Alle vormen hebben een kleur. Pas als het licht erop valt zie je de kleuren. De lichtgolven die ergens opvallen, worden weerkaatst. Die lichtgolven hebben een kleur; namelijk de kleuren van de regenboog. Door middel van een prisma kun je een lichtbundel splitsen: je ziet dan 7 gekleurde bundeltjes van één kleur: rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo, violet; dit noemen we het kleurenspectrum. Wanneer je al deze kleuren mengt krijg je wit. Bij rode voorwerpen worden allen de rode lichtgolven weerkaatst en zo gaat dat ook bij blauw, geel en alle andere kleuren. Wanneer er geen lichtgolf wordt weerkaatst, zie je zwart. Wanneer alle lichtgolven worden weerkaatst, zie je wit.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
De kleurencirkel
Een kleurencirkel is een manier om zichtbaar te maken hoe de primaire kleuren en secundaire kleuren
in elkaar overlopen.
Johannes Itten ontwikkelde deze kleurencirkel in 1930.
Slide 4 - Slide
Primaire kleuren:
Rood, geel en blauw zijn de primaire kleuren. Het zijn de zuivere kleuren en kan je niet krijgen door te mengen.
Met de primaire kleuren en zwart en wit kun je alle kleuren maken.
Slide 5 - Slide
Secundaire kleuren:
Zijn de kleuren groen, oranje en paars.
Ze zijn gemengd vanuit twee primaire kleuren.
Slide 6 - Slide
Tertiaire kleuren:
Dat zijn de onzuiverste kleuren, want ze bestaan uit een menging primaire kleuren+secundaire kleuren+eventueel zwart en wit.
Vaak zijn ze bruinachtig.
Slide 7 - Slide
Kleurfamilie
Een kleurfamilie dit zijn alle kleuren die uit dezelfde kleur zijn gemengd. Ze verschillen heel weinig van elkaar. Bijvoorbeeld alle kleuren rood. Maar ook roden en paarsen behoren tot dezelfde kleurenfamilie.
Slide 8 - Slide
Kleurcontrasten
• Een ander woord voor contrast is
tegenstelling.
• Bij kleurcontrast worden er twee
kleuren naast elkaar gebruikt die
tegen elkaar afsteken, bijvoorbeeld
blauw en oranje.
• Een kleurcontrast kan heel klein,
maar ook heel erg groot zijn. Je
moet de volgende kleurcontrasten
kennen:
o Warm-/ koudcontrast
o Complementair kleurcontrast
o Licht-/ donkercontrast
o Kleur-tegen-kleurcontrast
o Kwaliteitscontrast
Slide 9 - Slide
Warm-koud contrast
warme kleuren:
zijn warm en gezellig
lijken dichterbij
vormen een contrast met koude kleuren
koude kleuren:
zijn koel en rustig
lijken verder weg
vormen een contrast met warme kleuren
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Complementair kleurcontrast
• Een complementair kleurcontrast
treedt op als je een primaire en een
secundaire kleur die tegenover elkaar in de
kleurencirkel staan naast elkaar
gebruikt:
rood - groen
blauw -oranje
geel - paars
Slide 12 - Slide
Licht-donkercontrast
• Bij het licht/donkercontrast gaat het
om het contrast in lichte en donkere kleuren.
• Lichte en donkere kleuren steken
duidelijk tegen elkaar af.
• Lichte kleuren trekken de aandacht,
terwijl donkere kleuren verder weg
lijken.
-Zwart en wit is het grootste licht-donker contrast.
Slide 13 - Slide
kleur-tegen-kleur contrast.
In dit contrast worden de kleuren direct, zonder kleurverloop, tegen elkaar gezet. Het sterkste kleur tegen kleur contrast is het contrast tussen de primaire kleuren magenta, geel en cyaan. Maar ook het contrast tussen rood, geel en blauw is sterk.
Slide 14 - Slide
Doormiddel van kleurverloop kan in een tekening een geleidelijke overgang van licht naar donker worden gesuggereerd. Van een kleurverloop is sprake als de kleur geleidelijk verandert in een andere kleur, bijvoorbeeld van diepblauw naar wit.
Slide 15 - Slide
Kwaliteitscontrast
Een doffe tegenover een felle kleur geeft een kwaliteitscontrast. Het kwaliteitscontrast drukt men uit in de term verzadiging:
licht rose is minder verzadigd dan primair rood en heeft daardoor een hogere kleurhelderheid.
Slide 16 - Slide
Verzadigde en onverzadigde kleuren
Kleurhelderheid
Verzadigde kleurenbestaan uit Zuivere kleuren
Onverzadigde kleuren zijn Kleuren gemengd met zwart, wit (of grijs)
Kleurhelderheid vergroten doe je door Wit met een kleur te mengen om het lichter te maken
Kleurhelderheid verkleinen doe je door Zwart met een kleur te mengen om het donkerder te maken
Slide 17 - Slide
Wanneer een kunstenaar kleuren vlak naast elkaar zet mengen je ogen de keuren samen. Dit noem je optische kleurmenging.
In het pointillisme (post-impressionisme) deden de schilders dit door allemaal kleine stipjes door elkaar te zetten. Gele en blauwe stipjes mengen optisch vanaf een afstand tot groen.