This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Warme lucht stijgt op (rond de evenaar)
Er blijft minder lucht achter op de oorspronkelijke plek
Veel neerslag
Dalende lucht (rond de 30 graden NB en ZB)
Veel lucht op de oorspronkelijke plaats
Droog
Lezen H2.1, H2.2 en H2.3
Maken opdracht 8 en 9
Klaar? Starten opdracht 10