Dinsdag 27 september

Bonjour la classe!


Bonjour
la classe !

On y va ....
1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bonjour la classe!


Bonjour
la classe !

On y va ....

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

vorige leerdoel 
Je hebt de Franse vormen van het bezittelijk voornaamwoord leren kennen
je weet dat het zelfstandig naamwoord de vorm van het bezittelijk voornaamwoord bepaalt

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Schrijf alle vormen van het bezittelijk voornaamwoord op die je kent (in het Nederlands

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

de bezittelijke voornaamwoorden enkelvoud
Maak de juiste combinaties.
MIJN
JOUW
ZIJN/HAAR
  mon
 ton
  son
  ta
  tes
  mes
  ses
   ma
  sa

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Het zelfstandig naamwoord bepaalt!
ma tante (v)
mon oncle (m
mes tantes / mes oncles

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorde naar het midden
les chiens
ma 
mon
mes
ton
ta
tes

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

de Bezittelijke Voornaamwoorden meervoud
Maak de juiste combinaties.
ONS/ONZE
JULLIE / UW
HUN
    nos
  votre
   leur
   notre
      vos
    leurs

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

I: Leg uit: waarom is de vertaling van zijn moeder sa mère?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

leerdoel
je weet dat je mon ton en son ook gebruikt voor vrouwelijke zelfstandige naamwoorden (enkelvoud)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Geen regel zonder uitzondering
de klinkerbotsing........

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Als een zelfstandig naamwoord met een klinker begint (a,e,i,o,u,h)....

dan krijg je OOK bij vrouwelijke zelfstandige naamwoorden mon, ton of son.

son école (v)
mon amie (v)
ton armoire (v)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) oncles (mannelijk meervoud)
A
ton
B
tes
C
son
D
ses

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) oncle
A
ton
B
tes
C
son
D
ses

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Bezittelijk voornaamwoord:
mijn vriendin=
A
ma amie
B
mon amie
C
mon ami
D
ma ami

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) mère
A
ton
B
ta
C
son
D
sa

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (hun) oncles
A
leur
B
leurs
C
sa
D
ces

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

ik kan het bezittelijk
voornaamwoord
gebruiken
A
🥰
B
🙂
C
🤔

Slide 17 - Quiz

grammaire 'het bezittelijk voornaamwoord' | bron H page 126
Au travail
ex. 30/31

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions