Verhaaltjessommen

Maak deze som:
10+10
1 / 28
next
Slide 1: Open question
RekenenSpeciaal OnderwijsLeerroute 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Maak deze som:
10+10

Slide 1 - Open question

Maak deze som:
5+5

Slide 2 - Open question

Maak deze som:
2+2

Slide 3 - Open question

Deze les leer je:
Over verhaaltjes sommen

Slide 4 - Slide

Stappenplan: Hoe los je een verhaaltjes som op?
. Lees de opdracht rustig en goed door.



Slide 5 - Slide

Stappenplan: Hoe los je een verhaaltjes som op?
Welke som moet je uitrekenen om een antwoord te geven op de vraag?
Is het een plus of een minsom?


Slide 6 - Slide

Stappenplan: Hoe los je een verhaaltjes som op?
Schrijf de som op

Slide 7 - Slide

Stappenplan: Hoe los je een verhaaltjes som op?
Reken de som uit.


Slide 8 - Slide

Stappenplan: Hoe los je een verhaaltjes som op?
Reken de som nog eens na. Klopt het antwoord als je nog een keer terugkijkt naar het verhaaltje?


Slide 9 - Slide

Voorbeeld:
Lees de opgave rustig en goed door.



Felix gebruikt voor 3 kopjes chocolademelk 1 schepje suiker. Hoeveel schepjes suiker heeft hij nodig voor 9 kopjes chocolademelk?

Slide 10 - Slide

Welke som moet je uitrekenen?

Felix gebruikt voor 3 kopjes chocolademelk 1 schepje suiker. Hoeveel schepjes suiker heeft hij nodig voor 9 kopjes chocolademelk?

Slide 11 - Slide

Reken de som uit.

Felix gebruikt voor 3 kopjes chocolademelk 1 schepje suiker. Hoeveel schepjes suiker heeft hij nodig voor 9 kopjes chocolademelk?

Slide 12 - Slide

 Reken de som nog eens na. Klopt het antwoord als je nog een keer terugkijkt naar het verhaaltje?



Felix gebruikt voor 3 kopjes chocolademelk 1 schepje suiker. Hoeveel schepjes suiker heeft hij nodig voor 9 kopjes chocolademelk?

Slide 13 - Slide

40
4
Jaylinn heeft 44 potloden. 4 volle doosjes van 10 potloden en dan nog ....... losse potloden.

Slide 14 - Drag question

's Morgens kijkt Sam op de thermometer, het is 8 graden. Die middag is het 5 graden warmer. Hoeveel graden is het dan?
A
10
B
12
C
11
D
13

Slide 15 - Quiz

Op de school van Charlotte zijn 17 meesters en juffen. Er zijn 5 meesters, hoeveel juffen zijn er?

Slide 16 - Open question

Joey heeft 25 kauwgomballen. Hij neemt er zelf 3 en geeft er nog 3 weg. Hoeveel kauwgomballen houdt hij over?
A
17
B
18
C
19
D
20

Slide 17 - Quiz

Boer Tristan heeft 16 dieren: schapen en lama's. Hij heeft 6 schapen. Hoeveel lama's heeft hij?

Slide 18 - Open question

Ik vind verhaaltjes sommen
moeilijk
makkelijk

Slide 19 - Poll

Jim is 10 jaar. Duuk is 2 jaar jonger. Hoe oud is Duuk?
A
12
B
8
C
10
D
6

Slide 20 - Quiz

In de klas van Elena zitten 27 kinderen. 20 jongens en ...... meisjes.
A
7
B
27
C
20
D
3

Slide 21 - Quiz

Kyra fietst met haar broertje 10 kilometer naar een speeltuin. Ze fietsen een kortere weg van 9 kilometer terug. Hoeveel kilometer hebben ze gefietst?
A
20
B
10
C
9
D
19

Slide 22 - Quiz

Mick deelt zakjes chips aan heel zijn klas van 33 kinderen. Hij koopt 7 pakken van 5 zakjes chips. Hoeveel zakjes chips houdt hij over?
A
5
B
15
C
2
D
35

Slide 23 - Quiz

Lucy heeft 105 stickers. Ze wil aan haar vriendinnetjes ieder 10 stickers geven. Hoeveel vriendinnetjes kan ze 10 stickers geven?
A
10
B
11
C
15
D
9

Slide 24 - Quiz

Hailey is over 6 dagen jarig. Het is nu maandag. Op welke dag is Hailey jarig?
A
zaterdag
B
zondag
C
maandag
D
dinsdag

Slide 25 - Quiz

Ise en Jet verdelen 6 snoepjes eerlijk. Hoeveel heeft ieder er?

A
6
B
2
C
3
D
4

Slide 26 - Quiz

In een huis zijn 2 kamers. In elke kamer staan 2 bedden. Hoeveel mensen kunnen er slapen?
A
2
B
6
C
8
D
4

Slide 27 - Quiz

Boer Luca heeft 10 dieren:
Hij heeft 6 schapen. Hoeveel kippen heeft hij?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 28 - Quiz