Les 4 H 4

Trabitour – Kapitel 4
  1. Hausaufgabe: Herhaal het vervoegen van het werkwoord
  2. Herhaal woordjes A
  3. Leer woordjes B en maak oef. 5 blz. 121
  4. Kijk een logo uitzending op www.logo.de. Je kunt over alle thema's iets zeggen maar 2 thema's moet je echt goed na kunnen vertellen - in het Duits. Maak een lijst met de moeilijke woorden
  5. maak kaartjes met de Woorden uit A en B die je echt niet kunt onthouden en neem ze mee naar de les.Logo.de 
  6. Hast du die Wörter gut gelernt? 
  7. Neue Wörter lernen.
  8. Konjugation der Verben wiederholen
  9. Arbeit mit dem Buch und Blättern 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Trabitour – Kapitel 4
  1. Hausaufgabe: Herhaal het vervoegen van het werkwoord
  2. Herhaal woordjes A
  3. Leer woordjes B en maak oef. 5 blz. 121
  4. Kijk een logo uitzending op www.logo.de. Je kunt over alle thema's iets zeggen maar 2 thema's moet je echt goed na kunnen vertellen - in het Duits. Maak een lijst met de moeilijke woorden
  5. maak kaartjes met de Woorden uit A en B die je echt niet kunt onthouden en neem ze mee naar de les.Logo.de 
  6. Hast du die Wörter gut gelernt? 
  7. Neue Wörter lernen.
  8. Konjugation der Verben wiederholen
  9. Arbeit mit dem Buch und Blättern 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Wörter A und B Seite 148 - 149
Wir lesen zusammen Wörter B und dann versucht ihr so viel wie möglich zu lernen
timer
5:00

Slide 3 - Slide

Übersetze jetzt
timer
5:00
1. de alinea
2. wandelen
3. klimmen 
4. zwemmen
5. de toeschouwer
6. lopen
7. skien 
8. raken/ ontmoeten
9. helaas
10 de vereniging
11. het racket; de rackets 
12. de inleiding
13. de wedstrijd
14. de goal, het doel
15. dromen
16. trots zijn op
17. schieten
18. nieuw
19. het uur
20. hardlopen 

Slide 4 - Slide

Noch eine Übung mit den schwachen Verben: 
  1.  Wenn du nicht (mitmachen)___, geht es schief.
  2. Warum (fragen) ___ ihr nicht den Lehrer?
  3. Wie (sagen) ___ man das auf deutsch?
  4. Wo (parken) ___ ihr den Wagen?
  5. Der Kranke (atmen) ___ ganz ruhig. 
  6. Du (reden) ___ nicht mehr davon.
  7.  Da (stimmen) ___ etwas nicht. 
  8. Ich (versuchen) ___ es noch einmal.
  9. Wo (wohnen) ___ dieser Junge Mann?
  10. Wieviel (kosten) ___ heutzutage ein Brot? 
Haben, sein, werden
1. Wenn ich Zeit (haben) ___ , komme ich gerne. 
2. Schön, dass ihr gekommen (sein) _
3. Wir (sein)___ damit gar nicht einverstanden.
4.Wie spät (werden) ___ unser Gast heute kommen? 
5. Die Kinder (werden) ___ schnell groß.
6. (Haben) ___ ihr es wirklich so eilig?
7. Ich (werden) ___ dich dort gerne besuchen.
8. (Haben) ___ dieser Junge denn gar keine Freunde?
9. Wo (sein) ___ Sie im Moment? 
10. (Haben) noch jemand für mich angerufen? 

Slide 5 - Slide

Wiederholung
Übungen 6 -11 Seite 124-125 

Slide 6 - Slide

Übung 6
1 fragst
2 sagen
3 essen
4 stimmt
5 kocht
6 protestieren
7 macht
8 höre
9 kaufen
10 kochst

Slide 7 - Slide

Übung 7
1 ihre Tasse
2 Ihr Rezept
3 mein Abendessen
4 dein Wasser
5 ihre Ernährung
6 seinem Beispiel
7 unser Mittagessen
8 eure Brötchen

Slide 8 - Slide

Übung 8
1 die Karotte
2 der Apfel
3 die Birne
4 die Banane
5 die Tomate
6 der Käse
7 die Butter
8 die Milch
9 die Wurst
10 das Brot

Slide 9 - Slide

Übung 9
1 essen
2 trinken
3 die Speisekarte
4 die Suppe
5 Stück
6 Zucker/Milch
7 Milch/Zucker
8 Teller
9 Mayo(nnaise) / Ketchup
10 teilen


Slide 10 - Slide

Übung 10
1 stam eindigt op een s-klank: Bij du krijg je alleen een t achter de stam, geen e.
2 stam eindigt op d of t: Bij du, er / sie / es en ihr krijg je eerst een e en dan pas de uitgang zoals bij wohnen. Dit gebeurt ook bij het voltooid deelwoord.

Slide 11 - Slide

Übung 10
1 Ich beweise euch, wie genial ich bin.
2 Du redest viel mit unserem Trainer.
3 Sie beantworten alle Fragen.
4 Es kostet nur 6 Euro.
5 Wir reisen nach Deutschland.
6 Ihr duscht immer so lang nach dem Training.
7 Sie schneidet das Gemüse klein.
8 Herr Schmidt, auf welchem Stuhl sitzen Sie?

Slide 12 - Slide

Übungen vom Blatt
Du bekommst jetzt von mir ein Blatt mit Übungen zum Thema Sport. 

Slide 13 - Slide

Aufgabe 4

Slide 14 - Slide

Aufgabe 4
Yvonne - Freeclimbing
Irene - Reiten
Tobias - Skispringen
Thilo - Sport im Watt
Sandra - Rhönradturnen
Mark - Autosport

Slide 15 - Slide