vwo 3 herhaling kloktijden en bron C

1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

    Chapitre 3 
Herhaling kloktijden en parler C

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

les heures
Quelle heure est-il?

Il est ...


Tip!-> kijk op p.175 in je boek

Slide 4 - Slide

Les heures - half

il est une heure  et demie
il est deux heures et demie
il est trois heures et demie
etc.

Slide 5 - Slide

Les heures - kwart over

il est une heure  et quart
il est deux heures et quart
il est trois heures et quart
etc.

Slide 6 - Slide

Les heures - 5/10/20 over 
il est une heure cinq
il est deux heures dix
il est trois heures vingt
etc.


Slide 7 - Slide

Les heures - kwart voor

il est une heure  moins le quart
il est deux heures moins le quart        
il est trois heures moins le quart
etc.

Slide 8 - Slide

Les heures - 5/10/20 voor 
il est une heure moins cinq
il est deux heures moins dix
il est trois heuremoins vingt
etc.


Slide 9 - Slide

Les heures.
Om te zeggen hoe laat het is gebruik je: Il est .... heures.
Twaalf uur 's middags = midi
Twaalf uur 's nachts = minuit
Kwart over ... = Il est ... heures et quart
Half ... = Il est ... heures et demie
Kwart voor ... = Il est ... heures moins le quart

Slide 10 - Slide

Il est midi.
A
Het is middag.
B
Het is 12 uur 's middags.
C
Het is tijd.
D
Het is 12 uur 's nachts.

Slide 11 - Quiz

Il est cinq heures et demie.
A
Het is half 5.
B
Het is 5 uur.
C
Het is kwart over 5.
D
Het is half 6.

Slide 12 - Quiz

Il est trois heures moins 20.
A
Het is 20 over drie.
B
Het is tien voor half 4.
C
Het is 10 over half 3.
D
Het is tien over half 4.

Slide 13 - Quiz

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
trois heures dix

Slide 14 - Open question

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
sept heures et demie

Slide 15 - Open question

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
minuit moins le quart

Slide 16 - Open question

Vertaal de kloktijd in het Frans:
10 voor 7 ('s morgens)

Slide 17 - Open question

Bron C - Phrases-clés
Leerdoelen:
Over je eigen reis iets te kunnen vertellen,
Weten hoe je de neusklanken uitspreekt.


Slide 18 - Slide

Uitspraak - neusklanken
go






Slide 19 - Slide

Les phrases-clés - Parler d'un voyage


Faire l 'exercice 13 Bron C 

Slide 20 - Slide

 BronC Exercice 13
timer
10:00

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Les devoirs
pour mardi:
apprendre phrases-clés C + kloktijden (p.175)

Slide 23 - Slide

en duos: ex 11

Slide 24 - Slide