Opstart

Thema 11: regels en straf
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thema 11: regels en straf

Slide 1 - Slide

Regels

Slide 2 - Mind map

Straf

Slide 3 - Mind map

Heb jij thuis regels?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Krijg je thuis wel een straf?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Regels
Wetten

Slide 6 - Slide

Heb jij weleens een boete gekregen?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Pak je woordenschrift
Je krijgt 10 nieuwe woordjes. 
Schrijf de woorden op in je woordenschrift. 
Schrijf de betekenis erbij. 
Je mag het ook in je eigen taal erbij schrijven. 

Slide 8 - Slide

communiceren
Boodschappen uitwisselen of overbrengen
Met elkaar spreken, schrijven, appen, mailen.

Over dat onderwerp hebben wij niet gecommuniceerd.

Slide 9 - Slide

de leeftijd
de tijd die je geleefd hebt
hoe oud je bent

Mijn leeftijd is 60 jaar.
Wat is jouw leeftijd? (Hoe oud ben jij?)

Slide 10 - Slide

het strafwerk
(vervelende) taak die je moet doen, omdat je iets deed wat niet mocht 

Ik was drie keer te laat. Daarom moet ik na school strafwerk maken.

Slide 11 - Slide

de boete
geld dat je voor straf moet betalen

De bestuurder kreeg een boete van €100,00 voor te hard rijden.

Slide 12 - Slide

de kilo
eenheid voor gewicht

Mag ik een kilo appels?

Die man weegt 80 kilo.

Slide 13 - Slide

de kilo
communiceren
de boete
het strafwerk
de leeftijd

Slide 14 - Drag question

Maak een zin met
"(de) boete"

Slide 15 - Open question

het stoplicht
Een paal met een rode, oranje en groene lamp

Als het stoplicht rood is, moet je stoppen

Slide 16 - Slide

de bekeuring
bon / boete voor een overtreding van de verkeersregels

De agent gaf mij een bekeuring, omdat ik geen licht op mijn fiets had.

Slide 17 - Slide

de gram


 

het gewicht van 1/1000 kilo


Ik koop 100 gram vlees.
De baby woog 3500 gram.

Slide 18 - Slide

de gegevens

 

wat bekend is of wat je weet

Je moet je gegevens op het formulier invullen.

Slide 19 - Slide

de stoep

 

verhoogde strook langs de weg voor voetgangers

Er ligt hondenpoep op de stoep.

Slide 20 - Slide

de gram
het stoplicht
de bekeuring
de gegevens
de stoep

Slide 21 - Drag question

Maak een zin met
"(de) stoep".

Slide 22 - Open question


Starten met de 
opdrachten!

Slide 23 - Slide