Bij decimalen kijk je alleen naar het eerstvolgende cijfer dat je weglaat. Als dat cijfer lager is dan 5, rond je naar beneden af. Is dat cijfer 5 of hoger, rond je omhoog af.
Voorbeeld 1:
De goudprijs was in 2015 gemiddeld € 31.410,315593 per kilo.
Rond af op 2 decimalen. Dan kijken we naar het derde cijfer achter de komma (eerste cijfer dat we niet opschrijven).
€ 31.410,315593 → wordt € 31.410,32. Door de 5 moet je naar boven afronden.
Voorbeeld 2:
De goudprijs was in 2015 gemiddeld € 31.410,315593 per kilo.
Omdat het om grote bedragen gaat, wordt vaak een prijs in 4 decimalen gebruikt.
€ 31.410,315593 → wordt € 31.410,3156. Door de 9 moet je naar boven afronden.