File 6 - 16/17/18/19

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welcome 

Games File 6

Tijdens de les

• Luister en kijk je aandachtig naar de uitleg.
• Je bent stil.
• Je Ipad blijft op de kop op je tafel.
• Heb je een vraag, hand op.
• Je wacht op je beurt en roept niet door de klas.
• Je begint pas wanneer dit gezegd wordt.

Waarschuw algemeen 1 x - je kent ze!
= 

Andere plek rest v/d les of schrijven(Ipad)

3de x = Time Out

Leerdoelen

Je kent de verschillende Question Words en kunt ze toepassen in een zin

Je leert hoe je met het werkwoord Can en Do vragen kunt maken.

Je kunt Can en Do toepassen in een vraagzin.

This lesson

1. Uitleg en oefenen	15 min	Making questions
3. Make	20 min	Homework
4. Kahoot	10 min	test yourself

  Do you
remember 

Vul alle vormen van to be in:
(I am..etc)

werkwoord 'zijn'

verb 'to be'

'To be'

question

(vragend)

Ben	ik?
Ben	jij?
Is	zij?
Is	hij?
Is	het?
Zijn	wij?
Zijn	jullie?
Zijn	zij?

Am	I
Are	you?
Is	she?
Is	he?
Is	it?
Are	we?
Are	you?
Are	they?

You:................................?

Ogres: Yes, I'm very dangerous!



You:........................................................?
Ogre: Yes, I am very dangerous.

You: .......................................?
Ogre: Yes I am very hungry. Bring me a sheep and maybe I will let you go past me.



You:........................................................?
Ogre: Yes I am very hungry. Bring me a sheep and maybe I will let you go past me.

Vragen met To be and Can

• To be = zijn 

• Can =  kun/kan
• Wanneer je een vraag maakt met  de werkwoorden To be of Can, dan komen deze altijd vooraan in de zin!
  

Bedenk een vraag met 'Can'

Can (vragen met kunnen)

Can I jump?                             Can we ask?

Can you write?                       Can they talk?

Can he / she / it help?         Can you draw? 

Do/Does- altijd hele ww

Does > He/she/ it                                         (1 persoon)

Do > We/They/You en I        (meer personen en ik)

•     Do we have twenty bottles of water with us? (to have)
• Does he walk 10 miles every day? (to walk)

Vragen maken met Do of Does!

'Does' gebruik je bij:

1. he/she/it
2. you/they
3. we/they
4. I

Kies: do of does

1. Do you like gaming?
2. Does you like gaming?

Does she .... biscuits?

1. like
2. Likes

Kies: do of does

1. Do she have a sister?
2. Does she has a sister?
3. Does she have a sister

Make 16/17/18/19

(19 make good sentences)

Ready? Timer still running

• PRACTICE on : www.test-english.com - Question Words

play.kahoot.it