Discussie voeren

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Discussie voeren

Wat is een discussie?

- Een voorbereid gesprek tussen 4 tot 8 mensen met een duidelijk doel, waarbij de nadruk ligt op de interactie tussen de deelnemers.

- De discussie is voorbereid met behulp van documentatie, zoals de vermelding van je bronnen. 

- Een discussie heeft net als je betoog, een bepaalde opbouw.

Bij groepsdiscussie:

De nadruk ligt op de samenwerking tussen de deelnemers.

Aan het einde van de discussie is men tot een consensus gekomen waar iedereen mee akkoord is.

Bij debat:

Hier gaat het om verdedigen (defense) vs. aanvallen (offense)

Aan het einde van het debat is er een winnaar en een verliezer. Denk bijvoorbeeld maar aan de politiek.

Kritisch geluisterd?

Heb je voor- en tegenargumenten gehoord?

Stelling:

De scholen hebben een week langer kerstvakantie en leveren daarvoor een week zomervakantie in.

Argumenten

Wat is je mening over de stelling?

Bedenk voor- of tegenargumenten om je mening te verduidelijken.

Discussie voeren

Je gaat een discussie voeren over de stelling.

00:00

Stelling

De scholen hebben een week langer kerstvakantie en leveren daarvoor een week zomervakantie in.

Conclusie/compromis

Jullie krijgen 3 minuten om met elkaar een conclusie of compromis te bespreken over de stelling.

Conclusie/compromis

Hoe ging het?

Wat lukte goed? 

Wat was nog lastig? 

Nog een keer discusseren...

Kies een probeemstelling:

- De supermarkt heeft geklaagd over overlast van leerlingen op school.

- Buurtbewoners klagen over afval op de route van school naar de supermarkt. 

- Leerlingen moeten de week voor de toetsweek allerlei opdrachten inleveren.

- De computers op de vide zijn bijna altijd bezet en er is geen geld om nieuwe aan te schaffen.

- In havo 4 blijven veel leerlingen zitten.

- Jongeren hebben te weinig algemene kennis.

- Jongeren zijn slecht op de hoogte van achtergronden bij het nieuws.

Probleem, voor- en nadelen

1) Wat is het probleem?

2) Oplossing 1: voor- en nadelen

3) Oplossing 2: voor- en nadelen

4) Oplossing 3: voor- en nadelen