Infecties en infectieziektes

Infecties en infectieziekten.


1 / 29
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Infecties en infectieziekten.


Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je hebt kennis van infecties en infectieziekten;
  • Cutane, aerogene, hematogene, genitale infecties
  • Besmetting en besmettingswegen
  • Ontstaan van een infectieziekte
  • Onderzoek soorten ziekteverwekkers
  • Uitbreiding van infecties (flegmone, abces, lymfangitis en lymfadenitis, bacteriëmie en sepsis)
  • Behandeling
  • Preventie

Slide 2 - Slide

Wat is het verschil tussen infectie en ontsteking?

Slide 3 - Open question

Verschil infectie en ontsteking
Een infectie is echter een besmetting met bacteriën of virussen die kan leiden tot een ziekte of ontsteking. Ontstekingen kunnen ook van binnenuit ontstaan, zoals een slijmbeursontsteking.

Slide 4 - Slide

Oorzaak van infecties
Micro-organismen :
  • virussen 
  • bacterien 
  • schimmels en gisten
  • wormen

 micro-organismen samen op één plek noemen we ‘flora’ :
darmflora, mondflora, huidflora en vaginale flora.

Residente flora: deze verzameling micro organismen heb je altijd bij je, zitten vaak in dieper gelegen huidlaag. 

Slide 5 - Slide

Ziekmakend?
Ziekteverwekkende micro-organismen kunnen a-pathogeen, opportuun pathogeen of pathogeen zijn.
  • a-pathogeen: niet ziekmakend
  • Opportuun pathogeen: betekent dat het micro-organisme alleen ziekmakend is wanneer het micro-organisme daar ruimschoots de kans voor krijgt. bijv, in een open wond
  • Pathogeen: micro-organismen die erom bekendstaan dat zij mensen ziek maken.
 


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Infectie
  • Micro-organismen breken in grote getale door de huid of slijmvlies-barrière heen. Er is dan sprake van een invasie.
  • Het lichaam verdedigt zich met de in het bloed aanwezige afweerstoffen en witte bloedlichaampjes.
  • De strijd die losbarst tussen de aanvallende micro-organismen en de verdediging van ons lichaam noemen we een infectie. 
  • Een infectie gaat altijd gepaard met ontstekingsverschijnselen.


Slide 8 - Slide

Ontsteking
Plaatselijke ontsteking

  • niet steriele ontsteking
  • steriele ontsteking

Slide 9 - Slide

Stadia van een ontsteking
  • Infiltraat
  • Abces
  • Etter/ pus
  • Perforatie 

Slide 10 - Slide

Noem de 6 verschijnselen bij een ontsteking.

Slide 11 - Open question

Infectie risico
Een dreigend probleem voor mensen met een verminderde weerstand ​

Opname in een ziekenhuis is al een risico om besmet te raken met een micro-organisme of virus​

Oorzaken:​
  • Veel mensen dicht bij elkaar​
  • Contact tussen geïnfecteerde en niet-geïnfecteerde zorgvragers​
  • De micro-organismen kunnen zich goed vermenigvuldigen




Slide 12 - Slide

Risicomomenten
Bepaalde momenten in de zorg  brengen extra risico’s op besmetting met zich mee. 
Micro-organismen kunnen worden overgedragen via een zorgvragers, zorgverleners, uit de omgeving, aan gebruiksvoorwerpen of verspreiden in de lucht. 

Deze risicomomenten zijn die waarop je contact maakt met:
  • bloed, lichaamsvocht en uitscheidingsproducten;
  • niet-intacte huid of slijmvliezen;
  • materialen die in aanraking zijn geweest met bloed, lichaamsvocht, uitscheidingsproducten, niet-intacte huid of slijmvliezen.


Slide 13 - Slide

Hoe kun je verspreiding van ziekteverwekkers voorkomen?

