H3 17 oktober

H3E, le 17 octobre 
1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H3E, le 17 octobre 

Slide 1 - Slide

Planning 17/10:
- Les photos/ description
- imparfait (uitleg + oefenen)
- Liedje Gilbert Bécaud (oef. imparfait)

Slide 2 - Slide

Lesdoelen: na deze les heb je
- gecontroleerd of je de personen goed hebt beschreven (HW)
- de o.v.t. (imparfait) herhaald en toegepast (lessonup+oef)
- de luistervaardigheid geoefend

Slide 3 - Slide

Décrire quelqu'un:
Décris la personne de votre choix.

Slide 4 - Slide

L'imparfait

Pak je schrift erbij, maak notities

Slide 5 - Slide

Imparfait = Onvoltooid verleden tijd
Bijvoorbeeld: (NL)
ik gaf
jij had
hij deed
wij maakten
jullie liepen
zij dansten, enz.                 

Slide 6 - Slide

Wanneer gebruik je de imparfait? 
Om te vertellen hoe iets was in het verleden(1). Ook om over een gewoonte te vertellen.(2)

1. De film was geweldig     =       Le film était génial!
2. Vroeger speelde ik gitaar    =   Autrefois, je jouais de la guitare


Slide 7 - Slide

Hoe maak je de imparfait?
Neem de stappen hierna over 

Slide 8 - Slide

Stap 1: nous-vorm van een werkwoord.
Bijvoorbeeld:

(donner=geven)                     (nous) donnons
(avoir=hebben)                       (nous) avons
(faire=maken,doen)             (nous) faisons
(prendre=nemen)                  (nous) prenons
(finir=eindigen)                       (nous) finissons

Slide 9 - Slide

Stap 2: Je haalt -ons ervan af
Bijvoorbeeld:

(donner) donnons
(avoir) avons
(faire) faisons
(prendre) prenons
(finir) finissons

Slide 10 - Slide

Stap 3: achter de stam zet je de  uitgang:


(Zie volgende dia)

Slide 11 - Slide

"

Slide 12 - Slide

Dus:
(donner)  je donnais = ik gaf
(rester)  tu restais = jij bleef
(avoir) il avait = hij had
(faire) nous faisions = wij maakten/deden
(prendre) vous preniez = jullie namen/pakten
(finir)  ils finissaient = zij eindigden

Slide 13 - Slide

Uitzondering: être
Stap 1: Nous vorm = sommes
Stap 2: - ons eraf
Euh....Dat gaat niet :(

Slide 14 - Slide

De stam van être = ét
Dus:
j'étais = ik was
tu étais = jij was
il était = hij was
nous étions = wij waren
vous étiez = jullie waren/u was
ils étaient = zij waren

Slide 15 - Slide

Let op:
De verleden tijd van il y a = Il y avait

il y a = er is / er zijn
il y avait = er was /er waren

Slide 16 - Slide

Even oefenen...


Slide 17 - Slide

Combineer de personen met de juiste uitgangen 
-ais
-ais
- ait
- ions
- iez
-aient
Je
Tu
il/elle/on
Nous
Vous
Ils / elles

Slide 18 - Drag question

(avoir, ik had) ... une bonne note

Slide 19 - Open question

(parler,hij sprak) .....bien français

Slide 20 - Open question

(danser, wij dansten) .....non stop

Slide 21 - Open question

(détester, jij had een hekel aan) ..... les maths?

Slide 22 - Open question

(arriver, u arriveerde) .....15 minutes plus tard?

Slide 23 - Open question

(inviter, hij nodigde uit) ..... ses camerades de classe

Slide 24 - Open question

                               Questions?

Slide 25 - Slide

Chanson Gilbert Bécaud: Nathalie
Utilise la fiche afin de remplir les verbes (imparfait)

Slide 26 - Slide

Bon week-end!

Slide 27 - Slide