1.1 & 1.2 Fictie: ruimte, sfeer, spanning & manipulatie

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

FICTIE

- Twee boeken, twee opdrachten

Je moet de boeken dus echt lezen, want je krijgt er een beoordeling voor die meetelt.

Aan het eind van deze les

heb je kennis over:

- thema's en motieven

- hoe spanning kan worden gecreëerd in een verhaal

- waar je geschikte boeken kunt vinden

fictie 1.1 & 1.2 theorie

thema's & motieven

spanning

manipulatie

Thema's

- Een verhaal/boek kan meerdere thema's hebben. Het ligt eraan hoe iemand het interpreteert. (betekenis geven)

-Het is van belang dat jij het thema weet te onderbouwen met argumenten.

- Het thema beschrijft in één zin de belangrijkste gebeurtenissen.

Motieven

- Naast het hoofdthema kunnen kleine thema's bestaan: motieven

- gevoelens, situaties, gebeurtenissen of gedachten die steeds weer opduiken.

Spanning

Een schrijver kan een spannend moment beschrijven, maar ook andere manieren gebruiken om de spanning  op te bouwen.

manipulatie

1. cliffhanger (het verhaal wordt afgebroken op een spannend moment)

2. vertragen (extra lang over een scene doen, waardoor jij langer op de ontknoping moet wachten)

3. Uitstellen

4. Uitstellen, bijv. door een flashback

5. Overgaan op een andere verhaallijn

Dwaalspoor

Op een dwaalspoor brengen (je krijgt aanwijzingen waardoor je denkt te weten wat er gebeurd is, maar het blijkt heel anders te zitten.

Vooruitwijzing

De auteur noemt alvast iets om jou nieuwsgierig te maken.

Informatievoorsprong

Jij weet soms meer dan de personages in het verhaal.

Open plekken

Door niet alles al te vertellen, maar open plekken te laten in het verhaal wordt spanning opgebouwd.

Opdrachten

1. Maak de opdrachten van fictie, zoals die op de studiewijzer staan.

2. Kies twee boeken uit en overleg met de docent of deze akkoord zijn voor je opdrachten. 

EIS: fictie, lezen voor de lijst

3. Start zo snel mogelijk met lezen

boeken?

Zie de linkjes in SomToday in de map fictie