Herhaling geslachtsorganen (4.1)

Herhaling geslachtsorganen (4.1)
1 / 42
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhaling geslachtsorganen (4.1)

Slide 1 - Slide

Terugblik leerdoelen
  • Je kunt uitleggen welke organen tot het voortplantingsstelsel behoren
  • Je kunt de delen van de geslachtsorganen van een man en een vrouw benoemen, inclusief de overeenkomsten en verschillen
  • Je kunt de primaire geslachtskenmerken benoemen 

Slide 2 - Slide

Wat zijn de primaire geslachtskenmerken van een man?

Slide 3 - Open question

Wat zijn de primaire geslachtskenmerken van een vrouw?

Slide 4 - Open question

Balzak
Pubishaar
Voorhuid/eikel
Penis

Slide 5 - Drag question

Blaas
Bijbal
Zaadblaasje
Eikel
Zwellichaam
Penis
Teelbal
Balzak
Voorhuid
Prostaat
Zaadleiders
Urinebuis

Slide 6 - Drag question

In dit orgaan wordt urine opgeslagen
A
Teelballen
B
Bijballen
C
Prostaat
D
Blaas

Slide 7 - Quiz

In dit orgaan worden zaadcellen gemaakt
A
Prostaat
B
Teelballen
C
Bijballen
D
Zaadblaasjes

Slide 8 - Quiz

In dit orgaan worden zaadcellen opgeslagen
A
Zaadblaasjes
B
Teelballen
C
Bijballen
D
Prostaat

Slide 9 - Quiz

Deze twee organen voegen zaadvocht toe aan de zaadcellen
A
Teelballen + bijballen
B
Bijballen + prostaat
C
Teelballen + zaadblaasjes
D
Prostaat + zaadblaasjes

Slide 10 - Quiz

Dit orgaan voegt ook voedingsstoffen toe aan de zaadcellen
A
Prostaat
B
Zaadblaasjes
C
Bijballen
D
Teelballen

Slide 11 - Quiz

Dit orgaan sluit de blaas af tijdens de zaadlozing
A
Zaadleider
B
Urinebuis
C
Prostaat
D
Urineleider

Slide 12 - Quiz

Hierdoor komen urine en sperma naar buiten
A
Zaadleider
B
Urinebuis

Slide 13 - Quiz

Zet de organen waar zaadcellen doorheen gaan tijdens de zaadlozing in de juiste volgorde
Bijbal
Teelbal
Zaadleider
Urinebuis

Slide 14 - Drag question

Dit orgaan vult zich met bloed waardoor de penis stijf wordt (erectie)
A
Prostaat
B
Zwellichaam
C
Urinebuis
D
Zaadleiders

Slide 15 - Quiz

De eikel is gevoelig voor seksuele prikkels
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Bij een besnijdenis wordt de voorhuid weggesneden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Wat is de naam van onderdeel 5?
A
Bijbal
B
Prostaat
C
Blaas
D
Zaadblaasje

Slide 18 - Quiz

Wat is de naam van onderdeel 4?
A
Bijbal
B
Prostaat
C
Blaas
D
Zaadblaasje

Slide 19 - Quiz

Wat is de naam van onderdeel 7?
A
Bijbal
B
Prostaat
C
Blaas
D
Zaadblaasje

Slide 20 - Quiz

Wat is de naam van onderdeel 1?
A
Zwellichaam
B
Eikel
C
Urinebuis
D
Blaas

Slide 21 - Quiz

Ik kan de onderdelen van de man benoemen
Ja, allemaal
Gedeeltelijk
Nee, geen één

Slide 22 - Poll

Ik kan de functies van de onderdelen van de man benoemen
Ja, allemaal
Gedeeltelijk
Nee, geen één

Slide 23 - Poll

Maagdenvlies
Clitorseikel
Zwellichamen
Clitorishoed

Slide 24 - Drag question

Blaas
Vagina
Baarmoeder
Clitoris
Eierstok
Urinebuis
Eileider

Slide 25 - Drag question

De eicellen ontwikkelen zich in de eierstokken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Eicellen zijn vrouwelijke geslachtscellen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Bij de overgang beginnen de eicellen zich te ontwikkelen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

De ovulatie heet ook wel de eisprong
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

Tijdens de ovulatie komt er een eicel vrij
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

De eileiders vervoeren eicellen vanaf de eierstok naar de baarmoeder
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

Wat is de naam van deel 1?
A
Blaas
B
Eierstok
C
Vagina
D
Baarmoeder

Slide 32 - Quiz

Wat is de naam van deel 5?
A
Blaas
B
Eierstok
C
Vagina
D
Eileider

Slide 33 - Quiz

Wat is de naam van deel 7?
A
Blaas
B
Eierstok
C
Vagina
D
Eileider

Slide 34 - Quiz

Wat is de naam van deel 3?
A
Blaas
B
Eierstok
C
Eicel
D
Eileider

Slide 35 - Quiz

'De rijpe eicel "springt" van de eierstok naar de eileider'
A
Ovulatie
B
Bevruchting
C
Menstruatie
D
Innesteling

Slide 36 - Quiz

'Het klompje cellen hecht zich aan de baarmoederwand'
A
Ovulatie
B
Bevruchting
C
Menstruatie
D
Innesteling

Slide 37 - Quiz

'De kern van de eicel versmelt met de kern van de zaadcel'
A
Ovulatie
B
Bevruchting
C
Menstruatie
D
Innesteling

Slide 38 - Quiz

Hierin vindt de bevruchting plaats
A
Eierstok
B
Eileider
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 39 - Quiz

Ik kan de onderdelen van de vrouw benoemen
Ja, allemaal
Gedeeltelijk
Nee, geen één

Slide 40 - Poll

Ik kan de functies van de onderdelen van de vrouw benoemen
Ja, allemaal
Gedeeltelijk
Nee, geen één

Slide 41 - Poll