This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
De Noordelijke IJszee (3.11)
Wat voor een soort ijs is er op de Noordpool?
Van welk land is de Noordpool?
Waarom willen veel landen de Noordpool?
2 sleep-
vragen
filmpje
strijd om de Noordpool
uitleg
opdrachten (af)maken
+ blooket
Slide 1 - Slide
landijs
ijsbergen
ijsschollen
pakijs
Slide 2 - Drag question
landijs
zee-ijs
ijsberg
pakijs
ijsschol
gletsjer
Slide 3 - Drag question
Aan het eind van de zomer
Aan het eind van de winter
Hele winter koud, ijskap is gegroeid.
Hele zomer warm, ijskap is deels gesmolten.
poolcirkel
= denkbeeldige lijn op aarde. In de zomer schijnt hier bijna de hele dag en nacht de zon. In de winter komt de zon bijna de hele dag niet op (dus is het bijna de hele dag ook donker).
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Alle grenslanden willen (een stukje) Noordpool.
Want rijk aan olie en gas + wordt kortere vaarroute.
Slide 6 - Slide
Voorbeeld:
Als een deel van de zee van Rusland is...
Moeten buitenlandse boten geld betalen om door die zee te varen.
Da levert veel geld en macht op.
Slide 7 - Slide
Wie heeft er recht op de Noordpool?
Territorale wateren =
De eerste 12 zeemijl vanuit de kust. Dat gebied is echt eigendom van het land.
22 zeemijl = ongeveer 20 km
Boten uit andere landen mogen hier alleen met toestemming doorheen varen.
Slide 8 - Slide
Wie heeft er recht op de Noordpool?
Exclusieve economische zone =
Binnen 200 zeemijl van de kust waar landen grondstoffen uit mogen halen.
200 zeemijl = ongeveer 400 km
Maar dit gebied kan overlappen.
Dat maakt het een discussiepunt.
Slide 9 - Slide
Wie heeft er recht op de Noordpool?
Continentaal plat =
Ondiepe zee.
Mogen landen gebruiken tot 350 zeemijl vanaf de kust.
350 zeemijl = ongeveer 650 km
Nog meer overlap. Dus zorgt voor nog meer discussie.
Slide 10 - Slide
Noem 3 soorten ijs dat in het Noordpoolgebied plaatsvindt.
Slide 11 - Open question
Geef 2 redenen waarom landen eigenaar willen zijn van (delen van) de Noordpool.
Slide 12 - Open question
Opdrachten
Vandaag is af:
Paragraaf 9: opgave 2 t/m 6
Paragraaf 10: opgave 2, 4, 5 en 6.
Niet af?
Maak af tijdens zelfwerktijd.
Voor donderdag is af:
Paragraaf 11: opgave 1, 2. 5 en 6.
Donderdag niet af?
Op school blijven om af te maken + aan mij laten zien.