3 februari 2021

Klas 1
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Klas 1

Slide 1 - Slide

Les devoirs 
Huiswerk voor vandaag
Werkboek: chapitre 3: Beginnen aan ex. 17
Herhalen: chapitre 2: vocabulaire ABEFG - grammaire CH - bron F (les heures) - phrases-clés DI
Leren: chapitre 3: vocabulaire AB - grammaire C
Maken/leren voor de volgende les
In werkboek: ex. 17, 18
In LessonUp: Herhaal de onderdelen die je lastig vindt
Herhalen: chapitre 2: vocabulaire ABEFG - grammaire CG - bron F - phrases-clés DI
Leren: chapitre 3: vocabulaire AB + grammaire C (avoir)
Programme d'aujourd'hui
Révision grammaire H: la négation 
Faire ex. 18
Werken aan ex. 17

Slide 2 - Slide

Wat betekent de ontkenning ne...pas?
A
geen
B
niet
C
nooit
D
niet meer

Slide 3 - Quiz

In het Frans staat de ontkenning om de ...
A
persoonsvorm
B
zin
C
werkwoorden
D
zelfstandige naamwoorden

Slide 4 - Quiz

La négation

Slide 5 - Slide

Kies de juiste vorm van de ontkenning.
Je ... habite ... à Paris.
A
ne ..pas
B
n' ... pas

Slide 6 - Quiz

Let op!
  • Als ne voor een persoonsvorm staat die begint met een klinker / stomme h --> n'

  • Je ... habite ... à Paris.
  • habite = stomme h 
  • ne --> n'
  • Je n'habite pas à Paris.


Slide 7 - Slide

Kies de juiste vorm van de ontkenning.
Il ... joue... au foot.
A
ne ..pas
B
n' ... pas

Slide 8 - Quiz

In welke zin is de ontkenning goed toegepast?
A
Ne pas je aime l'école.
B
Pas l'école ne je aime.
C
J'aime ne pas l'école.
D
Je n'aime pas l'école.

Slide 9 - Quiz

Je comprends la négation.
A
Oui!
B
Je ne comprends pas la négation.
C
Un peu.

Slide 10 - Quiz

Maak deze zinnen ontkennend
  1. J'habite à Paris.
  2. Nous donnons le cadeau à maman.
  3. La leçon commence à huit heures.
  4. Le français, c'est facile.
  5. L'anglais, c'est difficile.
  6. Je suis en classe.

timer
5:00

Slide 11 - Slide

Maak deze zinnen ontkennend
  1. Je n'habite pas à Paris.
  2. Nous ne donnons pas le cadeau à maman.
  3. La leçon ne commence pas à huit heures.
  4. Le français, ce n'est pas facile.
  5. L'anglais, ce n'est pas difficile.
  6. Je ne suis pas en classe.

Slide 12 - Slide

Faire ex. 18
Opdracht: Onderstreep de vormen van avoir in de tekst (WB blz. 101)

                  (2e vraag) Hoeveel andere werkwoorden staan er in de tekst?


Slide 13 - Slide

Hoe vaak stond een vorm van het werkwoord avoir in de tekst van ex. 18?
A
1 keer
B
2 keer
C
3 keer
D
4 keer

Slide 14 - Quiz



Hoeveel keer staat er een ander werkwoord
(dus niet avoir) in deze tekst?
timer
1:00

Slide 15 - Open question


  • Samen ex. 18 beginnen
  • Schrijf de vertaling van de zinnen uit de tekst in je schrift
  • We maken tegelijkertijd 18a

  • Begin zelf aan ex. 17, 18, (15*)
  • Kijk daarna in LU van 3/2 voor blauwe opdr

Klaar? Dan ga je leren:
chapitre 2: helemaal
chapitre 3: vocabulaire AB - grammaire C



< 6,5

> 6,5

Slide 16 - Slide

Ex. 18a
We vertalen de zinnen (eerst zelf 5 min proberen)
--> we komen erachter welke vragen er worden gesteld --> 18a

Daarna: 18b maken (= hw)

timer
5:00

Slide 17 - Slide

Ex. 18
Vragen staan dikgedrukt (--> 18a)
  1. Hallo iedereen!
  2. Ik zoek een penvriend(in).
  3. Ik heet Jean-Baptiste en ik woon in Montpellier.
  4. Dat is in het zuiden van Frankrijk.
  5. Ik ben 12 jaar.
  6. Ik heb een zus.
  7. Zij heeft Maelys.
  8. Ik zit in de brugklas/ eerste klas.

Slide 18 - Slide

Ex. 18
Vragen staan dikgedrukt (--> 18a)
  1. En jij, hoe heet jij?
  2. Waar woon je?
  3. Hoe oud ben je?
  4. Wanneer is je verjaardag?
  5. Heb je een broer of een zus?
  6. En in welke klas zit jij?
  7. Antwoord snel!
  8. Tot snel!  - Jean-Baptiste

Slide 19 - Slide

Ex. 18
Vragen staan dikgedrukt (--> 18a)
  1. En jij, hoe heet jij?
  2. Waar woon je?
  3. Hoe oud ben je?
  4. Wanneer is je verjaardag?
  5. Heb je een broer of een zus?
  6. En in welke klas zit jij?
  7. Antwoord snel!
  8. Tot snel!  - Jean-Baptiste
18b
Schrijf een berichtje terug aan Jean-Baptiste. Geef antwoord op de vragen die hij stelt. 

Deze staan bij 18a.

timer
5:00

Slide 20 - Slide

Werken aan ex. 17
  • Doel: Ik kan in het Frans vertellen over mijn familie

  • Presenteer je familie (broers & zussen) aan de hand van afbeeldingen/tekeningen
  • Je mag in je schrift tekenen/ echte foto's gebruiken / https://www.toonytool.com/ etc

  • Opdracht: 




Inleveren: vóór 5 februari (in de LU van 5/2)
timer
10:00
Al klaar?
Kijk in LU 3/2 voor paarse/blauwe opdr.

Slide 23 - Slide

Voorbeeld

Slide 24 - Slide