Slide 14 - Open question

Verspreiding voorkomen
Infecties voorkomen kan op verschillende manieren:​

  • Hygiënisch werken​
  • Gebruik van steriele materialen en disposables​
  • Desinfectie en reiniging​
  • Isolatie van besmettelijke zorgvragers ​



Slide 15 - Slide

Welke infectie komt het meest voor in het ziekenhuis
A
Urineweginfectie
B
Wondinfectie
C
Sepsis
D
MRSA

Slide 16 - Quiz

Van een MRSA-besmetting word je altijd ziek
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Geïsoleerd verplegen
Redenen:​
  • Zorgvrager loopt een gevaar een infectie op te lopen (beschermende isolatie) ​
  • Zorgvrager loopt het gevaar anderen te besmetten (bronisolatie)​
  • Beide vormen kunnen ook samen gebruikt worden (universele isolatie)



Slide 18 - Slide

Contact isolatie - barrière verpleging
Besmetting enkel door direct contact of voorwerpen 
Voorbeelden: slijmvlies- en huidaandoeningen en geslachtsziekten​. 

  • Op zaal verplegen, zorgvrager mag de zaal niet zonder reden verlaten​
  • Beschermende kleding bij direct contact ​
  • Handschoenen bij direct contact ​
  • Handen desinfecteren als je de beschermende kleding en handschoenen uitdoet en daarna weer​



Slide 19 - Slide

Bronisolatie
Vanwege de besmettelijkheid en de ernst van de ziekte 

Drie vormen:​
  • Contactisolatie/ barrière verpleging​
  • Standaardisolatie​
  • Strikte isolatie



Slide 20 - Slide

Standaard isolatie
Als besmetting plaats kan vinden door micro-organismen die door direct lichaamscontact en/of door de lucht op korte afstand worden verspreidt​

Voorbeelden: luchtweginfecties, virusinfecties en kinderziekten​

  • Eenpersoonskamer​
  • Zorgvrager mag kamer niet verlaten​
  • Beschermende kleding bij direct contact​
  • Handschoenen bij contact met besmettelijk materiaal​
  • Neus/mondmasker bij besmetting via de lucht​
  • Handen desinfecteren als je de beschermende kleding en handschoenen uitdoet en daarna weer​





Slide 21 - Slide

Strikte isolatie
Als een zorgvrager geïnfecteerd is met een zeer besmettelijk, een zeer slecht te bestrijden of een zeer gevaarlijk micro-organisme​

Standaard isolatie is niet voldoende om verspreiding te voorkomen​

Voorbeelden: E.S.B.L. MRSA-bacterie​, multiresistente open tuberculose​


Slide 22 - Slide

Strikte isolatie
  • Kamer met sluis ​
  • Altijd beschermende kleding ​
  • Mond/neusmasker bij besmetting via de lucht​
  • Handen desinfecteren bij verlaten kamer. 
  • In de sluis wordt de beschermende kleding uitgetrokken en de handen opnieuw gedesinfecteerd​




Slide 23 - Slide

Strikte isolatie kamer
Zorgvrager is besmettelijk voor anderen
Luchtdruk in de kamer is lager dan de luchtdruk buiten de kamer ​

Slide 24 - Slide

Ernstige vormen van infecties
  • flegmone
  • abces
  • lymfangitis
  • lymfadenitis
  • bacteriëmie

Slide 25 - Slide

Acute weefselontsteking
Flegmone

Oorzaak
  • Bacterie

Verspreidt zich via de weefselspleten onder de huid.

Slide 26 - Slide

Furunkel
Steenpuist

  • Diepe necrotiserende ontsteking.
  • Begint bij de ontsteking van een haarzakje of talgklier. 

Slide 27 - Slide

Bursitis
Slijmbeursontsteking

Oorzaken:
  • voortdurende wrijving
  • chronische druk


Slide 28 - Slide

Huiswerk
Opdracht: aandoeningen omschrijven:
  • abces
  • lymfangitis
  • lymfadenitis
  • bacteriemie
(definitie, oorzaak, symptomen, diagnostiek, behandeling)

Learnbeat, studieplanner week 12 

Slide 29 - Slide