220218 Oog gnm

1 / 48
next
Slide 1: Slide
BSPMBOStudiejaar 2

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Opdracht oogaandoeningen en gnm 
vraag 1 tm 3

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat is een gerstekorrel?

Slide 10 - Open question

Steriele ontsteking talgkliertje in het ooglid door verstopping 
Pijnloze zwelling net net boven of onder de ooglidrand 
Kan een secundaire bacteriële ontsteking of chronische worden 
Wat is een strontje?

Slide 11 - Open question

Acuut abces van de klieren van Moll of Zeis dat erg pijnlijk is 
Bacteriële infectie meestal door Staphylococcus ( huidbacterie) 
De infectie kan zich verder over het oog verspreiden 
Wat is loslatend netvlies?

Slide 12 - Open question

Glasvochtloslating, netvliesscheur of trauma
Zien van vlekjes enz , lichtflitsen, zien van een donkere vlek of vermindering van het zicht Blindheid of slechtziendheid bij geen behandeling 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat is de oorzaak van conjuctivitis of bindvliesontsteking?

Slide 15 - Mind map

● oogontsteking (viraal of bacterieel
● droge ogen
● ontsteking van de ooglidranden
● allergie
● hoornvliesbeschadiging door een vuiltje of splinter
Klachten
jeuk, slijm of pus, tranen, branderig gevoel en dikke oogleden. 
Gevolgen 
Meestal geen; soms kan er littekenweefsel ontstaan dat het zicht kan belemmeren 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Welke kunsttranen heb je gevonden?

Slide 18 - Mind map

This item has no instructions

Overzicht kunsttranen FK

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Welk advies geeft het FK over het voorschrijven van Duratears?

Slide 20 - Open question

Bij droge ogen geven indifferente middelen/ kunsttranen veelal verlichting van de klachten. Het effect van de verschillende middelen kan per patiënt verschillen; probeer bij onvoldoende effect een ander middel. Kunsttranen met conserveermiddelen (flesjes) zijn het middel van eerste keus omdat deze goedkoper zijn dan kunsttranen zonder conserveermiddelen (verpakking voor eenmalig gebruik). Probeer bij onvoldoende effect een andere kunsttraan of bij verergering van klachten en irritatie een kunsttraan met een ander conserveermiddel of eventueel een conserveermiddelvrije kunsttraan. Een indifferente oogzalf geeft langer bescherming tegen klachten van droge ogen, maar geeft wazig zicht; geef deze bij voorkeur ’s nachts. Geef bij keratoconjunctivitis sicca altijd een indifferente oogzalf voor de nacht.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Maken vraag 4 tm 8
timer
15:00

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

4.Waarom schrijft de arts chlooramfenicol oogzalf voor en geen chlooramfenicol oogdruppels?

Slide 25 - Open question

De oogzalf blijft beter in het oog en hoeft minder vaak per dag te worden aangebracht.
5 Welke informatie benadruk je als je de chlooramfenicol oogzalf aflevert?

Slide 26 - Open question

Het gezichtsveld kan door de zalf enige tijd zijn verminderd.
6 Noem de voor- en nadelen van oogzalven en oogdruppels.

Slide 27 - Mind map

This item has no instructions

7 In het oog worden lokale therapieën toegepast. Welke toedien vormen kunnen er in het oog gebruikt worden?

Slide 28 - Mind map

druppels, zalf, wassing, gel, injectie
8 Mag een patiënt contactlenzen dragen tijdens het gebruik van de chlooramfenicol oogzalf?
A
Ja
B
ja maar 15 min na toediening
C
nee

Slide 29 - Quiz

Gedurende de periode dat de oogzalf wordt gebruikt, geen contactlenzen dragen.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Wat is de oorzaak, klachten en gevolgen van glaucoom?

Slide 32 - Open question

Verhoogde oogboldruk
Beperking van het gezichtsveld 
Afsterven van de oogzenuw waardoor het gezichtsveld steeds kleiner wordt 

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

maak vraag 9 tm 14

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

9 Met name na een operatie aan het oog worden vaak meerdere oogdruppels voorgeschreven. Hoeveel tijd moet er minimaal zitten tussen het gebruik van meerdere soorten oogdruppels?
A
5 min
B
10 min
C
15 min
D
30 min

Slide 35 - Quiz

boek -> 10 min
apotheek.nl-> 5 min 
10 Bestudeer op de website www.oogdruppelen.nl hoe oogdruppels moeten worden toegediend en geef aan op welke wijze de oogreflex kan worden verminderd om zodoende de oogdruppels goed toe te kunnen dienen.

Slide 36 - Mind map

dit kan mbv een hulpmiddel zoals autodrop eyod
11 Waarom is het zinvol na het druppelen de traanbuis dicht te drukken.

Slide 37 - Open question

Anders kan de oogdruppel via de traanbuis in de keel terecht, is het korter op de plaats waar het moet werken en kan het voor systemische bijwerkingen zorgen.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

12 Waarom zou de arts hier Betoptic® voorschrijven en geen timolol oogdruppels?

Slide 39 - Open question

Het geneesmiddel betaxolol in Betoptic is een beta-1 blokker. Hierdoor minder kans op benauwdheid.
13 Waarom is het zinloos om de dosering te verhogen naar 2 maal daags 2 druppels?

Slide 40 - Open question

De opnamecapaciteit van het oog is beperkt. Het teveel traan je weg. Wil je de dosering verhogen, dan moet je de sterkte verhogen.
14 De ogen kunnen door verschillende oorzaken geirriteerd raken. Dit kan bijvoorbeeld door rook of droge lucht. Welke stof wordt gebruikt bij geïrriteerde ogen?

Slide 41 - Open question

Isotone oplossing met verdikkingsmiddel bv polyvidon of carbomeer (kunsttraan)

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Welke oogaandoeningen kun je nu nog noemen?

Slide 45 - Mind map

This item has no instructions

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Heb je het lesdoel behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 47 - Poll

This item has no instructions

Huiswerk vraag 14 tm 24

Slide 48 - Slide

This item has no instructions