broodje of iets anders lekkers.

Het gesprek gaat als volgt:
Je zoekt een broodje of iets lekkers uit dat je wilt kopen.
Je zegt dat tegen de winkelier.
Die zal waarschijnlijk iets aanwijzen. Dan zeg je dat je dat niet bedoelt maar dat je een andere wilt, links of rechts ervan, met of zonder chocolade/appel…
Vraag wat het kost.
Als je het niet meteen verstaat, vraag het dan nog een keer.
Betaal met gepast geld (vooraf dus veel wisselgeld meenemen!)

Slide 37 - Slide

Villangues 
Le programme d'aujourd'hui le 22 février
1. vandaag gaan we met de situaties oefenen. Het is de bedoeling dat jullie allemaal met elkaar in gesprek gaan. 
2. Iedereen is actief en doet mee met het gesprekken.
3. Jullie gaan steeds in drietallen : 2 zijn in gesprek , de derde houd de tijd bij, geeft opmerkingen....daarna rouleren

Slide 38 - Slide

Speak dating in het Frans
1. In elke groepje ga ik eerst een spelleider aanwijzen. Deze persoon geeft de onderwerpen/ situaties aan en houd de tijd in de gaten (maximaal 1 minuut per gespreksonderwerp).
2. Jullie gaan in tweetallen zitten : iemand uit de binnen kring tegenover iemand uit de buitenkring.
3. Als de spelleider het startsein geeft, groet je elkaar (Bonjour!) en gaan jullie met elkaar in gesprek over situatie 1 ( ontmoeting in het café). Luister naar de ander en stel wedervragen : je kan de vragen gebruiken die jij hebt bij situatie 4 ( interview) voorbereid.
4. Na 1 minuut klinkt het stopteken. Je bedankt je gesprekspartner (Merci!) en schuift een plek op. Nu sta je tegenover een nieuwe gesprekspartner.
5. Zodra het nieuwe startsein klinkt (en het nieuwe onderwerp / situatie bekend gemaakt is), beginnen jullie weer met de volgende gesprek. Wees niet bang om fouten te maken. Het gaat erom dat je gewoon doet….en dat je je gaat door met praten in het Frans.
6. Na ieder stopsein schuif je een plek door, zodat je steeds weer met een andere persoon in gesprek kunt gaan. Uiteindelijk gaan jullie alle 5 situaties uitvoeren, gesprekjes van 1 minuut.
7. Aan het eind van het spel evalueren jullie met de hele groep hoe het ging. Wat ging goed? Wat vond je moeilijk? Wat heb je geleerd?


Slide 39 - Slide

- Ronde 1:   ontmoeting in het café en interview ( situatie 1 en 4).
- Ronde 2:ontmoeting met een reiziger (situatie 3)
- Ronde 3: toeristeninformatie 
- Ronde 4: bij de bakker.

Slide 40 - Slide

Ontmoeting in het café 
Gesprek 1 ( vragen en antwoorden )
timer
1:00

Slide 41 - Slide

Ontmoeting in het café+ interview
Gesprek 2 ( vragen en antwoorden )
timer
1:00

Slide 42 - Slide

Ontmoeting in het café+ interview 
Gesprek 3 ( vragen en antwoorden )
timer
1:00

Slide 43 - Slide

Ontmoeting in het café + interview
Gesprek 4 ( vragen en antwoorden )
timer
1:00

Slide 44 - Slide

Interview houden
Stel vragen en geef antwoorden aan elkaar: denk aan de volgende onderwerpen:
- Naam, leeftijd, hobby's en vrije tijd, sport, familie, beroep ( wat wil je later wordt), beroep van je ouders, eten, school, hoe ga je naar school...etc 

timer
2:00

Slide 45 - Slide

Ontmoeting met een reiziger 
Gesprek 1 ( vragen en antwoorden )
timer
1:00

Slide 46 - Slide

Ontmoeting met een reiziger
Gesprek 2 ( vragen en antwoorden )
timer
2:00

Slide 47 - Slide

Ontmoeting met een reiziger 
Gesprek 3 ( vragen en antwoorden )
timer
1:00

Slide 48 - Slide

Bij de toeristeninformaties 
Gesprek 1 ( vragen en antwoorden )
timer
1:00

Slide 49 - Slide

Bij de toeristeninformaties 
Gesprek 2 ( vragen en antwoorden )
timer
1:00

Slide 50 - Slide

Bij de toeristeninformaties 
Gesprek 3 ( vragen en antwoorden )
timer
1:00

Slide 51 - Slide

Bij de bakker 
Gesprek 1 
timer
1:00

Slide 52 - Slide