EHBO - Huidwonden + Brandwonden

EHBO - Huidwonde + Brandwonde
1 / 45
next
Slide 1: Slide
GASVBuitengewoon secundair onderwijs

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

EHBO - Huidwonde + Brandwonde

Slide 1 - Slide

Huidwonden - 10.16
Cursus vanaf pg. 251

Slide 2 - Slide

Welke soorten huidwonden ken jij?

Slide 3 - Mind map

  • Wat is er gebeurd? 
  • Waar heeft deze jongere pijn? 
  • Heb je dit ook al eens gehad?
  • Wat heb je toen gedaan?  

Slide 4 - Slide

Schaafwonde
Snijwonde
Steekwonde
Wat stel je vast?
Rood, vuil
Rood
Klein wondje
Hoeveel bloed 
Niet zo veel
Bloedt fel/ licht afhankelijk van diepte
Niet zo veel 
Pijn
Veel pijn
Minder pijnlijk
Niet zoveel pijn
Oorzaak
Bvb. vallen met de fiets
Bvb. in je vinger snijden
Bvb. in een spijker stappen

Slide 5 - Slide

Brandwonde
Scheurwonde
Bijtwonde
Blaar
Vaststelling
Verbrandde huid
- mglks blaren
- gescheurde huid
- wondrand rafelig
letsel door tanden mens of dier
vochtzakje in of onder de huid
Hoeveel bloed?
Weinig
Weinig
afhankelijk van plaats en intensiteit beet
zelden
Pijn 
Afhankelijk van graad brandwonde
kan erg pijnlijk zijn
afhankelijk van plaats en intensiteit beet
eerder lastig door plaats
Oorzaak
- warmte
- elektriciteit
- straling
- stroom
- chemische stoffen
- extreme koude
- medicatie
- bestraling
- leeftijd
- botsing vd huid
beet van mens of dier
- wrijving

Slide 6 - Slide

Welke wonde heb jij al eens opgelopen?
Schaafwonde
Snijwonde
Steekwonde

Slide 7 - Poll

Stappenplan
          1. Veiligheid: 
                   - oorzaak wonde wegnemen (bvb. glasscherven)
                   - zorg dat je niet in contact komt met bloed van                                      slachtoffer (handen ontsmetten/          
                       wegwerphandschoenen)
                   - laat slachtoffer zitten  

Slide 8 - Slide

          2. Vraag wat er gebeurd is. 
-              - schat in met welke huidwonde je te maken hebt

 
          3. Verwittig hulp 
               - roep een volwassene, deze kan inschatten of verdere 
                  hulp nodig is

Slide 9 - Slide

            4. Verleen verdere eerste hulp
= wat doe je? 
1. Wonde bloedt nog --> bloed stelpen
2. Is er water beschikbaar? 

Slide 10 - Slide

JA 
Er is water beschikbaar 

  • Reinig grondig met lauw stromend water.
  • Richt waterstraal rechtstreeks op wonde (om vuil weg te spoelen).
  • Hardnekkig vuil? Wrijf met steriel kompres. 
  • Dep wonde droog met propere handdoek. 
  • Bedek wonde. 
  • Was je handen/ trek wegwerphandschoenen uit. 

Slide 11 - Slide

Nee
Er is geen of te weinig water beschikbaar 

  • Reinig met ontsmettingsmiddel. Dep met kompres vuil uit de wonde. 
  •  Hardnekkig vuil? Wijf met steriel kompres. 
  • Geen vuil mee in wonde? Ontsmet met zuiver kompres. 
  • Dep droog met propere handdoek. 
  • Bedek wonde. 
  • Trek wegwerphandschoenen uit/ ontsmet je handen. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

EHBO
Verbandleer: (volgt nog uitgebreider)
* Spiraalverband arm
* Kruisverband hand
* kruisverband voet
* Scharnierverband elleboog
* drukverband


Slide 14 - Slide

spiraalverband

= om een steriel kompres op zijn plaats te houden 

1) leg het begin een beetje schuin + eerste winding
2) tweede winding +  vouw het tipje een beetje schuin 
3) windingen die telkens overlappen 
4) maak vast met haakjes of pleister 
drukverband 

= om bloedingen te stelpen 

1) kompres op wonde 
2) houd kortste einde vast 
3) draai enkele malen stevig rond 
4) breng bovenop de plaats van de wonde een prop en draai de zwachtel verder rond 
5) knoop stevig vast 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Scharnierverband elleboog

Slide 17 - Slide

spiraalverband



drukverband

Slide 18 - Slide

Wanneer was je je handen bij het verzorgen van een wonde?

Slide 19 - Open question

Brandwonden

Slide 20 - Slide

Wie heeft al eens een brandwonde gehad?
Ja
Neen
Ik weet het niet.

Slide 21 - Poll

Welke verschillende brandwonden ken je?

