H3 Taalverzorging - Spelling

Welkom 3TD
Wat gaan we doen?

-opdr 1 t/m 5 nakijken                  -10 min
-1 woord, 2 soorten                         -5 min
-uitleg volt deelw als bn               -5 min
-opdrachten maken                      -10 min
-quiz met prijsje                              -5 min









Wat is het lesdoel?

Na deze les weet je hoe je een BN moet spellen.
vrijdag 2 februari
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom 3TD
Wat gaan we doen?

-opdr 1 t/m 5 nakijken                  -10 min
-1 woord, 2 soorten                         -5 min
-uitleg volt deelw als bn               -5 min
-opdrachten maken                      -10 min
-quiz met prijsje                              -5 min









Wat is het lesdoel?

Na deze les weet je hoe je een BN moet spellen.
vrijdag 2 februari

Slide 1 - Slide

Nakijken

opdracht 1 t/m 5
blz. 86, 87

Slide 2 - Slide

1 woord, maar 2 woordsoorten
FIETS
TROMMEL
BOEKEN
NAAR
WANT
STENEN

Slide 3 - Slide

Taalverzorging - spelling
blz. 88


voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord


eerst 2 vragen over je voorkennis

Slide 4 - Slide

Hoe herken je een
voltooid deelwoord?

Slide 5 - Mind map

Hoe herken je een
bijvoeglijk naamwoord?

Slide 6 - Mind map

voltooid deelwoord als bn
De foto is vergroot --> de vergrote foto.
Ik verwacht hem elk moment --> de verwachte vriend.
De weg is verbreed --> de verbrede weg.


Slide 7 - Slide

Regel
Een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord schrijf je
zo kort mogelijk!

Slide 8 - Slide

Voorbeeld

De vergrote foto      (niet vergrootte).
De verwachte vriend        (niet verwachtte).
De verbrede weg           (niet verbreedde).
Het gestrande schip          (niet gestrandde)

Maar: Het kind is gered --> Het geredde kind. 

Slide 9 - Slide

Oefenzinnen
  1. We kunnen de (vergroten).............. foto in de winkel afhalen.
  2. De fotograaf (vergroten, vt).............. onze foto van de bruiloft.
  3. Het (besteden).............. bedrag kun je declareren.
  4. De docent (besteden, vt).............. veel aandacht aan de werkwoordspelling.
  5. Het (verbreden).............. pad zag er goed uit.
  6. Gisteren (verbreden, vt)............... de tuinman het pad. 

Slide 10 - Slide

Tot slot
Het onvoltooid deelwoord (od)
maak je door een d achter het ww te zetten.

(zoeken)................ liep ik door de winkel.
Een heerlijk (smaken) ............ taartje.


Slide 11 - Slide

Aan de slag
opdracht 1 t/m 3 blz. 89

Als je klaar bent, vraag dan een nakijkblad.
timer
10:00

Slide 12 - Slide

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

het (bederven) vlees

Slide 13 - Open question

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Verwoesten: de ........ stad

Slide 14 - Open question



De kerktoren is verlicht.
De _____ kerktoren.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Slide 15 - Open question



De soep is gekruid.
De _____ soep.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Slide 16 - Open question



De kleding is zelf ontworpen.
De zelf _____ kleding.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Slide 17 - Open question

Luid (schelden, od)................liep hij naar buiten.

Slide 18 - Open question



De vogel is opgezet.
De _____ vogel.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Slide 19 - Open question

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Schrikken: een ........ voorbijganger
Schrikken: de ........ mensen

Slide 20 - Open question

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

het (stranden) schip

Slide 21 - Open question

Het ijsje is gesmolten. Het .... ijsje.

Slide 22 - Open question

De crisis werd verwacht. De ..... crisis.

Slide 23 - Open question

Er is veel geld aan besteed. Het ..... geld.

Slide 24 - Open question