This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 25 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
DOELEN
- Je kunt een korte tekst schrijven
- Je kunt de 5w en h-vragen gebruiken om een korte tekst te schrijven
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Op de volgende slide staat een opdracht
Slide 4 - Slide
Opdracht: maak een logische tekst door de zinnen de goede volgorde te zetten.
Zet de blauwe zinnen in de goede volgorde in de rode vakjes.
Ze bleef toch volhouden door eetbare wortels op te graven en te eten.
Ze was namelijk vegetariër en at geen vis.
Op het eiland waren echter erg weinig eetbare planten.
De winnaar van Expeditie Robinson is maar liefst zes kilo lichter geworden tijdens de expeditie.
Nu ze terug is van het onbewoonde eiland, kan ze weer lekker eten.
Slide 5 - Drag question
Nu gaan we nadenken over de inhoud van de tekst
De opdrachten op de volgende slides zijn meerkeuzevragen.
Let op! De letters die voor de zinnen staan, staan niet in alfabetische volgorde.
Slide 6 - Slide
In welke zin staat informatie over 'wie'?
A
Zin a
B
Zin b
C
Zin c
D
Zin d
Slide 7 - Quiz
In welke zin staat informatie over 'wat'?
A
Zin a
B
Zin b
C
Zin c
D
Zin d
Slide 8 - Quiz
In welke zin staat informatie over 'waar'?
A
Zin a
B
Zin b
C
Zin c
D
Zin e
Slide 9 - Quiz
In welke zin staat informatie over 'wanneer'?
A
Zin a
B
Zin b
C
Zin c
D
Zin e
Slide 10 - Quiz
In welke zin staat informatie over 'waarom'?
A
Zin a
B
Zin b
C
Zin c
D
Zin e
Slide 11 - Quiz
In welke zin staat informatie over 'hoe'?
A
Zin a
B
Zin b
C
Zin c
D
Zin e
Slide 12 - Quiz
Korte tekst schrijven
- Een lang elo-bericht om iets te vragen aan je docent
- Een verslag van een excursie voor in de schoolkrant
- Een brief aan je idool waarin je vraagt of je een handtekeninig mag
-Een poster voor leerlingen waarin je oproept om te komen helpen op de open dag
-Een uitnodiging voor een hockeyfeestje
- Een e-mail waarin je uitlegt waarom de scooter die iemand op marktplaats verkoopt, aan jouw verkocht moet worden voor een lager bedrag dan dat de verkoper nu vraagt.
Slide 13 - Slide
Korte tekst schrijven
Soms moet je een korte tekst schrijven.
Het is handig om eerst alle informatie op een rijtje te zetten.
Daarvoor gebruik je zes vragen:
wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe.
Deze vragen noemen we de 5w+h-vragen.
Slide 14 - Slide
Zo schrijf je een korte tekst:
Schrijf op een papiertje kort de antwoorden op de 5w+h-vragen.
Vertel eerst het belangrijkste.
Daarna geef je meer informatie over het hoe en waarom.
Verdeel je tekst in alinea’s.
Daar wordt de tekst overzichtelijker van.
Slide 15 - Slide
5w + h-vragen
wie
wat
waar
wanneer
waarom
hoe
Slide 16 - Slide
OPDRACHT:
Schrijf een nieuwsbericht op basis van deze vragen en antwoorden. Gebruik ongeveer 50 woorden. In de volgende slide typ je het nieuwsbericht.
Slide 17 - Slide
Typ hier jouw nieuwsbericht
Slide 18 - Open question
DOELEN
- Je kunt een korte tekst schrijven
- Je kunt de 5w en h-vragen gebruiken om een korte tekst te schrijven