Tijdvak 4

Geschiedenis klas 4
Steden en Staten
Opkomst van handel
Steden met stadsrecht
Strijd tussen kerk en staat
Kruistochten
Begin staatsvorming
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Geschiedenis klas 4
Steden en Staten
Opkomst van handel
Steden met stadsrecht
Strijd tussen kerk en staat
Kruistochten
Begin staatsvorming

Slide 1 - Slide

Vragen Jort
1. Wat is volgens Jort een agrarisch-urbane samenleving?
2. Noem de drie bestaansmiddelen na het jaar 1000.
3. Welke redenen geeft Jort voor het ontstaan van de agrarisch-urbane samenleving na het jaar 1000?
4. Welke gevolgen benoemd Jort waardoor er in het jaar 1000 weer steden ontstaan?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Tijdvak 4
Tweede helft middeleeuwen
Sprake van opbloei van steden, samenhangend met de heropleving van de handel, ambachten en een geldeconomie. 
Feodale stelsel maakt plaatst voor staten, met meer organisatie volgens Romeinse principes. 
Koningen worden minder afhankelijk van de adel en zetten een sterke centralisatie op. Daardoor gaan vorsten botsen met de kerk.

Slide 4 - Slide

Na 1000
Herleving handel over lange afstanden
Toenemend gevoel van veiligheid

Groei landbouwopbrengsten - door ontginnen en in cultuur maken gebieden - maakt landbouwgroei mogelijk. 

Slide 5 - Slide

Steden
Oude Romeinse steden bloeien weer op. Nieuwe steden ontstaan. 
Ambachtslieden vestigen in steden en specialiseren zich.
Steden werden (stapel)markten en knooppunten voor internationale handel. 
Om alles mogelijk te maken ontstaat weer een geldeconomie.

Slide 6 - Slide

Standensamenleving
Tv 3 - tv 4

Slide 7 - Slide

Steden
Steden vormden een eigen recht: stadsrecht
Stadsrechten gegeven op officieel document met zegel koning
Ontstaan: stedelijke republieken met zelfbesturende burgers
Zelfbestuur voor elite - aristocratie

Voordelen stedelingen & voordelen vorst/heer

Slide 8 - Slide

Aan de slag
Opdracht 1 t/m 7 blz.44

Slide 9 - Slide

Geschiedenis klas 4
Steden en Staten
Opkomst van handel
Steden met stadsrecht
Strijd tussen kerk en staat
Kruistochten
Begin staatsvorming

Slide 10 - Slide

Geloof
Voor 1000 is Europa bekeerd. De paus, met bisschoppen, kregen een steeds grotere machtspositie. 

Voor bekeringen had de kerk vorsten nodig.
Een machtsstrijd ontstond.


Slide 11 - Slide

Tweezwaardenleer
De paus vond zichzelf steeds belangrijker worden - tot de belangrijkste in Europa. Hij ging over het aardse en hemelse leven. 
Vorsten alleen over het aardse leven - ondergeschikt

Tweezwaardenleer: Geestelijke macht en wereldlijke macht

Slide 12 - Slide

Investituursstrijd
11e eeuw: investituursstrijd
Wie was de machtigste? paus of Duitse keizer?

Na 50 jaar compromis: de keizer bemoeid zich niet met kerkelijke zaken (zoals bisschoppen), en de paus niet met wereldlijke zaken. 

Scheiding tussen kerk en staat

Slide 13 - Slide

Uitbreiding
Europese macht staat na strijd vast. Europa is christelijk, daarbuiten (nog) niet. 

Noordoost-Europa: heidense gebieden veroveren
Iberisch schiereiland: verovering op Cordoba
Heilige land: kruistochten

Slide 14 - Slide

Kruistochten
Christelijke ridders probeerden het Midden-Oosten te veroveren op de Islam - Heilig Land.

Na 200 jaar weer terug in Islamitische handen. 

Negen kruistochten

Slide 15 - Slide

Huiswerk
Opdracht 8 t/m 13 (blz. 45)
Opdracht 2, 3, 7 (blz. 45) Bronnen blz. 46/47

Slide 16 - Slide

Onafhankelijkheid
Belastinggeld van steden - onafhankelijkheid vorsten van edelen. 
  • Huursoldaten i.p.v. adel.
  • Ambtenaren inhuren uit burgerij

Slide 17 - Slide

Steden en staten
Burgers werden concurrent adel en geestelijken. Alleenrecht op kennis hield op. 
Steden vormden een eigen centraal bestuur met moderne administratie. Veelal naar model van Romeinse republiek. 

De eerste nationale staten ontstaan - Frankrijk, Bourgondië.
Zoveel mogelijk losstaand van de adel

Slide 18 - Slide

Huiswerk
Opdracht 8 t/m 13 (blz. 45)
Opdracht 2, 3, 7 (blz. 45) Bronnen blz. 46/47
&
Opdracht 14 t/m 16 (blz. 45)
Opdracht 5, 6 en 9 (blz. 45/46)

Slide 19 - Slide