H3B 8-3-2025

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Aardrijkskunde H3B

17 februari 2025

Oriëntatie

• Huiswerk afgerond
• Leerdoelen
  

      - je kent een aantal feiten over de opwarming van de aarde

      - je begrijpt waarom de aarde opwarmt  

Lesplanning

• Uitleg §3.1 (15 min)

       - Feiten opwarming aarde

       - Oorzaken opwarming aarde

• Maken §3.1 (15 min)

       Opdracht 1 t/m 3

• Bespreken §3.1 (5 min)

Uitleg §3.1

Welke stad zie je op deze foto?

Waardoor smelten de gletsjers op aarde steeds sneller?

Welk gevolg heeft het smelten van de gletsjers op aarde?

Welke broeikasgassen ken je al?

Welk broeikasgas draagt het meeste bij aan de opwarming van de aarde?

1. koolstofdioxide
2. waterdamp
3. zuurstof

Hoe zorgen broeikasgassen voor opwarming van de aarde?

Hoeveel graden is de aarde inmiddels opgewarmd door klimaatverandering?

1. 0,5 °C
2. 1,0 °C
3. 1,5 °C
4. 3,0 °C

Dat het gemiddeld 15 °C is op aarde is een voorbeeld van het ...

1. natuurlijk broeikaseffect
2. versterkt broeikaseffect

De uitstoot van broeikasgassen door het verbranden van fossiele brandstoffen is een oorzaak voor het ...

1. natuurlijk broeikaseffect
2. versterkt broeikaseffect

Wie hebben het meeste invloed op de opwarming van de aarde?

1. rijke mensen
2. arme mensen

Leg je antwoord bij de vorige vraag uit

Soorten steden

• Megasteden: minimaal 10 miljoen inwoners; vooral in arme landen

• Wereldsteden: belangrijke rol voor de economie, politiek of cultuur wereldwijd; vooral in rijke landen
• Hoofdsteden: meestal de plek waar de regering zit
• Primate cities: 1e stad is veel groter dan 2e stad van het land; 1e stad minimaal 2x zoveel inwoners als 2e stad 

Aan het werk

Wat?	Maken §3.1: opdracht 1 t/m 3
Waar?	Werkboek of digitaal lesmateriaal
Hoe?	15 minuten; zelfstandig of samenwerken
Klaar?	Maken §3.1: opdracht 4 t/m 6

Afsluiting

Huiswerk voor 21-2

• Maken §3.1: opdracht 1 t/m 3

Wat heb je vandaag
geleerd?

Welke uitspraak is het meest op jou van toepassing voor §3.1?

1. ik ken de stof goed
2. ik ken de stof redelijk
3. ik vind de stof lastig
4. ik heb meer uitleg of oefening nodig

Hoe vond je deze les?
Heb je nog tops/tips voor mij?