220530 Grammatica zinsdelen H5

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom HV2d!

Bespreek in tweetallen:

Benoem het gezegde (werkwoordelijk of naamwoordelijk) en de bijvoeglijke bepalingen.

De brief van mijn moeder is gisteren pas naar mijn lieve oma verstuurd.

Bespreek nu in viertallen:

Zijn jullie het met elkaar eens? Zo niet, leg elkaar de regels eens uit dan?

De brief van mijn moeder is gisteren pas naar mijn lieve oma verstuurd.

Lesdoel:

Na de les:

• weet je wat een hoofdzin en bijzin is 
• kan je zelf samengestelde zinnen maken
  

Twee soorten zinnen

Enkelvoudige zin (1 pv):

De docent roept de leerlingen.

De leerlingen stoppen met praten.

Samengestelde zin (meer dan 1 pv):

De docent roept de leerlingen en de leerlingen stoppen met praten.

Hoofdzinnen en bijzinnen

Een samengestelde zin kan bestaan uit:

- twee hoofdzinnen

- een hoofdzin en bijzin(nen)

Hoofdzin of bijzin?

Op vakantie gaan wij niet vaak, want het kost erg veel geld.

Ik vertrouw die politicus niet, omdat hij al vaak gelogen heeft.

1. Hoofdzin + hoofdzin
2. hoofdzin + bijzin

Jan ziet Elly achter het raam en Wieke ziet Jan op de fiets.

1. hoofdzin + hoofdzin
2. hoofdzin + bijzin

De tuin is nat, doordat het regent.

1. hoofdzin + hoofzin
2. hoofdzin + bijzin

Het meisje slaat haar zusje en ze stompt haar broertje, omdat ze stom doen.

1. hoofdzin + hoofdzin + hoofdzin
2. hoofdzin + hoofdzin + bijzin
3. hoofdzin + bijzin + bijzin

Zijn de zinnen die je achter de volgende zin kunt plaatsen hoofdzinnen of bijzinnen?

Annet is zenuwachtig, want......

Hoofdzin

Bijzin

ze heeft nog nooit eerder opgetreden.

morgen moet ze naar de tandarts.

Zijn de zinnen die je achter de volgende zin kunt plaatsen hoofdzinnen of bijzinnen?

Mijn pianoleraar vond dat ik erg goed had gespeeld,

Hoofdzin

Bijzin

hoewel ik veel foutjes maakte. 

want ik maakte geen foutjes.

De meeste voetbalkenners twijfelen eraan of Nederland ooit wereldkampioen kan worden.

1. HZ + HZ
2. HZ + BZ
3. BZ + HZ
4. BZ + BZ

Oefenen:

Als je dit lastig vindt:

Maak opdracht 1 > opdracht 2 > opdracht 3

Als je het al goed begrijpt:

Maak opdracht 2 > opdracht 3

Wil je echt een uitdaging (en vwo-stof bekijken?):

Maak opdracht 4 (kom je er niet uit? Bekijk dan H6 grammatica voor een uitgebreide uitleg).