Verkiezingen

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Verkiezingen

Leerdoelen

1- Je kan uitleggen wat actief en passief kiesrecht betekent.

2- Je kan verschillende kiesstelsels met elkaar vergelijken.

3- Je kan uitleggen hoe de media invloed heeft op stemgedrag van kiezers en wat onze motieven zijn om te stemmen.

4- Je kan de stappen beschrijven van het formatieproces in NL.

5- Je kan uitleggen welke zaken belangrijk zijn rondom Prinsjesdag. 

Actief kiesrecht

Passief kiesrecht

Welke verkiezingen zijn er allemaal?

Tweede Kamer

Provinciale Staten

Gemeenteraad

Europees Parlement

Waterschappen

Kiesstelsel

Nederland: evenredige vertegenwoordiging

-> totaal aantal uitgebrachte stemmen wordt gedeeld door het aantal zetels. Voorbeeld: 10% van de stemmen = 10% van de zetels. Kiesdeler: hoeveel stemmen zijn nodig voor 1 zetel?

Amerika: meerderheidsstelsel

-> per gebied 'winner takes all'.

Hoe kiezen wij?

Gedeeltelijk afhankelijk van hoe partijen zich opstellen in verkiezingstijd.

-Op welke onderwerpen focussen ze zich?

-De aanval tegen andere partijen kiezen of gaan voor eigen verhaal?

-Peilingen hebben enorm veel invloed op kiezers. Toch zitten ze er ook wel eens naast.

Motieven voor stemmen

-De standpunten van een partij passen bij jou.

-Een partij komt op voor jouw belangen.

-Je kan strategisch stemmen.

-De lijsttrekker spreekt je aan.

Kabinetsformatie

1. Onderzoek door verkenner

2. De informatie met de informateur

3. De formatie met de formateur

4. Beëdiging van ministers en staatssecretarissen.

Belangrijkste personen Prinsjesdag

Minister-President

Koning

Minister van Financien

Tweede Kamerleden

Ministers

Wat zijn hun rollen?

Rijksbegroting

-Inkomsten en uitgaven per ministerie.

-Wordt door elke minister stukje geschreven en samengevoegd.

Miljoenennota

-Inkomsten en uitgaven voor heel Nederland.

-Plannen van het kabinet voor komende jaar.

-Hoe staat Nederland ervoor?

-Wordt samengesteld onder verantwoordelijkheid van de minister van Financien.

Ronde 1

Wat ga je doen?

-Maak groepjes van 3 of 4 personen. 

-Er moet een even aantal groepjes uitkomen.

Ronde 2

Wat ga je doen?

-Kies in je groepje 10 standpunten die jullie partij wilt bereiken.

-Je mag eventueel 1 of 2 standpunten zelf verzinnen.

Ronde 3

Wat ga je doen?

-Je maakt van jullie 10 gekozen standpunten een volgorde van welke jullie het meest belangrijk vinden. De meest belangrijke krijgt 10 punten, de nummer twee 9 punten, enz.

Ronde 4

Wat ga je doen?

-Jullie gaan met een ander groepje in gesprek.

-Jullie bepalen met de twee groepjes welke 10 standpunten jullie gezamenlijk willen houden.

-Hou je eigen puntentelling van je partij geheim voor de andere groep!

Ronde 5

Wat ga je doen?

-Jullie maken met de twee groepjes een gezamenlijk motto voor jullie regeerakkoord.

-Jullie moeten zo aan de rest van de klas kunnen vertellen welke standpunten voor jullie twee groepjes het belangrijkst zijn.

Ronde 6

Wat ga je doen? -> Je berekent je punten van je eigen partij, dus alleen je eigen groepje.

Hoe worden de scores bepaald?

-Als beide groepjes dit standpunt in hun lijst hadden staan, mag je de punten noteren die je toen aan dat standpunt had gegeven.

-Had maar 1 groepje dit op zijn lijst staan, dan krijgt die de punten voor dat standpunt.

-Standpunt samengevoegd of aangepast? Totaal aantal punten gedeeld door 2.