2.4 Glas hout

Welkom
Pak je boek, je begrippenlijst, je IPad en log alvast in!

Volgende week is de toets, je boek moet af zijn, anders mag je niet mee doen en de toets inhalen op een donderdagmiddag om 14.30uur. 
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom
Pak je boek, je begrippenlijst, je IPad en log alvast in!

Volgende week is de toets, je boek moet af zijn, anders mag je niet mee doen en de toets inhalen op een donderdagmiddag om 14.30uur. 

Slide 1 - Slide

Vandaag
Absentie
Doel van de les
Uitleg
Samen lezen van de tekst
Maken van de opdrachten (huiswerk)
(als we al klaar zijn: nakijken van de opdrachten)
Afsluiten (laatste 5 min) 

Slide 2 - Slide

Doel van de les
Na vandaag kun je.......
- Je kunt een aantal eigenschappen van glas noemen. 
- Je kunt recyclen beschrijven. 
- Je kunt uitleggen waarom recyclen goed is voor het milieu. 
- Je kunt eigenschappen en toepassingen van glaswol en hout  noemen. 




Slide 3 - Slide

Wat weet jij van glas?
Wat voor eigenschappen heeft glas?

Slide 4 - Mind map

Je kunt een aantal eigenschappen van glas noemen. 
Glas
- doorzichtig
- gekleurd
- kan goed tegen allerlei vloeistoffen
- glas is makkelijk schoon te maken
- glas is breekbaar
Vul na het zien van het filmpje de vragen in van Proef 1 blz 97

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Je kunt recyclen beschrijven. 
Recyclen = herbruiken van stoffen
  • Zo komt er minder afval.
  • Zijn er minder nieuwe stoffen nodig. 
  • En dat is beter voor het milieu.

Slide 7 - Slide

Noem 2 dingen die
herbruikt/gerecycled worden.

Slide 8 - Mind map

Je kunt eigenschappen en toepassingen van glaswol en hout noemen. 
Glaswol: bestaat uit kleine stukjes glas
  • niet breekbaar
  • kan goed tegen water
  • houdt geluid tegen
  • houdt warmte tegen
Hout: 
  • is stevig
  • is licht
  • kun je goed bewerken
  • is brandbaar

Slide 9 - Slide

Opdrachten maken
Je maakt opdracht 1 t/m 14 af. 
Begrippenlijst hfst 1- 4 af.
Dit is huiswerk.


Klaar: online Malmberg leren
Zo meteen hebben we nog de afsluiting. 

Slide 10 - Slide

Wat is een edelmetaal?
A
IJzer
B
Zilver
C
Brons
D
Koper

Slide 11 - Quiz

Welk metaal is magnetisch?
A
IJzer
B
Zilver
C
Brons
D
Koper

Slide 12 - Quiz

Het is licht, buigzaam en stevig
A
Materiaal
B
Stoffen
C
Metaal
D
Kunststof

Slide 13 - Quiz

waarvan je een voorwerp kunt maken
A
Materiaal
B
Stoffen
C
Metaal
D
Kunststof

Slide 14 - Quiz

''Waarvan iets gemaakt is''
A
Materiaal
B
Stoffen
C
Metaal
D
Kunststof

Slide 15 - Quiz

Als een stof van gas overgaat in vloeistof, heet dat:
A
stollen
B
verdampen
C
condenseren
D
smelten

Slide 16 - Quiz

Wat was de dichtheid van een stof
A
hoeveel een stof weegt
B
het kookpunt van een stof
C
de bijzonderheden van een stof
D
de massa van 1 cm3 van de stof

Slide 17 - Quiz

Het kookpunt, het smeltpunt en het stolpunt is:
A
bij elke stof hetzelfde
B
is bij elke stof anders

Slide 18 - Quiz


A
Zink
B
Tin
C
Brons
D
Koper

Slide 19 - Quiz


A
Zink
B
Tin
C
Brons
D
Koper

Slide 20 - Quiz


A
Zink
B
Tin
C
Brons
D
Koper

Slide 21 - Quiz

Wat is een goede warmtegeleider?
A
Wol
B
Hout
C
Plastic
D
Koper

Slide 22 - Quiz


Wat zie je hier?
A
Roest
B
Oxidatie

Slide 23 - Quiz

Wat was de dichtheid van een stof
A
hoeveel een stof weegt
B
het kookpunt van een stof
C
de bijzonderheden van een stof
D
de massa van 1 cm3 van de stof

Slide 24 - Quiz

Het kookpunt, het smeltpunt en het stolpunt is:
A
bij elke stof hetzelfde
B
is bij elke stof anders

Slide 25 - Quiz

Vaste stof
gas
vloeibaar
de vlam
gestolde kaarsvet
gesmolten kaarsvet

Slide 26 - Drag question

Nakijken begrippenlijst
1/3


Slide 27 - Slide

Doel van de les
Na vandaag kun je.......
- Je kunt een aantal eigenschappen van glas noemen. 
- Je kunt recyclen beschrijven. 
- Je kunt uitleggen waarom recyclen goed is voor het milieu. 
- Je kunt eigenschappen en toepassingen van glaswol en hout  noemen. 




Slide 28 - Slide

Toets...
Na de kerstvakantie. 

Stemmen! 
Maandag of donderdag? 

Slide 29 - Slide