This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Weektaak 26 oktober t/m
30 oktober
Slide 1 - Slide
Belangrijke data
- ma. 26 oktober; start hybride onderwijs
- wo. 28 oktober, 3e uur; fotograaf
- do. 29 oktober, 7e uur; inhaaluur toetsen
- di. 3 november SO Lezen H2
- do. 5 november, 7e uur; inhaaluur toetsen
Slide 2 - Slide
Wat moet je aan het eind van de week kennen en kunnen?
Deze week leer je de volgende zaken;
- Wat weet ik al over de stof van hoofdstuk 2
- wat hoofdzaken en bijzaken zijn
- presenteren van de vermissing
- feedback geven en ontvangen
- hoe schrijf je een tekst voor een werkstuk
Slide 3 - Slide
Maandag
- Maak eerst Beter Spellen (zie volgende dia)
- Boek lezen
- Voorbereiden op H2
- Presentaties De vermissing 3, zie Classroom
Slide 4 - Slide
https:
Slide 5 - Link
https:
Slide 6 - Link
Welke uitspraak is waar?
A. Als je de hoofdzaken van een tekst wilt vinden, lees je het middenstuk. B. De belangrijkste informatie in een tekst noem je bijzaken. C. De lay-out van een tekst helpt vaak om de hoofdzaken te vinden. D. In de eerste en laatste zin van elke alinea staat vaak uitleg of een voorbeeld.
Slide 7 - Open question
In het vakantiepark worden voor kinderen het hele jaar door verschillende (a) A. aanrader B. activiteiten C. dankzij D. instructies E. opzet (1 pt.) georganiseerd
Slide 8 - Open question
Maak met de uitdrukking ‘geen rooie cent waard’ een zin, zodat de betekenis duidelijk wordt.
Slide 9 - Open question
Benoem het woord tussen haakjes. Ik heb gisteren voor hen (cupcakes) gebakken.
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord
D
bijvoeglijknaamwoord
Slide 10 - Quiz
Benoem het woord tussen haakjes. Ik (heb) gisteren voor hen cupcakes gebakken.
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord
D
bijvoeglijknaamwoord
Slide 11 - Quiz
Benoem het woord tussen haakjes. Ik heb gisteren voor hen cupcakes (gebakken).
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord
D
bijvoeglijknaamwoord
Slide 12 - Quiz
In welke zinnen staan de woorden in de juiste volgorde? A. Peter liep door het rode licht, terwijl hij aan het bellen was. B. Peter liep door het rode licht, terwijl hij was aan het bellen.
A
Goed
B
Goed
Slide 13 - Quiz
Neem de zinnen over en zet hoofdletters waar dat moet.
op zaterdagmiddag luistert emma altijd naar skyradio.
Slide 14 - Open question
Neem de zinnen over en zet hoofdletters en leestekens waar dat moet. Kies uit: punt, vraagteken, uitroepteken en komma
in de lente gaan we een weekend naar de efteling
Slide 15 - Open question
In dit boek werd de moord pas opgelost op de allerlaatste [...].
A
bladsijde
B
bladseide
C
bladzijde
D
bladzeide
Slide 16 - Quiz
Rika had verschillende […] over de vervolgopleiding meegenomen
A
foolders
B
folders
C
voolders
D
volders
Slide 17 - Quiz
Aan de slag!
In viertallen maak je een korte presentatie van 1 minuut over:
- waar zijn de leerlingen?
- waarom zijn ze daar?
- hoe gaat het nu met ze?
Gebruik de gegevens uit de vorige lessen.
Woensdag moet je de presentatie voor de
klas houden. Zie ook Classroom, de vermissing 3
timer
15:00
Slide 18 - Slide
Dinsdag
- Boek lezen
- Beter spellen maken
- Repetitie H1
- De vermissing 3, voorbereiden presentatie voor morgen
Slide 19 - Slide
Dinsdag
De vermissing deel 3, zie Classroom
Bekijk de tips hoe je een goede korte presentatie kunt houden.
Bereid samen de presentatie goed voor/
Slide 20 - Slide
https:
Slide 21 - Link
https:
Slide 22 - Link
Maken
- Taalverzorging H1;
Persoonsvorm in de TT en VT
timer
15:00
Slide 23 - Slide
Woensdag
- Beter Spellen
- Boek lezen
- Schrijven H2
Slide 24 - Slide
https:
Slide 25 - Link
Doel van de les
In deze les leer je;
de tekst voor een werkstuk schrijven
Maken;
- startopdracht, opdracht 1 en 3 in je digitale boek
- opdracht 2; maken in Classroom!! Deze opdracht moet uiterlijk woensdag 4 november, 10.00 uur ingeleverd zijn.