Les 15 oktober Meer dan lezen tekstdoelen en tekstsoorten

Les tekstdoelen en tekstsoorten
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Les tekstdoelen en tekstsoorten

Slide 1 - Slide

Deze les:

- Uitleg paragraaf 3: Tekstdoelen en tekstsoorten
- Zelfstandig aan het werk
- Oefenen
- Zelfstandig aan het werk

Lesdoel: tekstdoelen bepalen

Slide 2 - Slide

Welke tekstsoorten ken je?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Tekstdoel -> het doel waarmee de tekst is geschreven, wat de schrijver met de tekst wil bereiken.

Er zijn vijf tekstdoelen: 
  • Amuseren
  • Informeren
  • Instrueren
  • Overtuigen 
  • Activeren

Slide 5 - Slide

Tekstdoel: amuseren

De schrijver wil dat je je vermaakt.

Voorbeelden: roman, strip, cartoon, kort verhaal, mop



Slide 6 - Slide

Tekstdoel: informeren

De schrijver geeft informatie over een onderwerp.
Voorbeelden: nieuwsbericht, verslag, studieboek, (achtergrond)artikel, folder

Slide 7 - Slide

Tekstdoel: instrueren

De schrijver geeft praktische informatie, vertelt hoe je iets moet doen.

Voorbeelden: instructie, recept, bijsluiter

Slide 8 - Slide

Tekstdoel: overtuigen

De schrijver wil dat de lezer zijn mening overneemt.

Voorbeelden: betoog, ingezonden brief

Slide 9 - Slide

Tekstdoel: activeren

Lezer tot actie laten komen. De schrijver wil dat je iets wel of niet gaat doen.

Voorbeelden: reclamefolder, advertentie, uitnodiging, affiche, flyer

Slide 10 - Slide

Vijf tekstdoelen:

Amuseren: de schrijver wil je graag vermaken met zijn tekst

Informeren: de schrijver wil dat je iets te weten komt

Instrueren: de schrijver legt uit hoe je iets moet doen

Overtuigen: de schrijver wil dat je na het lezen van de tekst dezelfde mening hebt als hij

Activeren: de schrijver wil vooral dat je iets gaat doen of juist niet gaat doen


Slide 11 - Slide

Nu: zelfstandig aan het werk

- Nakijken grammatica week 41
- Maken: Meer dan lezen paragraaf 3 opdracht 1 t/m 8





timer
25:00

Slide 12 - Slide

Wat is het tekstdoel en de tekstsoort?

A
Overtuigen, reclame
B
Activeren, reclame
C
Informeren, reclame
D
Instrueren, routeplanner

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Welk tekstdoel past bij deze tekst?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
Activeren

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Welk tekstdoel past bij deze tekst?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
Activeren

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Welk tekstdoel past bij deze tekst?
A
Instrueren
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
Informeren

Slide 19 - Quiz

Welke tekstsoort zou een amuserend tekstdoel hebben?
A
Strip
B
Folder
C
Klachtenbrief
D
Nieuwsbrief

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Welk tekstdoel past bij deze tekst?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Instrueren
D
Activeren

Slide 22 - Quiz

Overtuigen betekent
A
vermaken
B
iets leren of uitleggen
C
iets laten doen
D
een mening geven

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Welk tekstdoel past bij deze tekst?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Amuseren
D
Activeren

Slide 25 - Quiz

Nu: zelfstandig aan het werk

Nakijken
Maken: Meer dan lezen paragraaf 3 opdracht 1 t/m 10





timer
15:00

Slide 26 - Slide

Lesdoel: het bepalen van tekstdoelen

Slide 27 - Slide