Paragraaf 4.1 De koning en zijn leenmannen

Paragraaf 4.1 De koning en zijn leenmannen
Klas 1C
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

Paragraaf 4.1 De koning en zijn leenmannen
Klas 1C

Slide 1 - Slide

Planning
  1. Leerdoelen 
  2. Uitleg paragraaf 4.1
  3. Uitleg praktische opdracht 
  4. Lezen
  5. Aan de slag met de praktische opdracht
  6. Bespreken toets?

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen hoe het leenstelsel in de vroege middeleeuwen werkte 
  2. Je begrijpt waarom koningen in de middeleeuwen steeds minder macht hadden

Slide 3 - Slide

Leenstelsel
  • Reizen was in de middeleeuwen veel moeilijker dan nu
  • Karel de Grote kon niet alle plaatsen controleren
  • Leenmannen mochten het gebied dan voor hem besturen
  •  Een leenman had vier plichten
  • Zendgraven controleerden de leenmannen weer

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Het Frankische Rijk valt uiteen
  • Na de dood van de Frankische koning werd zijn rijk verdeeld onder zijn zonen
  • De meeste gebieden werden bestuurd door edelmannen
  • Sommige leenmannen verdeelden hun grond weer onder andere leenmannen: achterleenmannen
  • Koning kreeg steeds minder macht 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Stappen
  1. Iedereen leest zijn/haar hoofdstukken (les 1/2)
  2. Je beantwoord gezamenlijk de vragen over de hoofdstukken die in de opdracht staan (Les 2/3)
  3. Je schrijft een script (Les 4/5)
  4. Je maakt een film/toneelstuk op dat script (Iedereen moet in beeld en heeft een rol) (Les 5/in eigen tijd/flex)

Slide 8 - Slide

Lezen
  • Je zult eerst de hoofdstukken moeten lezen voor je kunt beginnen
  • Op teams in files
  • Daar krijg je nu 15 minuten de tijd voor 

Slide 9 - Slide

Aan het werk
  • Wat? Maak een taakverdeling en een planning.
  • Hoe? In je schrift. Zorg dat je het ook noteert op word. Dit moet je samen met je praktische opdracht inleveren.
  • Hulp? De docent, je boek en het internet
  • Tijd? 20 min.
  • Uitkomst? Je doet het voorbereidende werk voor de praktische opdracht
  • Klaar? Lees verder in je hoofdstukken

Slide 10 - Slide

Bespreken toets
  • Wat? We bespreken de vragen van de toets snel
  • Hoe? Als je een vraag hebt over je eigen antwoord bewaar je die tot na het bespreken
  • Hulp? Na het bespreken kun je naar me toe komen met vragen
  • Tijd? Max. 15 minuten
  • Uitkomst? Toets nabesproken
  • Klaar? Aan de slag met de praktische opdracht

Slide 11 - Slide

Volgende les 
  • Paragraaf 4.2
  • Praktische opdracht! Vergeet niet te lezen

Slide 12 - Slide