Slide 22 - Mind map

Wat is een brandwonde?

"Een brandwonde is beschadiging van de huid die veroorzaakt wordt door warmte, elektriciteit, chemische stoffen, wrijving, straling of stroom." 

Er zijn verschillende soorten, van licht tot ernstig. 

Slide 23 - Slide

Plaats de juiste soort brandwonde bij de juiste foto. 
Eerstegraads
Tweedegraads
Derdegraads

Slide 24 - Drag question

Soorten brandwonden
Eerstegraads
Tweedegraads
Derdegraads
Huid = rood
Licht gezwollen
Pijnlijk
Eerstegraads + 
blaren (kan openspringen)
Zeer pijnlijk
Huid = zwart, perkamentachtig of wit
Geen pijn = zenuwen zijn vernietigd
Daarrond = lichtere brandwonden 

Slide 25 - Slide

Stappenplan
          1. Veiligheid: 
                   - oorzaak wonde wegnemen (bvb. kookplaat            
                      uitschakelen)
                   - zorg dat je niet in contact komt met bloed van                                      slachtoffer (handen ontsmetten/          
                       wegwerphandschoenen)
                   - laat slachtoffer zitten  

Slide 26 - Slide

          2. Vraag wat er gebeurd is. 
-              - schat ernst brandwonde in
 
          3. Verwittig hulp 
               - roep een volwassene, deze kan inschatten of 
                  slachtoffer naar de dokter moet

Slide 27 - Slide

            4. Verleen verdere eerste hulp
  • "Eerst water, de rest komt later".
  • Richt waterstraal enkele cm's over wonde.
  • Koel 10, liefst 20 minuten (tot pijn is verlicht). 
  • Verwijder kledij als ze niet aan de huid vastkleven. 
  • Eerstegraadswonde? Breng vochtinbrengende crème aan.
  • Tweedegraad (intact)? Hydrogel met kompres. 
  • Arts? Nat wondverband! 

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Slide

Welke soorten huidwonden heb je?
A
Schaafwonde, snijwonde en papierwonde.
B
Schaafwonde, stompwonde en snijwonde.
C
Snijwonde, steekwonde en prikwonde.
D
Schaafwonde, snijwonde en steekwonde.

Slide 31 - Quiz

Juist of fout.
Veiligheid: kom in contact met bloed of andere lichaamsvochten.
A
Juist
B
Fout

Slide 32 - Quiz

Bij het verzorgen van een huidwonde.
Wanneer er stromend water in de buurt is, gebruik je dit best.
A
Juist
B
Fout

Slide 33 - Quiz

Met wat start je bij het verzorgen van een huidwonde?
A
Omgeving wonde droogdeppen.
B
Hardnekkig vuil uit de wonde halen.
C
De wonde reinigen onder stromend water.
D
De wonde afdekken.

Slide 34 - Quiz

Wat doe je het laatst wanneer je een wonde hebt verzorgd?
A
In je handen klappen
B
Je handen wassen
C
Je gezicht wassen
D
De handen van het slachtoffer wassen

Slide 35 - Quiz

Mag je blazen op een huidwonde?
A
Ja
B
Nee

Slide 36 - Quiz

Moet je naar een dokter in de volgende situatie:
Je hebt een kleine schaafwonde na een val met de fiets.
A
Ja, je moet naar de dokter.
B
Nee, je moet niet naar de dokter.

Slide 37 - Quiz

Moet je naar een dokter in de volgende situatie:
Er zit een voorwerp in de wonde.
A
Ja, je moet naar de dokter.
B
Nee, je moet niet naar de dokter.

Slide 38 - Quiz

Juist of fout?
Een brandwonde maak je schoon met water en zeep.
A
Juist
B
Fout

Slide 39 - Quiz

Welke brandwonde
zie je hier?
A
Eerstegraads
B
Tweedegraads
C
Derdegraad

Slide 40 - Quiz

Welke brandwonde zie
je hier?
A
Eerstegraads
B
Tweedegraads
C
Derdegraads

Slide 41 - Quiz

Welke brandwonde
zie je hier?
A
Eerstegraads
B
Tweedegraads
C
Derdegraads

Slide 42 - Quiz

Hoe herken je een brandwonde in de eerste graad?
A
De huid ziet rood.
B
Op de huid ligt een blaar.
C
De huid ziet zwart.

Slide 43 - Quiz

Hoe herken je een brandwonde in de tweede graad?
(belangrijkste kenmerk!)
A
De huid ziet rood.
B
Op de huid ligt een blaar.
C
De huid ziet zwart.

Slide 44 - Quiz

Hoe herken je een brandwonde in de derde graad?
(belangrijkste kenmerk!)
A
De huid ziet rood.
B
Op de huid ligt een blaar.
C
De huid ziet zwart.

Slide 45 - Quiz