This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Wat gaan we doen vandaag?
- Groei op groei
- 3 vragen
- Uitleg
- Werken aan 2.10
- Examenopdrachten
- Nog twee lessen wat gaan we daar doen?
Slide 1 - Slide
Groei op groei
- Wat is groei op groei?
- Wat als er elk jaar 5% bij komt?
Slide 2 - Slide
Op één dag stijgt de prijs van bananen met 5% door slecht weer en met 10% door een bos brand. Is dit groei op groei?
A
Ja
B
Nee
Slide 3 - Quiz
De huizenmarkt staat op zijn kop. De prijzen zijn in maart met 5% gegroeid en in april met 6% Is dit groei op groei?
A
Ja
B
Nee
Slide 4 - Quiz
De huizenmarkt staat op zijn kop. De prijzen zijn in maart met 5% gegroeid en in april met 6%. Mijn huis was in februari 250.000 waard. Hoeveel is mijn huis na april waard? Tik de berekening in.
Slide 5 - Open question
Maken 2.10
- Klaar?
- Verlopen opgaven!
- Ontwikkelpunten
timer
10:00
Slide 6 - Slide
Klaas verkoopt aardbeien. Deze worden in één keer duurder. De prijs stijgt door de slechte oogst met 5% en op het zelfde moment stijgt de prijs met 11% door de hogere benzine prijs. Klaas verkocht de aardbeien voor 4 euro. Hoe duur zijn ze nu?
Slide 7 - Open question
Piet zet 5.000 euro vast op zijn bankrekening. Tegen een rente van 5%. Hoeveel geld heeft Piet na 2 jaar?
Slide 8 - Open question
In 2017 waren er 1,9 miljoen e-readers in 2018 waren er 2 miljoen e-readers. Met hoeveel procent is het aantal e-readers toegenomen?
Slide 9 - Open question
in 2016 kwamen er 400.000 bezoekers naar een museum. In 2015 waren dit er 20% minder. Hoeveel bezoekers waren er in 2015?
Slide 10 - Open question
Gemiddeld kocht een Nederlander voor 43 euro aan speelgoed. Hiervan werd 30% gekocht bij webwinkels. Bereken voor hoeveel miljoen euro er in totaal aan speelgoed werd gekocht bij webwinkels.
Slide 11 - Open question
Afsluiten
- Volgende week nog 1 onderwerp. Groei op groei.
- Is er nog een onderwerp waar je extra uitleg over wil?