§5.2 Vast en incidenteel

Vast en incidenteel
Na de les kun je:
-Vaste lasten
-Automatische incasso
-Incidentele uitgaven
-Reservering uitgaven
-Duurzame gebruiksgoederen
-Rekentrainer
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Vast en incidenteel
Na de les kun je:
-Vaste lasten
-Automatische incasso
-Incidentele uitgaven
-Reservering uitgaven
-Duurzame gebruiksgoederen
-Rekentrainer

Slide 1 - Slide

Vaste lasten
Vaste lasten zijn terugkerende, vaste uitgaven die je meestal maandelijks moet betalen. 

Huur
Abonnement
Verzekeringen

Slide 2 - Slide

automatische incasso
Toestemming geven om bedragen van je bankrekening af te schrijven.

Slide 3 - Slide

Incidentele uitgaven
Doe je niet zo vaak en hebben vaak een verschillende oorzaak. Incidentele uitgaven zijn niet regelmatig en soms verwacht je incidentele uitgaven ook niet. Het is daarom verstandig om hier geld voor apart te zetten. Dit heet reserveren.

Slide 4 - Slide

Reserveringsuitgaven                                                                               Niet-regelmatige en/of onverwachte uitgaven. 

Slide 5 - Slide

vaste lasten
incidentele uitgaven
dagelijkse uitgaven

Slide 6 - Slide

Duurzame gebruiksgoederen
Duurzame gebruiksgoederen = producten die een lange tijd mee gaan. (langer dan een jaar) 

Slide 7 - Slide

Vaste lasten zijn
A
uitgaven die je vast en zeker verwacht
B
steeds dezelfde uitgaven
C
uitgaven waarvoor je iedere maand spaart
D
uitgaven per vaste periode

Slide 8 - Quiz

Wat is een incidentele uitgave?
A
De huur
B
Melk voor het ontbijt
C
Bioscoopkaartje
D
Dagje pretpark

Slide 9 - Quiz

Incidentele uitgaven zijn:
A
uitgaven van een huishouden en de kosten die regelmatig terug keren
B
gewone uitgaven voor boodschappen die je betaald van huishoudgeld
C
uitgaven die je niet zo vaak doet of waar je voor moet sparen

Slide 10 - Quiz

Wat zijn vaste lasten?
A
Overzicht van inkomsten en uitgaven
B
Uitgaven die regelmatig terugkeren
C
Uitgaven voor boodschappen
D
Uitgaven die je niet zo vaak doet

Slide 11 - Quiz

Een ander woord voor reserveringsuitgaven
A
Vaste lasten
B
budget-uitgaven
C
incidentele uitgaven

Slide 12 - Quiz