Bronnen

Bronnen

klas 2

Oefenen met bronvragen

Lesdoelen

- We kijken naar wat geschreven en ongeschreven bronnen zijn en wat primaire en secundaire bronnen zijn. 

- Waarom zochten Europeanen nieuwe handelsroutes overzee?

oefenen met bronnen

1. Wat voor soort bron?

2. Geschreven of ongeschreven?

3. primair of secundair?

geschreven

ongeschreven

Is dit een geschreven of ongeschreven bron?

1. geschreven
2. ongeschreven

Is dit een geschreven of een ongeschreven bron?

1. geschreven
2. ongeschreven

Primaire en 

secundaire bronnen

primair

secundair

Primaire bronnen

• Zijn in de tijd waarover ze gaan gemaakt.   
• Kunnen heel betrouwbaar zijn, omdat de maker leefde in die tijd

• Zijn meestal gemaakt door iemand die bij de gebeurtenis aanwezig was, maar dat hoeft niet altijd.

Secundaire bronnen 

• Zijn gemaakt door iemand die er niet zelf bij was, bijvoorbeeld omdat hij later leefde óf omdat hij ergens anders woonde.
  
• zijn minder betrouwbaar 

Een primaire bron is

1. later gemaakt
2. in die tijd gemaakt

Is dit een primaire of secundaire bron?

1. Primair
2. Secundair

Primaire of secundaire bron?

1. primaire bron
2. secundaire bron

Primaire bronnen

Secundaire bronnen

Dagboek

Egyptische mummie

Memo geschiedenisboek

Oude filmbeelden van de waternoodramp

Artikel op wikipedia

Aan de slag!

- We gaan in groepjes van 4 een powerpoint presentatie maken. 

- Elk groepje krijgt een onderzoeksvraag.

- Deze gaan jullie in de powerpoint uitwerken.

- Aan het eind van de les ga je de powerpoint voor de klas presenteren. 

- Gebruik bronnen (afbeeldingen, schilderijen, krantenartikelen) in je powerpoint > vertel hierbij of dit geschreven of ongeschreven bronnen zijn en of ze primair of secundair zijn. 

De groepjes 

In welke spullen handelde men in de middeleeuwen en waarom?

Wat was het belang van de Europese expansie?

Hoe verliep de ontdekking van de 'Nieuwe Wereld'?

Hoe onstond een Portugees handelsrijk in Azië?

Waarom wilden Europeanen naar Indië?

Wat was de Zijderoute?

Onderzoeksvraag per groepje: 

Wie was Marco Polo?

Wat was het Osmaanse rijk?

Voorbeeld mini Powerpoint