Trede 18.1: Start + vocabulaire + delend lidwoord

Aujourd'hui c'est mercredi le 1er février
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Aujourd'hui c'est mercredi le 1er février

Slide 1 - Slide


Hoe was je Poortweek?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Trede 15
  • Bespreken

Slide 3 - Slide

Start trede 18
  • Maak een periodedoel aan
  • Kies je niveau
  • 24-01-2023 tot en met 31-03-2023
  • Bespreken eindopdracht

Slide 4 - Slide

Trede 18: La santé et le bien-être
  • Vocabulaire: Voeding en gezondheid / formatief
  • Grammatica: ww -er / ontkenning / gebiedende wijs
  • Planning en eisen afronding trede 18: Learning Portal

Slide 5 - Slide

Leerdoelen week 4 / 5
  • Ik spreek de etenswaren uit in het Frans
  • Ik leer het delend lidwoord en kan dit toepassen 
  • Ik oefen de etenswaren in het Frans
  • Ik leer de woorden van trede 18 

Slide 6 - Slide

le programme
- le mot du jour
- uitleg apprendre 3
- exercices
- les devoirs

Het delend lidwoord

Slide 7 - Slide

het delend lidwoord

Bestaat niet in het Nederlands.

Als er in het Nederlands geen lidwoord voor het zelfstandig naamwoord komt, dan krijg je in het Frans het delend lidwoord

Slide 8 - Slide

Het delend lidwoord

Je vormt het delend lidwoord door het Franse woordje "de" te combineren met het bepaald lidwoord:


de
le
du
de
la
de la
de
l'
de l'
de
les
des

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Het delend lidwoord
Als je in het Nederlands geen lidwoord gebruikt (bijv. : koffie, appels, jongens, meisjes, kaas -> ... ?).

Let op: het delend lidwoord wordt de/d' :
1. na ontkenning (il n' a pas de copains, hélas)
2. na hoeveelheidswoord (elle a mangé beaucoup de tartines au petit déjeuner)



Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Phrases exemples
un kilo de bananes = een kilo bananen
un litre de limonade = een liter limonade
une bouteille d'eau = een fles water
beaucoup de jeunes = veel jongeren
Je ne bois plus d'alcool. = Ik drink geen alcohol meer.
un paquet de biscuits = een pak koekjes
Je ne mange jamais de viande. = Ik eet nooit vlees.






Slide 17 - Slide

Werkdoelen week 4 / 5 
  • Les aliments T7
  • Un tas de choses dans mon sac à dos T14
  • Vocabulaire trede 18 

Slide 18 - Slide