Lineaire verbanden

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Lineaire verbanden

Wanneer is er sprake van een lineaire grafiek?

1. Als de grafiek een vloeiende kromme is.
2. Als de grafiek steeds sneller gaat.
3. Als de grafiek een rechte lijn is.
4. Als de grafiek steeds langzamer daalt.

Is deze grafiek lineair?

1. Ja
2. Nee
3. Dat kun je niet weten

In de formule y=ax+b is a ...

1. het hellingsgetal
2. het startgetal

In de formule y=ax+b is b ...

1. het hellingsgetal
2. het startgetal

De grafiek bij deze tabel is lineair.

1. Waar
2. Niet waar

Wat kun je zeggen over
deze lijn?

1. De lijn is dalend
2. Je kunt niet zien of de lijn stijgt of daalt
3. De lijn is stijgend
4. De lijn is schuin

Wat kun je zeggen over
het hellingsgetal
van deze lijn?

1. Hellingsgetal is groter dan 0
2. Je weet niks over het hellingsgetal
3. Hellingsgetal is 0
4. Hellingsgetal is kleiner dan 0

Wat kun je zeggen over
het hellingsgetal
van deze lijn?

1. Hellingsgetal bestaat niet
2. Hellingsgetal is 3.
3. Hellingsgetal is 0
4. Hellingsgetal is 1

Wat is het startgetal in deze
formule?

1. 2
2. -2
3. 3
4. 0

Wat kun je zeggen over de
lijn die bij deze grafiek hoort?

1. De lijn daalt
2. De lijn stijgt
3. De lijn loopt horizontaal
4. De lijn loopt verticaal

Wat komt er op de plek van het vraagteken te staan?

1. 38
2. 35
3. 32
4. 46

Welke formule hoort bij deze tabel?
Let op het startgetal!

1. lengte in cm = 14 + 3t
2. lengte in cm = 11 + 3t
3. lengte in cm = 3 + 14t
4. lengte in cm = 11 - 3t

Welke grafiek heeft een
groter hellingsgetal?

1. De rode grafiek
2. De blauwe grafiek
3. Het hellingsgetal is hetzelfde

Wat is in de tabel het hellingsgetal?

1. 0,2
2. 5
3. 10
4. -5

Wat is het hellingsgetal in de tabel?

1. 1
2. -1
3. 4
4. 2