This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
3.6 Alcohol en Cannabis
Slide 1 - Slide
Eerst: terugblik
LessonUp quiz
Slide 2 - Slide
In welke bloedsomloop wordt zuurstof opgenomen en koolstofdioxide afgegeven?
A
Grote bloedsomloop
B
Kleine bloedsomloop
Slide 3 - Quiz
Tot welke bloedsomloop hoort de aorta?
A
Grote bloedsomloop
B
Kleine bloedsomloop
Slide 4 - Quiz
welk bloedvat bestaat niet?
A
De leverader
B
De leverslagader
C
De darmslagader
D
De maagader
Slide 5 - Quiz
Welke ader vervoert zuurstofrijk bloed?
A
Lichaamsaders
B
Longader
C
Leverader
D
Poortader
Slide 6 - Quiz
Drie bloedvaten zijn de leverader, de leverslagader en de poortader. In welk bloedvat of in welke bloedvaten is het bloed zuurstofrijk?
A
Alleen in de leverslagader
B
In de leverader en in de poortader
C
In de leverslagader en de poortader
D
In geen van allen
Slide 7 - Quiz
De voedingsstoffen die in de dunne darm worden opgenomen, komen eerst terecht in de:
A
leverader
B
poortader
C
leverslagader
D
onderste holle ader
Slide 8 - Quiz
Het hart pompt zuurstofrijk bloed in de:
A
Longslagader
B
Longader
C
Aorta
D
Holle ader
Slide 9 - Quiz
Bij welke bloedsomloop horen de armslagaders?
A
Bij de grote bloedsomloop
B
Bij de kleine bloedsomloop
C
Bij de kleine en de grote bloedsomloop
D
Die behoren niet tot de bloedsomloop
Slide 10 - Quiz
Welke bloedsomloop wordt beschreven? Hart - Slagaders - Alle organen - Aders - Hart
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
Slide 11 - Quiz
In de afbeelding is de bloedsomloop van een ara schematisch getekend. Behoren de longen van de ara tot de grote bloedsomloop of tot de kleine bloedsomloop?
A
tot de grote bloedsomloop
B
tot de kleine bloedsomloop
Slide 12 - Quiz
In welke volgorde stroomt het bloed?
A
Slagader - haarvaten- ader
B
haarvaten - ader - slagader
C
Ader - haarvaten - slagader
D
Slagader - ader - haarvaten
Slide 13 - Quiz
Op de tekening zie je een.........
A
slagader
B
ader
C
haarvat
Slide 14 - Quiz
genoeg herhaald
aan het werk
Slide 15 - Slide
ALCOHOL EN CANNABIS
Slide 16 - Slide
Doel van de les
Je kunt vertellen welke organen last hebben van het gebruik van alcohol
Je kunt enkele effecten noemen van alcohol
Je kunt benoemen wat cannabis is en wat het doet
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Slide 19 - Video
Welke weg legt alcohol vanaf de bloedvaten van de dunne darm tot de hersenen af ?
Zet de onderdelen op volgorde
1
2
3
4
5
Poortader
Aorta
Hart 2 x
Holle Ader
Lever
Slide 20 - Drag question
Slide 21 - Video
00:56
Vanaf hoeveel glazen wordt je geheugen minder?
A
Ik onthou nooit iets
B
10 glazen
C
1 glas
D
4 glazen
Slide 22 - Quiz
01:54
Wat zou je doen als je vriend(in) bewusteloos raakt door te veel drank?
A
Lekker laten liggen
B
112 bellen
Slide 23 - Quiz
Korte termijneffecten
Kater
In 1/2 uur opgenomen in bloed, 1 ,5 uur per glas om het af te breken door lever
1-3 glazen: je voelt je los
3-7 glazen: aangeschoten, remmingen verminderen
7-15 glazen: dronken
15-20 glazen: laveloos, zintuigen raken verdoofd
20-25+ glazen: knock-out, hartslag kan stoppen!
Binge drinken: in een korte tijd veeeel alcohol drinken. Erg schadelijk vooral voor de hersenen
Slide 24 - Slide
Lange termijneffecten
Beschadiging organen
Geheugenproblemen
Verslavend
Binge drinking = in heel korte tijd veel alcohol drinken
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Video
Hoe kan het dat alcohol een coma of zelfs de dood kan veroorzaken?
Slide 27 - Open question
Cannabis
Afkomstig van de hennepplant; cannabis sativa
Werkzame stof is THC (Tetrahydrocannabinol)
Je kan het roken, eten, en of drinken
Slide 28 - Slide
3 mogelijke gemoedstoestanden
1: high. Dan ben je opgewekt en energiek/fantasierijk
2: stoned. Dan ben je loom en ontspannen
3: flippen. Of ''bad trip''. Dan ben je ziek of angstig.
Slide 29 - Slide
korte termijn effecten cannabis
Hoofdpijn
Duizeligheid
Slaperigheid
Angst
Geheugenproblemen
versnelde hartslag
bloeddrukverlaging
Slide 30 - Slide
lange termijn effecten
Depressies
Psychoses (bv schizofrenie, angstklachten)
Longkanker
somberheid
verslaving
Slide 31 - Slide
Bij het eten van cannabis treden de effecten later op dan bij het roken. Hoe kan dat?
Slide 32 - Open question
Nog even oefenen!
Slide 33 - Slide
Welke organen hebben veel last van alcoholgebruik?
A
hart, longen , lever
B
hart, nieren en lever
C
lever, nieren , hersenen
D
lever, hersenen,longen
Slide 34 - Quiz
Waarom hebben de hersenen veel last van alcoholgebruik?
A
omdat het alleen naar de hersenen gaat
B
omdat er veel hersenen zijn
C
omdat er veel bloedvaten in de hersenen zitten
Slide 35 - Quiz
Wat is een lange termijn effect van alcohol
A
duizeligheid
B
zintuigen raken verdoofd
C
beschadiging van organen
D
knock-out gaan
Slide 36 - Quiz
Waar kun je last van krijgen als je LANG en REGELMATIG cannabis rookt
Slide 37 - Open question
Hoe kijk jij aan tegen alcohol en cannabis gebruik?
Slide 38 - Open question
Bedenk een reden waarom je bij alcoholgebruik geen deel mag nemen in het verkeer?
Slide 39 - Open question
Maken
Je maakt een poster over alcohol en cannabis
In de poster leg je uit waarom het gebruik van alcohol en cannabis invloed heeft op je school- en werkprestaties.
Je omschrijft de gevaren van alcohol en cannabis.
Je omschrijft je eigen ervaring met alcohol en cannabis.