Trema, apostrof, accent

Spelling
Trema, apostrof.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spelling
Trema, apostrof.

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van deze les weet je wanneer je een trema, apostrof en gebruikt.

Slide 2 - Slide

Trema
Hoe spreek je deze woorden uit? 
coordinatie, discussieren, beinvloeden.
Hoe kun je voorkomen dat deze woorden verkeerd worden uitgesproken? Door een trema toe te voegen bij klinkerbotsing.
Is er geen uitspraakprobleem? Dan gewoon aaneen schrijven. 
Gediscussieerd, geolied, draaiing.

Slide 3 - Slide

coordinatie 

officieel 
officiele 
poezie
patient
mecanicien 
museum
dieet
Met trema
Zonder trema

Slide 4 - Drag question

Apostrof
Als één of meer letters zijn weggelaten.
's Gravenhage. Ik heb 'm net nog in 't buurthuis zien zitten. 's Avonds. De Elfstedentocht van '97.
Bij bezitsaanduiding als de naam eindigt op een s-klank of lange klinker.
Anna's tas. Max' Playstation. Gaby's huiswerk. Joyce' huis.
Na cijfers, afkortingen en afleidingen.
vmbo'er, A4'tje, mp3'tje

Slide 5 - Slide

De hoofdstad van Noord-Brabant is
s Hertogenbosch
A
goed
B
met apostrof
C
met streepje
D
met apostrof en streepje

Slide 6 - Quiz

Waar is de apostrof goed geplaatst?
A
Lex's zusje
B
Lexs zusje
C
Lex' zusje

Slide 7 - Quiz

Waar schrijf je een apostrof?
A
Tims vader
B
Lisas vader

Slide 8 - Quiz

Waar schrijf je een apostrof?
A
Jessys vader
B
Jesses vader

Slide 9 - Quiz

Wanneer gebruik je een apostrof?
WEL
Als 1 of meer letters zijn weggelaten.
na cijfers en afkortingen
na alle woorden die eindigen op een i, a, o, u of y.
bij bezitsvormen

Slide 10 - Drag question

Aan het werk
Maak opdracht: 8 en 10

Slide 11 - Slide