Possessivpronomen

Personalpronomen
ik = ich
jij = du
hij/zij/het/men = er/sie/es/man
wij = wir
jullie = ihr
zij (mv) = sie
u = Sie
Tekst
1 / 12
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Personalpronomen
ik = ich
jij = du
hij/zij/het/men = er/sie/es/man
wij = wir
jullie = ihr
zij (mv) = sie
u = Sie
Tekst

Slide 1 - Slide

De Nederlandse bezittelijke voornaamwoorden
ik --> mijn
jij --> jouw
hij, het --> zijn/zij --> haar
wij --> ons/onze
jullie --> jullie
zij (mv) --> hun
u --> uw

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

auf Deutsch
ich --> mein
du --> dein
er, es --> sein
sie --> ihr
wir --> unser
ihr --> euer
sie (Mz) --> ihr
Sie --> Ihr

Slide 4 - Slide

Hoe zijn de uitgangen in het Duits?
der Vater --> mein Vater
das Buch --> mein Buch
die Mutter --> meine Mutter--> vrl, dus een e extra
die Eltern --> meine Eltern, meervoud, dus een e extra

Slide 5 - Slide

Ergänze
1) ........ Tante ist sehr nett. (zijn)

Slide 6 - Open question

2) Hat ...... Vater auch einen schönen Wagen? (jouw)

Slide 7 - Open question

3) Ist das ...... Buch dort auf dem Tisch? (uw)

Slide 8 - Open question

4) Sind ..... Großeltern noch lebendig? (zijn)

Slide 9 - Open question

5) (Mijn).....Mutter und (hun) Vater kennen sich gut.

Slide 10 - Open question

Noem hier twee dingen die je geleerd hebt tijdens deze les

Slide 11 - Open question

Vertel hier een tip en een top!

Slide 12 - Open question