This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Celdeling
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen vandaag
- Boekje 'Genen glazen bol'.
- Practicum DNA
- Korte uitleg mitose en meiose
- Huiswerkcontrole
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Mitose of gewone celdeling
Celdeling van lichaamscellen: 1. Er wordt een exacte kopie van alle chromosomen gemaakt. 2. Verdubbelde chromosomen naar het midden van de cel 3. Kopieën gaan uit elkaar en vormen 2 groepjes - groepjes vormen een celkern 4. Cel deelt in tweeën. 5. Twee cellen zijn ontstaan.
Cel kan genen aan-en uit zetten door eiwitten, daardoor verschillende soorten cellen: - Specialisatie: functie van de cel - Differentiatie: vorm en grootte van de cel
Slide 4 - Slide
Mitose
Slide 5 - Slide
Meiose of reductiedeling
Vindt plaats in de eierstokken of teelballen.
Hieruit ontstaan de geslachtscellen (zaadcel of eicel). Geslachtscel = helft chromosomenpaar (23 = haploïd).
Cel start als een cel met 46 chromosomen.
1. Chromosomen van gelijke type vormen paren. 2. Paren gaan zich splitsen en chromosomen gaan uit elkaar. 3. 2 groepjes gesplitste chromosomen vormen een celkern. 4. Cel splitst zich in tweeën. 5. Er zijn 2 cellen ontstaan met de helft van het aantal chromosomen in de celkern (23)
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Check!
Snappen we het?
Slide 9 - Slide
Er vindt celdeling plaats om spiercellen te maken. Is dit mitose of meiose
A
Mitose
B
Meiose
Slide 10 - Quiz
Er vindt celdeling plaats om zaadcellen te maken. Is dit mitose of meiose
A
Mitose
B
Meiose
Slide 11 - Quiz
Welke cellen hebben geen paren chromosomen maar enkele chromosomen in de celkern?
A
Geslachtscellen
B
Lichaamscellen
Slide 12 - Quiz
Na de bevruchting vindt in de bevruchte eicel celdeling plaats. Is dit mitose of meiose?