§3 Procenten berekenen

Statistiek en procenten

§3 Procenten berekenen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Statistiek en procenten

§3 Procenten berekenen

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Procenten berekenen 
  • Rekenen met procenten
  • Toename berekenen
  • Berekenen met toename

Slide 2 - Slide

Op een school zitten 1450 leerlingen, van wie er 348 in de bovenbouw van het havo zitten.
Hoeveel procent is dat?
A
18%
B
24%
C
21%
D
28%

Slide 3 - Quiz

TOTAAL berekenen
Op de 'blije school' komen 221 leerlingen met het openbaar vervoer naar school. Dat is 24% van de leerlingen.
  • Hoeveel leerlingen zitten er in totaal op de 'blije school'?
  • Noem het totaal aantal leerlingen TOTAAL. Er geldt:
  • 0,24 × TOTAAL = 221

 

221 : 0,24 = 921

Slide 4 - Slide

Procenten  bereken.
  • Hoeveel procent is 23 van 78?
  • Dus 78 = 100%  dus kruisproduct toepassen                                           x 100 = 29,5%.  (let op: Procenten altijd 1 decimaal)
7823

Slide 5 - Slide

Procentuele afname/toename bereken.
  • Een hoeveel neemt af van 47 van 35. Hoeveel is de afname in procenten?
Schrijf op:                                                x 100%

Dus                      x 100%  geeft -25,5% dus een afname van 25,5% 

Oud(NieuwOud)
47(3547)

Slide 6 - Slide

Rekenen met procenten.
  • Hoeveel is 11,8% van 580?
  • Eerst decimaal getal maken van 11,8 %
  • Dus 11,8 : 100 = 0,118  
  • De hoeveelheid is 0,118 x 580 = 68,44%.

Slide 7 - Slide

Procenten en vermenigvuldigingsfactoren
  • Als een hoeveelheid x met 18% toeneemt dan krijg je ...
  • 100%+18%=118%.
  • Dat komt overeen met een vergrotingsfactor ..... 
  • 1,18.

Slide 8 - Slide

Procentuele toename
  • Het getal 1,18 heet vermenigvuldigingsfactor (VF) of groeifactor.
  • Bij een toename van 5,3% hoort een     vermenigvuldigingsfactor van ..........
  • Bij een vermenigvuldigingsfactor van 1,162 hoort een     procentuele toename van ..........

Slide 9 - Slide

Procentuele afname
  • Neemt een hoeveelheid af met 12%
  • dan krijg je 100%-12%=88%.
  • Dat komt overeen met VF ....
  • 0,88
  • Bij een VF  van 0,883 hoort een procentuele afname van ...
  • 11,7%.

Slide 10 - Slide

Nieuw berekenen
Schrijf op:  NIEUW = VERMENIGVULDIGINGSFACTOR × OUD 
  • Bij een toename van 8% krijg je
    NIEUW = 1,08 × OUD
  • Bij een afname van 3% krijg je
    NIEUW = 0,97 × OUD

Slide 11 - Slide

OUD berekenen
  • Een fiets wordt 12% duurder en kost dan €588.
  • Wat was de prijs van de fiets voor de verhoging?
  • Noem de prijs van de fiets eerst OUD. Er geldt dan:
  • OUD × 1,12 = 588   
oud = 588 : 1,12 = 525

Slide 12 - Slide

Afspraken
  •     Geef (tenzij iets anders gevraagd wordt) percentages in één decimaal nauwkeurig.



  • Geef NIEUW en OUD in hetzelfde aantal decimalen.

Slide 13 - Slide

In 2011 werden 157.000 auto's met een dieselmotor verkocht. Dat is 28,2% van de totale autoverkoop in 2011. Van de totale verkoop was 1,28% hybride. Hoeveel hybride auto's werden in 2011 verkocht?

  • 100 x 157000 : 28,2 = 556737,59 
  • 556737,59 x 0,0128 = 7126 hybride auto's

Slide 14 - Slide

gegeven: van de 7680 tennisbanen zijn 2240 tennisbanen overdekt.
1% = 76,80 
2240 : 76,80 = 29,2%
a
toename dus 
(NIEUW - OUD) : OUD x 100%
(7680 - 9340) : 9340 x 100% = -17,8%
b

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

14%
100%
715000
5107143

Slide 17 - Slide

Maken opdrachten
25,
27t/m 30
32 t/m 34

Slide 18 - Slide