Leefomgeving H.11 Zorg dragen voor de ziekenkamer

Leefomgeving
Hoofdstuk 11
Zorg dragen voor de ziekenkamer
1 / 25
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Leefomgeving
Hoofdstuk 11
Zorg dragen voor de ziekenkamer

Slide 1 - Slide

In dit hoofdstuk behandelen we de volgende onderwerpen:
- rekening houden met de wensen van de cliënt
- onderhoud van de ziekenkamer
- waarom moet je soms desinfecteren
- de meest gebruikte desinfectiemiddelen
- bescherming bij desinfecteren
- richtlijnen voor het gebruik van desinfectiemiddelen

Slide 2 - Slide

Als zorgverlener moet je flexibel zijn en je kunnen aanpassen aan de situatie van het moment
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Wanneer een cliënt zich niet lekker voelt, moet je als zorgverlener toch het geplande programma volgen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Extra richtlijnen voor het schoonhouden van de leefruimte van een zieke cliënt:
- zorg ervoor dat de bel, telefoon binnen handbereik van de zieke ligt
- zorg ervoor dat er een bedlampje is
- zorg voor voldoende frisse lucht, maar pas op voor tocht en kou
- zorg ervoor dat de ruimte opgeruimd is
- neem steeds goed stof af, wanneer de zieke in deze kamer ligt 

Slide 5 - Slide

Extra richtlijnen voor het schoonhouden van de leefruimte van een zieke cliënt:
- verwijder regelmatig het afval uit de afvalemmers en maak de emmers goed schoon met een sopje
- geef de bedden regelmatig een grote beurt
- let erop dat na het schoonmaken alle persoonlijke spullen weer op de juiste plaats staan

Slide 6 - Slide

Luchtjes uit een spuitbus of een luchtverfrisser zijn gezond?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Verschillende ziekten worden overgedragen via bloed, braaksel, speeksel, wondvocht en ontlasting
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Bij welke ziekten moet je als beroepskracht extra hygiënisch werken?

Slide 9 - Open question

Bij desinfecteren breng je het aantal micro-organismen terug tot acceptabele waarden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Door te steriliseren is besmetting mogelijk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Desinfectiemiddelen vallen onder de groep bestrijdingsmiddelen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Wat is geen desinfectiemiddel?
A
Lysol
B
Cif
C
Chloor
D
Soda

Slide 13 - Quiz

De meest gebruikte desinfectiemiddelen zijn:
- chloor
- lysol
- dettol
- Actisan-5L
- alcohol
- quats
- soda

Slide 14 - Slide

Chloor:
- in tabletvorm als vloeibaar product
- voordeel: dat de meeste micro-organismen worden gedood en dat het snel werkzaam is
- nadeel: doodt niet alleen de ziekteverwekkende micro-organismen, maar ook de goede en het verliest een deel van zijn werking door vuil
- kan irriterend zijn voor de luchtwegen
- Chloor is belastend voor het milieu

Slide 15 - Slide

Lysol
- vloeibaar desinfectiemiddel voor oppervlakten
- zeer giftig en mag niet gebruikt worden bij voedselbereiding
- kan huidirritaties geven
- werkt vooral tegen bacteriën en schimmels
- werkt minder goed tegen virussen

Slide 16 - Slide

Dettol
- is verwant aan lysol en heeft een snelle bacteriedodende werking
- doodt ook gisten en schimmels
- houdt zijn werking bij vuil en zeepresten
- niet giftig
- kan met water of alcohol gemengd worden
- niet geschikt voor het desinfecteren van materialen

Slide 17 - Slide

Actisan-5L
- gebruikt als desinfectiemiddel bij besmettelijke ziekten
- sterke werking tegen micro-organismen
- verkrijgbaar in tabletvorm
- irriterend voor de slijmvliezen
- bij gebruik voldoende ventilatie nodig

Slide 18 - Slide

Alcohol
- doodt bacteriën en virussen
- oplossing van 70 procent werkt het beste
- nadeel: verdampt snel
- licht ontvlambaar en niet geschikt voor grote oppervlakten

Slide 19 - Slide

Quats
- sterke desinfecterende werking tegen bacteriën en schimmels
- werken minder goed tegen virussen
- voor huishoudelijk gebruik

Slide 20 - Slide

Soda
- reinigingsmiddel dat tevens een desinfectiemiddel is
- geschikt voor reinigen van koelkast en vriezer
- kan de huid irriteren

Slide 21 - Slide

Bij desinfecteren is het belangrijk dat je jezelf en je omgeving beschermt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Waar zitten de meeste bacteriën op?
A
Telefoon
B
WC-bril
C
Gebruikt schuursponsje
D
Toetsenbord

Slide 23 - Quiz

Vragen??

Slide 24 - Slide

Opdracht:
Maak lesbrief 6

Slide 25 - Slide