dictee 23 x, xc, cc, ks en verkleinwoorden

Lees Goed
Denk ook aan hoofdletters, leestekens en streepjes
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Lees Goed
Denk ook aan hoofdletters, leestekens en streepjes

Slide 1 - Slide

Welk woord is goed gespeld?
A
nieks
B
nikks
C
niks

Slide 2 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
accent
B
akcent
C
accsent

Slide 3 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
saksofoon
B
saxofoon
C
saxxofoon

Slide 4 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
expositie
B
exposieti
C
ekpositie

Slide 5 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
excursie
B
excurtie
C
exkursie

Slide 6 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
suukses
B
sucses
C
succes

Slide 7 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
exprees
B
expres
C
ecpres

Slide 8 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
benelux
B
beenelux
C
Benelux

Slide 9 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
flexibele
B
vlexibele
C
D
flexibelle

Slide 10 - Quiz

Volgende week...
verkleinwoorden

Slide 11 - Slide

Welk woord is goed gespeld?
A
pianotje
B
pianootje

Slide 12 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
gilletje
B
giletje

Slide 13 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
dinggetje
B
dingetje
C
dienigetje

Slide 14 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
B
sluittinkje
C
sluutinkje
D
sluitinkje

Slide 15 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
koninkje
B
kominkje
C
konningkje

Slide 16 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
gangetjee
B
ganggetje
C
gangetje

Slide 17 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A

Slide 18 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A

Slide 19 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A

Slide 20 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A

Slide 21 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A

Slide 22 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A

Slide 23 - Quiz