SEMANA 45 - LUNES 4 Y MARTES 6-11-24

SEMANA 45 - LUNES 4 Y MARTES 6-11-24
1 / 26
next
Slide 1: Slide
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

SEMANA 45 - LUNES 4 Y MARTES 6-11-24

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

¿CÓMO FUNCIONA EL PRETÉRITO PERFECTO EN ESPAÑOL?
HOE WERKT DE 'VOLTOOID TEGENWOORDIGE TIJD IN HET SPAANS?
BEGINTAAK
timer
5:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

                                                   ¿Qué día es hoy?


Hoy es ________________________ de __________________________de 2024.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

LESDOELEN


Je kunt de voltooid tegenwoordige tijd in het Spaans correct vormen en gebruiken.
SUCCESCRITERIA

Je kunt de uitdrukking 'ik heb het heel leuk gehad' correct gebruiken in een gesprek of tekst.

Je kunt de regelmatige werkwoorden in de Pretérito Perfecto correct vervoegen.

Je kunt minimaal 5 onregelmatige voltooid deelwoorden correct herkennen en gebruiken

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Onregelmatige werkwoorden 

Hacer --> hecho = 
Decir --> dicho = 
Poner --> puesto = 
Ver --> visto = 
morir --> muerto = 
romper --> roto = 
abrir --> abierto = 
escribir --> escrito = 
volver --> vuelto = 
timer
5:00

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

timer
10:00
TOMA TU LAPTOP
VE A LA AGENDA DE HOY Y BUSCA EL LINK

ZELFSTANDIG WERKEN
timer
10:00

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Zet het werkwoord tussen haakjes in de Pretérito perfecto:
Nosotros (comprar) mucha ropa
A
he comprar
B
hemos comprado
C
he comprado
D
hemos comprar

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Zet het werkwoord tussen haakjes in de Pretérito perfecto:
Esta semana (viajar, yo) a Barcelona.
A
ha viajado
B
he viajido
C
he viajado
D
ha viajido

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Zet het werkwoord tussen haakjes in de Pretérito perfecto:
(tú, hacer) los deberes

A
has hacido
B
ha haciado
C
has hecho
D
has dicho

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Kies voor de juiste vorm van de Pretérito perfecto

Decir (tú)
A
Ha decido
B
Has dicho
C
Has decido
D
Han dicho

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Kies voor de juiste vorm van de Pretérito perfecto

Abrir (él)
A
Ha abrido
B
Has abierto
C
Hemos abrido
D
Ha abierto

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Kies voor de juiste vorm van de Pretérito perfecto

hacer (nosotros)
A
Hemos hecho
B
Has hecho
C
Hemos acido
D
Ha hacido

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Kies voor de juiste vorm van de Pretérito perfecto
volver (ellos, ellas,ustedes)
A
Hemos vuelto
B
Has vuelto
C
Han vuelto
D
Han volvido

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Kies voor de juiste vorm van de Pretérito perfecto
romper (él ella,usted)
A
He rompido
B
Has roto
C
Ha roto
D
Han roto

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Kies voor de juiste vorm van de Pretérito perfecto
ir (él ella,usted)
A
He ido
B
Has ido
C
Ha irido
D
Ha ido

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Kies voor de juiste vorm van de Pretérito perfecto
escribir (vosotros)
A
Habéis escribido
B
Habéis escrito
C
Héis escrito
D
Han escrito

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Kies voor de juiste vorm van de Pretérito perfecto
poner (nosotros)
A
Hemos ponido
B
Habéis puesto
C
Hemos puesto
D
Han puesto

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

¿CÓMO SE DICE EN ESPAÑOL?
'wij hebben gegeten'

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

¿CÓMO SE DICE EN ESPAÑOL?
'je bent naar school gegaan'

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

¿CÓMO SE DICE EN ESPAÑOL?
'wat heb je gedaan?'

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

ESCRIBE EL PARTICIPIO PASADO (voltooid deelwoord): hacer, abrir, escribir, decir, volver
EXIT TICKET

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

¿CÓMO SE DICE EN ESPAÑOL: het was leuk?"
EXIT TICKET

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

LESDOELEN


Je kunt de voltooid tegenwoordige tijd in het Spaans correct vormen en gebruiken.
SUCCESCRITERIA

Je kunt de uitdrukking 'ik heb het heel leuk gehad' correct gebruiken in een gesprek of tekst.

Je kunt de regelmatige werkwoorden in de Pretérito Perfecto correct vervoegen.

Je kunt minimaal 5 onregelmatige voltooid deelwoorden correct herkennen en gebruiken

Slide 26 - Slide

This item has no instructions