biologie presentatie

H5 stevigheid en beweging
1 / 18
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H5 stevigheid en beweging

Slide 1 - Slide

inhoud 
- 5.1 Het skelet van een mens
- 5.2  Kraakbeenweefsel en beenweefsel
-5.3  Beenverbindingen
- quiz
- einde



Slide 2 - Slide



5.1 Het skelet van een mens
leerdoelen: 
-Je kunt de botten benoemen in een afbeelding van het skelet.
-Je kunt de functies van het skelet noemen.
-Je kunt pijpbeenderen en platte beenderen onderscheiden en kenmerken ervan noemen.

Slide 3 - Slide

Het skelet van de mens
Het skelet van de mens
Het menselijk skelet is een stevig geraamte binnen in het lichaam. Het bestaat uit meer dan 200 botten en zorgt ervoor dat we rechtop kunnen staan en bewegen.
-De schedel beschermt de hersenen en zit vast aan de wervelkolom.

-De borstkas (borstwervels, ribben en borstbeen) beschermt het hart en de longen.

-De schoudergordel (schouderbladen en sleutelbeenderen) verbindt de armen met het lichaam.

-Het bekken (heupbeenderen) verbindt de benen met het lichaam.

Slide 4 - Slide

Functies van het skelet
Je skelet heeft vier belangrijke functies:

Stevigheid –> Het skelet zorgt ervoor dat je lichaam rechtop blijft staan.

Vorm –> Het skelet bepaalt de vorm van je lichaam, zoals hoe lang of breed je bent.

 Bescherming –> Je botten beschermen belangrijke organen. Bijvoorbeeld:
Je ribben beschermen je hart en longen.
Je schedel beschermt je hersenen.

Slide 5 - Slide

Je skelet heeft twee soorten botten:

-Pijpbeenderen –> Lange, smalle botten die je vooral in je armen en benen vindt..

Platte beenderen –> Brede, platte botten die je vindt in je schedel en romp.

Voorbeelden: schedelbeenderen, ribben, schouderbladen.

Typen botten

Slide 6 - Slide

5.2 Kraakbeenweefsel en beenweefsel
leerdoelen:
-Je kunt kenmerken van kraakbeenweefsel en beenweefsel noemen en de delen ervan benoemen in een afbeelding.

-Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven.

Slide 7 - Slide

Wat is kraakbeen?
- Kraakbeen is een speciaal soort weefsel dat stevig én buigzaam is.
- Hoe ziet kraakbeen eruit?
Kraakbeencellen zitten in groepjes bij elkaar.
Ze maken een tussencelstof die het kraakbeen elastisch maakt.

Waar zit kraakbeen?
Het komt kraakbeen voor in:
- Neus
- Oorschelpen
- Tussen gewrichten (zorgt voor soepele bewegingen).
Kraakbeenweefsel

Slide 8 - Slide

Beenweefsel
-  Wat is beenweefsel?
Beenweefsel is hard en stevig, maar ook een beetje buigzaam.

- Hoe ziet het eruit?
Botcellen liggen in kringen rond smalle kanaaltjes met bloedvaten.
Cellen zijn verbonden door uitlopers.

-  Waaruit bestaat beenweefsel?
Kalkzouten → Maken botten hard.
Lijmstof → Zorgt dat botten buigzaam blijven.

Slide 9 - Slide

5.3 Beenverbindingen
leerdoelen: 
-Je kunt vier beenverbindingen onderscheiden.
-Je kunt delen van een gewricht noemen met hun functies.
-Je kunt de bouw en werking van drie typen gewrichten onderscheiden.

Slide 10 - Slide

Beweeglijke en onbeweeglijke verbindingen
Er zijn vier manieren waarop botten in ons lichaam met elkaar verbonden zijn:
Vergroeid (onbeweeglijk) – Sommige botten, zoals het heiligbeen en het staartbeen, zijn aan elkaar vastgegroeid. Hierdoor kunnen ze niet bewegen.
Naadverbinding (onbeweeglijk) – De schedelbeenderen zitten met naden aan elkaar vast. Dit zorgt voor stevigheid en voorkomt beweging.


Kraakbeenverbinding (beperkte beweging) – De ribben zitten met kraakbeen aan het borstbeen vast, waardoor ze een beetje kunnen bewegen. Dit helpt bij ademhalen.
Gewrichten (veel beweging) – De ribben en wervels zijn met gewrichten verbonden, waardoor veel beweging mogelijk is.

Slide 11 - Slide

Bouw van een gewricht
Een gewricht verbindt twee botten en zorgt ervoor dat ze kunnen bewegen. 

Gewrichtskogel & gewrichtskom – Het ene bot heeft een ronde kogel die in de kom van het andere bot past. Hierdoor kan het bewegen.

Kraakbeen – De botten zijn bedekt met een laagje kraakbeen, zodat ze soepel bewegen en minder snel slijten.

Gewrichtskapsel & gewrichtssmeer – Het gewrichtskapsel houdt de botten op hun plaats en maakt gewrichtssmeer aan. Dit werkt als smeervet, zodat de botten soepel blijven bewegen.

Kapselbanden – Bij veel gewrichten, zoals de knie, zitten extra stevige banden om het gewricht voor extra stevigheid en stabiliteit.

Slide 12 - Slide

Type gewrichten
- Kogelgewricht: de gewrichtskogel van het ene bot draait in de gewrichtskom van het andere.
- Rolgewricht: de botten draaien om de lengteas om elkaar heen voor een draaiende beweging.
- Scharniergewricht: het ene bot beweegt als een scharnier ten opzichte van het andere bot.

Slide 13 - Slide

Welke stof zorgt ervoor dat een bot niet zomaar breekt?
A
Alleen kalkzouten
B
Alleen lijmstof
C
Kalkzouten en lijmstof samen
D
Water

Slide 14 - Quiz

Welke stof zorgt ervoor dat een bot niet zomaar breekt?
A
Alleen kalkzouten
B
Alleen lijmstof
C
Kalkzouten en lijmstof samen
D
Water

Slide 15 - Quiz

Wat is de functie van kraakbeen in een gewricht?
A
Het verbindt de botten stevig aan elkaar
B
Het zorgt ervoor dat de botten soepel kunnen bewegen en minder slijten
C
Het maakt gewrichtssmeer aan
D
Het zorgt voor extra stevigheid rond het gewricht

Slide 16 - Quiz

Wat gebeurt er als een bot geen lijmstof meer bevat?
A
Het bot wordt buigzaam
B
Het bot breekt snel
C
Het bot wordt zachter
D
Het bot groeit sneller

Slide 17 - Quiz

einde!

Slide 18 - Slide